dinsdag 15 februari 2011

Hoofdstuk 77: Verjaardag met gevolgen

Puerto de la Cruz, 26 september 1974

Lieve allemaal,

Laat ik beginnen met te vertellen dat Rimsky weer naar zijn school in La Oratava is. Na zo’n lange vakantie was hij beslist niet blij. Maar eenmaal weer op school en tussen zijn vriendjes was het leed gauw geleden. In in het hotel waren er inmiddels geen kinderen meer en om je alleen de hele dag te vermaken in het zwembad is ook niet alles.
Het lange uitblijven van een brief aan jullie komt gewoon omdat ik het eindelijk weer behoorlijk druk heb. Mijn eerste drukwerkopdrachten zijn inmiddels gedrukt en afgeleverd. Het drukwerk was eigenlijk heel simpel, een paar formulieren en een brief, allemaal tekst voor die Nederlandse verzekeringskantoor. Maar dat ging niet zonder slag of stoot. Daags nadat Fieke de handleiding zo goed als mogelijk had vertaald en ik het werk binnen had moest er dus gedrukt worden. Eerst moest ik de originele modellen op een offsetplaat zien te krijgen, maar dat viel eigenlijk 100% mee, er stond in de drukkerij op de aanrecht een apparaat waarmee ik de gekregen modellen op negatiefpapier moest belichten, waarna deze samen met de offsetplaat door een ontwikkelbad moest worden doorgevoerd. Dat gaat automatisch, alleen het fixeren moet nog met de hand gebeuren. Daarna is de offsetplaat (een hele dunne aluminiumplaat die makkelijk om een cilinder gebogen kan worden) klaar voor gebruik. En toen begon het eigenlijke werk pas. Ik had begrepen dat er zowel inkt als water met een bepaalde vloeistof in de machine moest. Volgens de tekeningen in de handleiding een eitje en dat was het ook. Nu nog de juiste handelingen om van de plaat afdrukken te maken, plaat vochtig laten worden, daarna inkt er op los laten, even door laten draaien en volgens de beschrijving zou er dan gedrukt kunnen worden. Ik had wel een hele stapel briefpapier van het verzekeringskantoor meegekregen, maar begon voor alle zekerheid maar met blanco papier. En dat was maar goed ook, iets had ik vergeten maar ik wist niet wat! Binnen de kortste keren zat ik tot aan mijn bovenarmen onder de zwarte inkt, maar afdrukken… ho maar. Uiteindelijk begreep ik plotseling wat er aan de hand was: vergeten de knop van het vocht aan te zetten waardoor de plaat niet vochtig werd maar helemaal zwart van de inkt. Met grote letters heb ik dat allemaal op een groot vel papier gezet en op de machine geplakt, want dat mocht natuurlijk niet meer voorkomen. Dan komt het instellen, de tekst moest natuurlijk wel op de goede plaats komen te staan, maar daar was ik weer heel behendig in. Eenmaal aan het drukken vond ik het eigenlijk heel leuk! En het was toen in een vloek en een zucht klaar. Nou, als dat alles is, dacht ik, dan is het inderdaad een makkie.
Mijn volgende opdracht was het ontwerpen van een folder voor de Sala de Fiësta op de Plaza Toros. Wat ik niet wist was dat Math die hele zaak van Frank had overgenomen samen met de steakhouse én de paardenstal. Er begon ook een lampje te branden, want de pachters van de stal zouden binnen niet al te lange tijd naar Frankrijk verhuizen en daar opnieuw beginnen. Ook zij hadden inmiddels door dat Frank alles te mooi had voorgesteld en ze nooit konden verdienen wat voorgerekend was. Ja, en wie gaat dan de stal doen? Fieke heeft al bij voorbaat en zonder dat zij gevraagd is ”nee” gezegd. Dat voor de goede orde.
De folder heb ik ontworpen (erg simpel gehouden voor alle zekerheid) en nadat het goedgekeurd was kon het gedrukt worden. Twee kleuren. Het papier moest ik bij de papiergroothandel in Santa Cruz halen en ik kreeg daarvoor geld mee. Samen met Fieke zijn we naar Santa Cruz gereden om het papier ’even’ op te halen maar ik had kennelijk te Hollands gedacht, nee, niets wordt voor je gedaan, ik moest zelf het papier uit de stelling halen (niet te tillen die grote vellen) en zelf op maat snijden op een grote, automatische snijmachine. Daarbij wilden ze me nog wel helpen, maar de volgende keer wel zelf doen, amigo!
Het deed me weer denken aan het halen van voer voor de paarden, alles even zwaar, alles zelf doen. Maar goed, platen maken, rode inkt in de machine, niet vergeten eerst het vocht aan te zetten en daar gaan we weer. Eerst de ene kant, daarna de andere kant en morgen hetzelfde maar dan in het zwart. Ik had een goed gevoel, het zag er goed uit en het ging lekker vlot. De volgende morgen fluitend naar La Romantica, even de folders afdrukken. Maar toen ik de platen had gemaakt en alles had ingesteld en de rode voordrukken in de pers wilde leggen bleken alle vellen aan elkaar te zijn geplakt, het leken wel planken multiplex! Het zijn niet voor een brief bestemde uitdrukkingen die ik toen bezigde, maar in het kort kwam het er op neer dat ik niet erg blij was! Hoe kon dat nou? Wat had ik fout gedaan? Alles nagekeken tot mijn oog viel op de fles met vloeistof, ik had nondeju arabische gom gebruikt in plaats van de speciale vloeistof. De flacons zijn exact hetzelfde, alleen op het etiket staat wat anders… en door het gewicht van het papier was alles aan elkaar geplakt. Hoe leg je zoiets uit, ik moest van voren af aan beginnen. Met lood in de schoenen ging ik het verhaal maar vertellen maar kreeg, zonder verdere vragen, meteen geld voor nieuw papier, toen weer naar Santa Cruz het papier halen en weer van voren af aan beginnen. Maar nu met de goede vloeistof. Weer was alles gedrukt, kleine stapeltjes verspreid op de vloer, het kon gewoon niet mis gaan. Maar dat bleek anders… toen ik de volgende dag de drukkerij binnenstapte sloeg de schrik mij om het hart, het zal toch niet waar zijn? Ja het was echt waar, de hele vloer was zeiknat van het water! Ik had de kraan van de aanrecht niet goed dichtgedraaid en een stukje poetslap, die ik voor het fixeren van de platen had gebruikt, had de afvoer verstopt. Na een hele nacht was het water over de rand gelopen en nu lagen alle stapeltjes papier te drijven in het water!!! Om maar een lang verhaal kort te maken: de derde keer is het wel allemaal goed gegaan. Het is een redelijke folder geworden, maar het had beter gekund. Maar iedereen vond het mooi en, dat moet worden gezegd, iedereen had er wel begrip voor dat je het met vallen en opstaan moet leren en dat was dan weer heel sportief.
En toen kwam Fieke’s verjaardag (nog namens Fieke hartelijk dank voor jullie lieve verjaardagskaart, inmiddels hebben jullie haar brief zeker ontvangen). ’s Avonds kwamen Jan, Loes en Math om een klein feestje te brouwen. Iets later schoof ook ene Pieter aan (ook een Hollander en rechterhand van Math, die wij, samen met zijn vrouw al kenden uit de paardenperiode). Er was door Math een kistje champagne besteld, de beste (en dus de duurste) die er was! Het werd een vrij rumoerig feestje en de manager had al een paar keer aan Math gevraagd of het wat rustiger kon omdat de andere gasten veel last van ons hadden. Later dreigde de manager nog met de politie en die kwam uiteindelijk ook. Maar die man komt regelmatig hier. Het is een niet geuniformde politieman en bij het binnenkomen omarmde die agent en Math elkaar hartelijk! Oude bekenden van elkaar! Ze gingen samen aan de bar zitten, lachten wat, dronken samen een glas champagne en weg was de man. Bij het afscheid later die nacht zag Math, die hem aardig had zitten, buiten een opgerolde waterslang liggen en onder de woorden ’komt altijd wel eens van pas’ propte het in zijn achterklep. En ondanks onze waarschuwingen dat-ie dat niet kon maken reed hij luid claxonerend weg. Maar de waterslang zat nog aan de kraan vast met gevolg dat de hele waterleiding van de muur werd gerukt en het één grote rotzooi werd. De volgende dag vroeg de eigenaar van het hotel ons, naar omstandigheden nog redelijk vriendelijk, wanneer de rekening voor de champagne zou worden betaald en wie verder voor de schade opdraaide die Math had veroorzaakt. Nou, daar zouden we voor hem achteraan gaan. Math heeft nog dezelfde dag, op dringend verzoek van ons, de directeur van het hotel opgezocht om af te rekenen, maar kreeg ook meteen te horen dat wij het hotel uit moesten, want de bar werd de laatste tijd teveel als kantoor- en feestruimte gebruikt en dat gaf hinder voor de andere hotelgasten. Hij was wel zo redelijk om ons tijd te gunnen iets anders te zoeken.



En zo zitten wij dus nu in Panoramica, een appartementencomplex met keuken en woonkamer en twee slaapkamers plus een grote badkamer. Alles uitstekend gemeubileerd. En Rims hoeft zijn zwembad niet te missen, want op het dak is er een grote zwembad met prachtig uitzicht over de stad omdat het gebouw op het hoogste punt van Puerto de la Cruz is gebouwd… ja inderdaad, door Math!! Ik geef onderstaand ons nieuwe postadres op.
Ik wens jullie allemaal het allerliefse toe, ook namens Fieke en de kleine Rims (wat heet klein) en de nodige smakkerds.
Rimsky

Hoofdstuk 76: Afscheid met een staartje

Puerto de la Cruz, 28 augustus 1974

Lieve allemaal,

Tot nu toe hebben wij taal noch teken van jullie gehoord. Ik weet dat jullie niet direct linea recta naar huis zouden rijden, maar papa zal inmiddels toch wel weer aan het werk zijn, denk ik. Maar goed, zoals altijd zal je zien dat wij morgen toevallig weer een brief krijgen, zo is het tenminste altijd al geweest.
Onze voormalige Hollandse manegeklant en huiskapper Ad en zijn vriendin zijn inmiddels weer vertrokken en wij hebben er eigenlijk weinig last van ondervonden. Het feit dat ze een eigen appartement in ons hotel hadden betekende voor beide partijen meer privacy en ze waren erg gesteld om zichzelf te vermaken. Een etentje bij Pablo was helaas geen succes, Ad vond het maar niks en at ook niks! Als zoon van een Hollandse slager was hij wel beter vlees gewend, Fieke heeft het Pablo niet zo direct verteld toen ze het eten onaangeroerd lieten staan, maar Pablo was toch behoorlijk pissig op ze, voor hem hoefden ze nooit meer te komen!
De kleine, die wij met het oog op ons vertrek naar Nederland niet meer naar school sturen (overigens is er nog schoolvakantie) is van ’s morgens vroeg tot laat in de middag in of bij het zwembad te vinden. Hij is dol op water en zwemt, op zijn manier weliswaar, als de beste. Een dagje uit betekent voor hem een straf. Het weer is vanaf onze aankomst hier nog niet slecht geweest en een zwembad betekent hier geen overbodige luxe.
De films die ik zowel in Holland en de vakantie in Segovia evenals onze terugreis heb gemaakt zijn erg leuk geworden. Die krijgen jullie nu snel te zien.
Onze televisie hebben we inmiddels tegen een goede prijs weten te verkopen. En daar zal het wel bij blijven. Fieke haar auto kunnen we ook van de hand doen, maar tegen heel wat minder dan we ons hadden voorgesteld. De composer kan ik zo kwijt aan een verzekeringskantoor, maar zo lang ik er nog (eventueel) mee kan werken verkoop ik het nog niet, maar in Holland heb ik zoiets niet nodig en dan is het fijn om te weten dat er belangstelling voor is.
Mijn eigen auto neem ik mee naar Holland, hier verkopen zal moeilijk zijn, voor het bedrag wat ik er voor wil hebben koop je hier de grootste nieuwe grote Seat en nu er ook nog een nieuw model, de Passat, op de markt is zal er weinig belangstelling voor mijn auto bestaan. Na drie maanden kan ik mijn auto in Nederland importeren en er dus mee door blijven rijden, de auto is nog vrij nieuw, ziet er nog prachtig uit en ik kan er dus nog lang plezier van hebben. In ieder geval komen wij dus per auto terug naar Holland. Zo, we gaan nu even lunchen in het restaurant hier beneden, straks weer even verder.

Gistermiddag (het is nu een dag later), tijdens onze lunch, kwam Theo ons een heel goede reis wensen. Dat was erg sympathiek, ik had hem nooit verwacht maar was toch blij dat wij als goede vrienden uit elkaar gingen. Theo was de deur nog niet uit of
Jan en een zekere Math kwamen ons de hand schudden en een goede reis en toekomst in Nederland wensen. Math is een projectontwikkelaar en zijn bedrijf bouwt appartementgebouwen die dan als een heel complex wordt verkocht. Zo heeft hij diverse gebouwen in Puerto de la Cruz gebouwd en is nu bezig met een appartementengebouw in La Romantica, hoewel dat tijdelijk is stopgezet, waarom weet ik ook niet. Hoewel hij dus ook Nederlander is kenden we hem beslist niet. Hij vertelde in Bussum een reclamebureau te hebben gehad waar hij onder andere een systeem met spaarzegel had ontwikkeld. Hij heeft de hele handel, toen alles goed liep, verkocht en is als miljonair hier naartoe gekomen. Maar het nietsdoen beviel hem niet en zo is hij dus in de vastgoedsector terechtgekomen. Kortom, ook hij was dus met Jan hier om ons vaarwel te wensen. We dronken op de valreep nog een biertje, maar ik kon het niet al te laat maken omdat ik nog de laatste spullen in de kist moest doen om daarna de deksel er op te spijkeren. De volgende dag zouden wij bellen dat de kist kon worden opgehaald. Maar zover zou het niet komen… het werden twee biertjes, en daarna nog één om het af te leren en om vijf uur zaten we nóg in de bar. Math zei dat wij echt niet van het eiland afmochten omdat hij mij nodig had! Ik zou, met mijn achtergrond, verstand van drukken hebben en dat was precies wat hij nodig had. Ik moest namelijk de offsetpers van zijn zaak gaan bedienen en zou daarvoor ook betaald worden. Maar ik vertelde hem dat ik wel op de studio van een drukkerij had gewerkt maar nog nooit een drukpers had aangeraakt en daarom ook niets in deze voor hem kon betekenen. Maar het wilde er bij hem niet in, ik kon ontwerpen en dus ook een drukmachine bedienen! Daarop vroeg hij wat wij zoal nodig hadden voor onze living zoals in het appartementhotel wonen, de kosten om Rimsky op school te houden, de autokosten en de verdere kosten. Toen Fieke hem vertelde hoe hoog ze die schatte reageerde hij laconiek dat hij vanaf morgen (vandaag dus) onze kosten ging betalen en dat hij mij dan meteen kwam ophalen om de drukpers en de ruimte waar het stond te laten zien. Na het zoveelste biertje dachten Fieke en ik dat het morgen wel allemaal vergeten zou zijn, dus hebben wij het allemaal niet zo serieus genomen. Maar Math kwam keurig volgens afspraak vanmorgen in ons hotel, had een envelop met geld bij zich en vroeg of ik klaar was om mee te gaan. Het was echt even slikken, ons hele plan om te vertrekken stond op de tocht. In een grote Amerikaanse Oldsmobile (die hij op blote voeten reed!) bracht hij mij bij zijn huis in La Romantica, een groot ijzeren hek ging automatisch open en wij reden een enorme lange oprijlaan op. Aan het einde stond nog een batterij auto’s, allemaal Amerikaanse auto’s en een Mercedes sportcabriolet. Van mijn vrouw, zei hij. Toen liepen wij, weer via een poort in een hek, naar het zwembad in zijn tuin. Bij het zwembad was een ruime overdekte bar met een grote barbecue en een tafel zo’n 20 mensen en daarnaast een gebouw met een tweetal prachtig betegelde doucecabines met daarnaast een grote ruimte, ook helemaal betegeld plus een grote keukenaanrecht. Tegen een van de wanden stond de offsetmachine, in een stelling ernaast een grote hoeveelheid blikken inkt in diverse kleuren en verder flessen met chemicaliën of iets dergelijks en een grote stapel papier in pakken. ’Nou, dit wordt dus jouw ruimte’ vertelde hij mij. Hij overhandigde mij een handleiding van de machine, in het Spaans, en zei dat ik dat maar eens moest bestuderen, ik zou er wel uitkomen! En of ik morgen even naar het verzekeringskantoor van ’Holllandse Joop’ wilde gaan om het eerste werk op te halen! Daarna bracht hij mij weer naar Pez Azul. En zo zit ik hier op onze kamer met de handleiding die Fieke voor mij aan het vertalen is, maar die de technische termen beslist niet begrijpt en maar steeds zegt dat ik het maar op de machine zelf moet ontdekken… handig zo’n tolk! Maar ik hoor de bedrijfsleider van drukkerij Broos nog zeggen: ’Ach, zo moeilijk is het allemaal niet, een kind kan de was doen!’ We zullen snel te weten komen of hij gelijk heeft!
Vervelend bericht natuurlijk, je denkt dat wij binnenkort in Hilversum voor de deur staan en dan ontvang je een brief met totaal andere berichten. Maar wellicht na mijn eerste opdracht op die offsetpers staan we toch nog snel voor de deur!
Ook namens Fieke en de kleine Rims wens ik jullie veel sterkte bij het lezen van deze brief en je hoort weer heel gauw van mij.
Rimsky

woensdag 24 november 2010

Hoofdstuk 75: Terugreis naar Tenerife

Puerto de la Cruz, 20 augustus 1974

Lieve allemaal,

Na het afscheid op de camping reden Fieke, Rims en ik richting Madrid. En omdat wij pas na het avondeten waren vertrokken werd het onderweg al aardig donker, maar dat was dan ook de bedoeling, omdat wij ’s nachts zouden rijden om ’s morgens in Cadiz aan te komen. We passeerden Madrid, Toledo, Cordoba en tegen het eerste ochtendgloren Carmona! En onwillekeurig kneep ik mijn billen bij elkaar. Maar de auto reed als een zonnetje en zonder kleerscheuren kwamen wij het, voor mij én de auto, beruchte plaatsje door. De hele reis heeft Rims geen oog dicht gedaan en bleef maar doorkletsen en zo hield hij mij eigenlijk goed wakker. Ik denk dat hij opgewonden was voor z’n eerste zeereis en hij begreep maar niet hoe de auto op de boot meekon. Tegen zonsopgang passeerden wij Sevilla en kwamen om ongeveer 8.00 in de morgen Cadiz binnenrijden. Maar het was opvallend stil terwijl om die tijd spitsuur zou moeten zijn. In de buurt van de haven hebben wij in een bar een kop koffie met een croissantje besteld en vroegen meteen de weg naar het kantoor van de rederij waar onze tickets klaar zouden liggen. De eigenaar stemde ons niet bepaald vrolijk toen hij vertelde dat het een feestdag was en iedereen vrijaf had. Vandaar dat het dus zo stil was! Of het kantoor van de rederij open was kon hij ook niet met zekerheid zeggen. Ik kon haast niet geloven dat zo’n kantoor dicht was, maar je knijpt hem wel. Enfin, om de spanning niet al te hoog op te laten lopen, het kantoor was wel open en onze tickets lagen, geheel volgens afspraak, klaar om mee te nemen. We kregen een mooie hut toegewezen voor 3 personen met badkamer en toilet, dat was in ieder geval wel zeker. Alleen... aan de aanlegsteiger was geen spoor van een boot te bekennen en onze auto stond ook als enige op de oprijstrook. Ergens voelden wij ons niet helemaal op ons gemak en we besloten om maar te gaan wandelen in de omgeving van de haven, want het vertrek van de boot stond gepland voor het eind van de ochtend. Cadiz is een prachtige stad, vol nauwe straatjes, uitkomend op grote pleinen met prachtige kerken. Het park langs de haven is ook al zo bijzonder. Er staan ficusbomen, reuzehoog met enorm dikke stammen en takken, nee, zó hadden wij ze nog nooit gezien. Terwijl de ficusbomen bij ons huis in Puerto de la Cruz ook niet kinderachtig waren. Kortom, we keken onze ogen uit en voor je het weet is de tijd om en moet je je nog haasten ook. Bij de haven zagen we gelukkig de boot al liggen en we waren ook maar net op tijd om meteen de auto de boot op te rijden.




Al met al was de bootreis geweldig leuk, Rimsky genoot, Fieke was nu eens niet zeeziek en onze hut was uiterst comfortabel. Tijdens de terugreis kwamen Fieke en ik tot het beslissende besluit om op Tenerife alle zaken af te handelen, de Sunbeam en de tv te verkopen, onze spullen in te pakken en terug te keren naar Nederland. Geld om iets nieuws op te starten hadden wij niet meer en de situatie op Tenerife is, zoals wij al hadden verteld, niet bepaald rooskleurig. Het toerisme is inmiddels wel weer op gang gekomen, maar het is niet meer zo als vroeger. Veel zaken hebben de deur gesloten, evenals hotels die dicht zijn. Misschien wordt het allemaal wel weer beter, maar zo lang kunnen wij het financieel niet uitzingen…
Op Tenerife zijn we meteen op zoek gegaan naar een grote krat om onze spullen te laten vervoeren en die vonden wij uiteindelijk bij de Fiat-garage, we mochten het voor niets hebben maar moesten dan wel zelf zorgen dat het weg werd gehaald. Makkelijker gezegd dan gedaan, hoe krijg je een kist van 1,5 kubieke meter zo’n garage uit? Maar daar hadden ze bij Fiat wel een (Spaanse) oplossing voor, gewoon op de imperial, vastbinden met wat touw en voila..!
De kist mag bij vrienden van Edward op het erf staan en daar kunnen wij ook alles inladen. Vandaar wordt de volle kist opgehaald en naar de transporteur vervoerd. Die zorgt dat de kist in Rotterdam aankomt, en daar moeten wij dus maar op vertrouwen.
Inmiddels is die krat inderdaad op de plaats van bestemming, in de garage hadden ze voor mij de kist nog op de imperal gezet, maar bij Pieter (waar de kist mocht staan) moest het ding weer van het dak af en daar stond ik dan nu alleen voor! Ik bespaar jullie het verhaal van de ellende om die kist van mijn imperial af te krijgen, want ik wilde natuurlijk geen schade aan de auto, maar gelukkig kreeg ik hulp van de hulpvaardige postbode die net voorbij kwam.
Zelf moeten wij nog tickets voor de boot regelen en dan horen wij ook meteen wanneer de boot vertrekt. Wij komen dus met de auto naar Holland en kunnen zo ook nog heel wat meenemen. Al met al zal het ongeveer eind september worden dat wij bij jullie voor de deur zullen staan! Maar over een juiste datum zullen wij natuurlijk meteen telefonisch berichten.
Wij hopen dat jullie zelf ook een goede reis naar Holland hebben gehad en horen graag hoe een en ander is verlopen.
Inmiddels groeten wij jullie uit een warm Tenerife die wij met pijn in ons hart gaan verlaten. Het zij zo!
Veel liefs van Fieke, Rims en van mij en nog reuze bedankt voor de grandioze vakantie.

Rimsky

zondag 24 oktober 2010

Hoofdstuk 74: Bericht uit Hilversum

Hilversum, 14 juni 1974

Lieve Fieke,

Zo, het is weer wennen in Nederland, alles lijkt erg klein, het klinkt als een cliché, maar het is echt waar.
Van de week ben ik ’s avonds naar Martin en Ina geweest en hoewel de ontvangst niet bepaald van enthousiasme overliep, konden ze, na het horen van mijn verhalen over mijn terugreis wel weer een beetje lachen. Al snel was de sfeer gezellig en herkende ik beiden weer zoals ze altijd waren. Met Martin gaat het overigens, naar eigen zeggen, een stuk beter, hij is langzaam weer begonnen met werken en gebruikt een Moermandieët. Dat eten ziet er weliswaar niet uit, maar hij gelooft er 100% in. Een soort duivenvoer! De stelling van die dokter Moerman is dan ook, in het kort en voorzover ik het begreep, dat duiven nooit kanker krijgen door hun eetgewoonte en als mensen hetzelfde eten ze dus kunnen genezen. Ik help het Martin hopen maar sta er zeer sceptisch tegenover. Mensen zijn nou eenmaal geen duiven, maar voor Martin is het een strohalm waar hij zich aan vastklampt en daar ga ik niet tegenin. Als je ergens heilig in gelooft dan kan het wellicht een goede remedie zijn. Nee, erg veel vreugde schenkt het leven hem niet meer. Hij is inmiddels begonnen met wat hij altijd al wilde, namelijk het schrijven van een boek, maar hij wil er weinig over vertellen. Het enige wat ik te weten ben gekomen is dat het zich afspeelt in zijn jonge jaren. Via zijn werkgever heeft hij een uitgeverij gevonden en hij heeft goede hoop dat het uiteindelijk ook uitgegeven zal worden. Ik ben daar nog lang gebleven en gelukkig gaven ze me de kans om te vertellen hoe de situatie met André werkelijk in elkaar zat en ze vielen bijna van hun stoel toen ze langzamerhand begonnen te begrijpen wat voor een hufter het eigenlijk was.
Allereerst hadden ze André, toen hij naar ons toe kwam, een behoorlijk bedrag meegegeven voor kost en inwoning, omdat ze natuurlijk begrepen dat wij niet voor al zijn kosten konden opdraaien. Nou, daar heeft André dus nooit één woord over gerept en het dus kennelijk zelf gehouden! Hun ogen rolden er zowat uit toen ik ze vertelde hoe jij zijn kamer aan het schoonmaken was en zijn tas per ongeluk open zag staan met allemaal blikjes worst, zakjes met snoep en ander knabbelwerk waar hij dan ’s nachts stiekem van zat te eten, terwijl wij hem onderwijl in alles lieten meedelen. Ik heb ze uit de doeken gedaan waarom André onder geen enkele voorwaarde door John op de boot werd toegelaten. En ze waren werkelijk ontsteld over zijn gedrag en betweterigheid, iets wat John bijzonder tegenstond. Kortom, hij mocht André doudeenvoudig niet! Ook begrepen ze nú pas waarom wij er alles aan hadden gedaan om hem en zijn Jeanette van het eiland af te jagen. Hij had ze met totaal verzonnen verhalen een volledig misleidend beeld geschetst. Waarom? Wij zullen het nooit te weten komen, misschien wel uit jaloezie om de vriendschap die wij al jaren met Martin en Ina hebben. Wel, eind goed al goed, we zijn gelukkig weer als de beste vrienden uit elkaar gegaan en voor binnenkort heb ik weer afgesproken.

Ja, verder ben ik natuurlijk ook bezig geweest waarvoor ik in Nederland was en dus een bedrijf in Zaandam bezocht (een bedrijf dat een oud-collega mij had aangeraden) om te bestuderen of er mogelijkheden zijn om zelf op Tenerife 4-kleurenlitho’s te vervaardigen. Ze hebben veel tijd voor mij uitgetrokken en alles laten zien. Nou, de conclusie is dat daar een hoop geld bij komt kijken omdat je een repro-camera moet hebben met filters en rasters. Beetje moeilijk om uit te leggen. Het is allemaal niet echt moeilijk, maar mijn apparatuur is daar volkomen ongeschikt voor. Daarna ben ik ook nog naar drukkerij Broos geweest om me te oriënteren op het gebied van kleinoffset-machines. Uiteindelijk zie ik daar veel meer brood in, wat je al niet op zo’n kleine pers kunt drukken, geweldig. En alles in eigen hand. Van werktekening tot drukwerk en dat maakt het juist zo aantrekkelijk. Precies wat ik zoek, daar zie ik echt brood in! Maar volgens mij staan drukkerijen in Spanje onder hevige censuur. Dat zal ik nog eens moeten uitzoeken.

We zijn weer een paar dagen verder en afgelopen zondag zijn mijn vader en ik ergens diep in de polders van Noord-Holland terechtgekomen. Martin had namelijk bijzonder veel belangstelling voor de rubberboot van mijn vader, temeer dat het opblaasbaar is en dus makkelijk op te bergen. Toen hij mijn verhalen over die boot hoorde was hij hoogst enthousiast en mijn vader wilde die boot ook wel kwijt. Mijn ouders gaan nu hoofdzakelijk samen op vakantie en mijn moeder ziet het echt niet zitten om samen met mijn vader in zo’n boot(je) te varen. En om zo’n boot alleen voor zijn eigen plezier mee te nemen ziet mijn vader ook niet helemaal voor zich. Zeker niet omdat je toch altijd wel hulp nodig hebt om zo’n boot naar het water te dragen. Reden dus dat wij naar Martin z’n boot, die hij ’Drijfsijs’ heeft genoemd, op zoek gingen. Hij had ons goed uitgelegd waar het was, maar polders lijken allemaal op elkaar en het was beslist niet makkelijk vinden tussen al dat riet. Maar uiteindelijk, we wilden eigenlijk al terugkeren, vonden wij zijn boot (vragen kon ook niet omdat er gewoon niemand was). Ze liggen in een typisch Hollandse landschap, met molen en al! Ik heb het gefilmd, bij terugkomst laat ik het zien. Toen mijn vaders boot opgeblazen en in elkaar was gezet en de buitenboordmotor met benzine was gevuld begon het feest voor Martin, Paul en Marc. We hebben ze daarna bijna niet meer gezien en na een kop thee, die Ina voor ons in de boot had gemaakt, zijn we maar huiswaarts gekeerd. Dolgelukkig waren ze ermee! Ik heb ze nog wel gewaarschuwd dat de benzine na een paar uur echt op was, maar ze hoorden me waarschijnlijk niet eens. Ja, waar vindt je in de polder een benzinepomp?






Later in de week ben ik naar Gerard en Tini in hun nieuwe huis in Rossum geweest. Het plaatsje Rossum ligt ongelooflijk ver weg, maar het is er wel erg mooi, prachtige lanen en ze wonen er echt leuk. Gerard was zijn grasveld net aan het maaien en het is best wel een grote tuin, eindigend bij een sloot. Het was reuze gezellig, ik heb daar uitstekend gegeten en ze beloofden mij dat ze zeker naar Tenerife zouden komen om ons op te zoeken. Ik moest jou in ieder geval de meest hartelijke groeten en liefs overbrengen in mijn eerstvolgende brief. Welnu… bij deze.

Ja, en dan natuurlijk het WK-voetballen. Veel wedstrijden kijken wij met mijn vader, Ronald en Edward. Het gebrul is niet van de lucht, maar iedereen, behalve mijn moeder dan, zit te kijken dus veel last zal niemand er van hebben. Ik moet zeggen dat zelfs ik het reuze spannend begin te vinden en wij zijn eigenlijk bang dat Nederland uiteindelijk tegen Duitsland zal moeten voetballen. Nederland is gewoon de beste ploeg, dus theoretisch moeten ze kunnen winnen. We zullen het zien. Ik begreep uit jouw brief dat jullie bij Pablo ook (met Duitsers) zitten te kijken. Leuk hoor!

Mijn moeder kwam overigens met het uitstekende voorstel om, nu ze volgende maand op vakantie gaan, naar Spanje te rijden, dan kan ik met mijn eigen auto er achteraan en in de caravan slapen. Als bestemming zouden we dan bijvoorbeeld Madrid of iets in de omgeving, zoals Segovia, kunnen nemen zodat jij en Rims daar ook naartoe kunnen reizen. We zitten dan halverwege in Spanje en na de vakantie kunnen we dan met z’n drieën terugrijden naar Cadíz voor de boot naar Tenerife.
Het is een kwestie van organiseren, maar het moet zonder meer mogelijk zijn, het is voor iedereen best leuk. Je boekt bij Iberia een enkele reis naar Madrid en als wij precies weten wanneer je daar aankomt, dan halen we jullie op! Daarna gaan wij kamperen in de voortent van de caravan. Het is maar een idee maar ik voel er veel voor, lijkt me een geweldig plan.

Ik heb inmiddels ook een brief van jou ontvangen en begreep dat je ons huis in de Calle Belgica hebt opgezegd, alle spullen bij Pablo hebt opgeslagen en nu in het appartementhotel Pez Azul woont. Je hebt groot gelijk, alleen met Rims in zo’n groot huis is natuurlijk geldverspilling en in zo’n hotel-appartement heb je alles bij de hand, tot een keuken toe, heb ik begrepen. En je zit tussen de mensen en Rims heeft meteen een groot zwembad. Fantastisch. En nog stukken goedkoper ook! Zodra wij terug zijn kunnen wij kijken wat we dan verder gaan doen. Want de beschrijving van de kamer op de bovenste verdieping lijkt me voor drie man wel wat krap.

Voorlopig wens ik jullie het allerbeste toe en laat me telefonisch weten of het lukt met de vakantieplannen. En natuurlijk moet ik niet vergeten om te melden dat je het geld voor de vliegreis van mijn moeder terugkrijgt, zo heeft ze beloofd. Ze vind het veel te leuk om de kleine en jou weer te zien, maar niet per se in deze volgorde. Ik denk veel aan jullie en verlang weer naar Tenerife, veel liefs,

Rimsky

woensdag 14 april 2010

Hoofdstuk 73: Reis naar Nederland

Hilversum, 11 juni 1974

Lieve Fieke,

Een lange tijd geleden dat je wat van mij hoorde, maar we zijn ook niet zomaar in Holland aangekomen.
Bij het afscheid op de kade van Santa Cruz werd ik best wel even emotioneel, je ziet jou en Rimsky steeds kleiner worden en terug is niet meer mogelijk. Tenerife verdwijnt langzaam steeds verder weg en opeens voel je je alleen. Oké. Edward en Nora waren bij mij, maar toch...
Ik weet niet of je het gevolgd hebt, maar net voordat ze de loopplank ophaalden was er een Duitser die o zo nodig nog even een ‘Zeitung’ wilde kopen bij de kiosk op de kade. Hij was nog niet zo lang van de boot af of de loopplank werd van het schip losgekoppeld, wat natuurlijk een enorme paniek veroorzaakte bij zijn vrouw die op de boot bij de reling stond. Maar wat ze ook schreeuwde, niemand hoorde haar en Duitse Henkie kon de boot niet meer op!! Daar stond ze dan met haar hele hebben en houden, met de koffers en auto aan boord en Heinrich op de kade in een T-shirt en een te lange korte zomerbroek, zonder portefeuille maar wél een krant onder zijn arm... want die had hij dan weer wel gescoord. Ik vermoed dat die vrouw op Gran Canaria, waar we later nog aanmeerden, wel van boord zal zijn gegaan, maar dan wel zonder auto, want die stond helemaal achterin omdat de boot pas in Cadiz weer zou worden gelost. En dan te weten dat je aan boord ook gewoon Duitse kranten kon kopen!!! Die vrouw hebben wij in ieder geval nooit meer gezien.


De bootreis zelf was er een van verveling, een oersaaie reis die werd opgevrolijkt door ’s middags een potje bingo met de andere passagiers, waar je uiteindelijk uit wanhoop aan mee gaat doen omdat je op het diepzwarte water van de oceaan ook wel uitgekeken raakt.
Hoogtepunt was het eten ’s avonds, dat was wel smakelijk en daarna rennen naar de lounge om een goede zitplaats voor de Spaanse speelfilm die we dus niet konden verstaan! En ook geen ondertiteling.
Maar goed, na twee nachten kwamen we de derde dag in Cadiz aan en het ontschepen ging vrij vlot. En net zo vlot waren wij de stad uit, richting Sevilla. Vandaar verder richting Cordoba. Dat ging dus gesmeerd, maar onderweg, net bij het begin van een plaatsje, Carmona genaamd, was het gebeurd, de auto sloeg af en startte niet meer. Gelukkig kon ik de auto nog free-wheelend aan de kant krijgen, maar daar sta je dan.
Heel toevallig kwamen er net twee agenten van de Policía de Tráfico op motoren aangereden en stopten onmiddellijk om te helpen. Maar wat ze ook deden, de auto wilde niet meer starten en dan begin je je heel erg ongemakkelijk te voelen. Een van die agenten nodigde mij uit om achterop zijn motor plaats te nemen en hij reed Carmona in, op weg naar een ’garagebedrijf’. Hij zette mij af en vertelde aan de garagehouder wat er aan de hand was, maar, ik was er eigenlijk al bang voor, het was zaterdagmiddag, en probeer dan maar eens nog geholpen te worden. Geen probleem, zo stelde de garagehouder mij gerust, hij had inmiddels een ’specialist’ gebeld om te komen kijken en ging, samen met mij in zijn takelwagen de auto en Edward en Nora ophalen. Onderweg wees hij een hotelletje aan waar we eventueel konden slapen als het wat langer zou gaan duren.
Oké, toen de auto in de garage stond en, ik denk zo’n 4 man, met mijn auto bezig waren, zijn wij maar stilletjes naar het hotel gelopen waar kennelijk de avondmaaltijd net begon en het beredruk was met hele families. Wel heel lekker gegeten, ik weet echt niet wat het was, maar het smaakte goed. Daarna weer naar de garage gelopen en je hoopt alleen maar dat je de auto klaar ziet staan. Niet dus. De garagehouder kwam naar ons toe en vertelde dat, omdat het iets electronisch was en er een deskundige bij moest komen, ze er pas maandag mee konden beginnen. Van ellende zijn we weer naar het hotelletje gelopen, twee kamers besteld en, na een paar drankjes, maar naar bed gegaan.
De volgende dag koffie gedronken, en omdat het heerlijk weer was, een stuk gaan wandelen, richting een klooster die hoog op een heuvel lag. Bij alles wat je maar ziet blijf je extra lang staan, want de dag is nog lang!!
In de middag zijn we van pure ellende naar de bioscoop gegaan, een rumoerige zaal vol kinderen keek met ons mee naar de een of andere Tarzan-film in zwart/wit. Hoe dan ook, we zijn de dag doorgekomen, hebben wat gegeten en wat gedronken en vroeg naar bed gegaan. De volgende dag naar de garage gelopen in de hoop meteen weg te kunnen rijden. Tot mijn verbijstering zag ik dat mijn hele dashboard er (weer) af was gehaald, honderden draden staken er onderuit, kortom, één grote puinhoop... maar de mensen waren heel aardig. Uiteindelijk vertelden ze ons, na een paar uur, dat ze met zoveel electronica er ook niet uitkwamen! Ze zouden ons naar Sevilla slepen en bij de Volkswagendealer zouden ze ons dan meteen helpen. Ook dat hadden ze al geregeld. En ik moet zeggen, we werden inderdaad meteen geholpen en na twee uur wachten kregen wij het sein dat wij weer konden rijden. Al met al waren we al aardig wat geld kwijt aan beide garages, maar we besloten nu maar ’s nachts door te rijden om een hotel uit te sparen. Godzijdank, we waren in ieder geval opnieuw onderweg en weer passeerden we Carmona, toeterden een paar keer toen wij ’onze’ garage passeerden en waren weer in opperste stemming, muziekje aan, sigaretje tussen de lippen en kachelen maar... tot... net even buiten Carmona, de motor wéér afsloeg!!! De wagen stond in de berm en Nora en Edward zouden liftend proberen de garage in Carmona weer te waarschuwen. Gelukkig kwam er net een grote vrachtwagen voorbij die meteen stopte en beiden meenam. God, wat voel je je dan opeens eenzaam. Kom, dacht ik, laat ik toch minstens de motorkap van achter even open maken en omdat ik in de garage in Sevilla al had gehoord dat ze ergens tegenaan tikten heb ik ook maar met de een of andere sleutel overal tegenaan zitten kloppen, stapte de auto in en draaide de sleutel tegen beter weten in om, en je gelooft het niet... de auto startte onmiddellijk. Ik ben als een gek op de weg gekeerd en de vrachtauto met Edward en Nora achterna gereden. In Carmona waren ze net bij de garage aan het uitstappen. Ik toeterde luid om ze te waarschuwen, want ik durfde de motor niet meer uit te zetten. Kortom, binnen een halfuur stonden we weer bij de Volkswagengarage in Sevilla en ik legde uit dat we zo in geen geval helemaal naar Holland konden rijden. Tja, dan moesten we maar een hotel zoeken, want dan zouden ze er een nieuwe benzinepomp in zetten, want dat was eigenlijk het hele verhaal. Maar die benzinepomp moest wel uit een magazijn in Málaga komen en per vliegtuig naar Sevilla worden gevlogen en dat zou minstens twee, misschien wel drie dagen duren…
Uiteindelijk hebben we midden in Sevilla een hotel gevonden, heel leuk, restaurant in de (overdekte) patio, royale kamer voor ons drieën, het eten was heerlijk, alles bij elkaar ook erg duur natuurlijk. Omdat de kosten al aardig de pan waren uitgerezen hebben we de volgende dag een hostal gezocht, stukken goedkoper, maar stukken minder mooi. Twee dakkamers in zinken uitvoering, loeiheet en behoorlijk lawaaierig. Maar wel veel van Sevilla gezien, overal weer extra lang staan kijken, heel uitgebreid met een drankje op een terras, ’s avonds weer een bioscoop opgezocht, ons afvragend waar de film eigenlijk over ging om daarna maar snel te gaan slapen.
Na twee dagen weer naar de garage en waarachtig, de auto stond klaar. Eigenlijk de vorige dag al, maar ze wisten niet hoe ze ons moesten bereiken! Balen, balen, balen…
En daar gingen we weer, langs Carmona, maar nu geen getoeter meer bij de garage en we kwamen steeds verder en verder, richting Madrid, richting ambassade, want de bodem van de portemonnaie was zichtbaar. We moesten dus gewoon ordinair geld lenen! Maar bij de ambassade bleek al snel, dat dit iets te gemakkelijk gedacht was, ze wilden ons wel geld lenen, maar dan moest eerst door iemand geld naar Madrid worden overgemaakt en zodra dit binnen was zouden ze ons het geld geven. Nou, daar heb je geen ambassade voor nodig maar stom toevallig liet Edward zich ontvallen dat hij nog een geldige reis- en kredietbrief van de ANWB had en dat bleek een toverwoord want meteen kregen we te horen dat de cheques zonder probleem konden worden ingewisseld. In wat voor munteenheid ook, Spaanse peseta’s of Hollands guldens. U zegt het maar. Nou, dat probleem was dus ook weer opgelost en met een zak vol geld zetten wij onze reis door richting Nederland. Nog drie overnachtingen hebben we gehad, een even voorbij Madrid, een bij de Spaans/Franse grens in de Pyreneeën en de laatste in Frankrijk, tussen Bordeaux en Parijs, daarna zijn we in één ruk doorgereden naar Holland, doodmoe kwamen wij in Hilversum aan. Alleen was Edward vergeten om mijn ouders te waarschuwen zodat ze plotseling werden geconfronteerd met drie slapers en een hele hoop bagage! Maar dat kon ons niks schelen.
Ik zal je in een volgende brief verder vertellen hoe het hier is en wat ik zoal ga doen of heb gedaan.
Ik wens jullie veel liefs, hou je haaks op dat ‘verschrikkelijke’ eiland (zat ik er maar weer) en mocht er iets bijzonders zijn dan ben ik natuurlijk telefonisch bereikbaar.

Rimsky

dinsdag 13 april 2010

Hoofdstuk 72: Plannen voor Holland

Puerto de la Cruz, 11 mei 1974

Lieve allemaal,

Een paar dagen geleden is Edward bij ons geweest en bij het drinken van een kop koffie vertelde hij dat hij en Nora definitief naar Holland zullen vertrekken. Hoogstwaarschijnlijk wisten jullie dat al, maar voor ons kwam dat als een verrassing. Hij kan het hier niet meer bolwerken, de klanten waar hij voor werkt betalen op dit moment zo traag dat ze niet weten hoe ze verder moeten rondkomen. En het feit dat zijn garagehouder veel belangstelling toont om zijn auto, die nu hier geïmporteerd is, van hem te kopen maakt het de zaak wat gemakkelijker omdat ze dan genoeg geld hebben om alles te regelen en de reis terug te betalen. Na veel gepraat bleek ook dat hij zijn lening voor de donkere kamerspullen niet terug kan betalen, maar dat vermoeden hadden wij al lang. Hij zal alle spullen aan mij teruggeven. Of ik daar blij mee moet zijn is een tweede, zelf heb ik al die apparaten ook, dus als ik terug ben probeer ik het te verkopen. Maar goed, van een kip zonder veren valt er weinig te plukken en wij hebben verder best begrip dat zij het hier op het moment niet meer zien zitten. Nog later, de koffiekopjes hadden al plaats gemaakt voor wijn- en bierglazen (met inhoud), kwam ik met het plan om met ze mee te gaan. Ik wilde toch al naar Nederland om mij te oriënteren voor het maken van 4-kleurenlitho’s, en sinds kort ook voor het bedienen van een offsetpers. Het lijkt mij geweldig om het werk wat ik op mijn tekenbord maak ook verder zelf te drukken. Als reclamestudio heb je dan weer nét dat even meer dan een andere studio! Ik mag dan wel op de grootste drukkerij van Nederland hebben gewerkt, een offsetpers heb ik nog nooit aangeraakt. De bedrijfsleider van Broos in Amsterdam had mij al eens uitgelegd dat het werken met een kleinoffsetpers eigenlijk een eitje is, maar tussen zeggen en doen zit, naar mijn mening, toch een wereld van verschil. Overigens zat ik van de week ergens een biertje te drinken toen ik in gesprek kwam met een Duitse jongen die mij vertelde dat hij werkte bij een projectontwikkelaar en daar onder andere ook een kleinoffsetpers bedient. De eigenaar blijkt een Hollander te zijn. Ik ken hem niet, zelfs nog nooit gezien, maar ik weet bijvoorbeeld wel dat de man van een Hollandse vriendin van Fieke, die hier vlakbij woont, daar als manager werkt. Ze ontwikkelen en bouwen appartementgebouwen. Rimsky speelt regelmatig bij het dochtertje van die vriendin, die iets jonger is dan Rimsky. Ze spreekt, net als Rimsky, Spaans en Hollands en samen spreken ze een soort ‘eigen’ taal met elkaar, wat best grappig is om te horen. Maar dat terzijde, besloten is dat wij met de auto gaan, voor ons drieën is dat uiteindelijk veel goedkoper en er kunnen veel spullen van Ed en Nora mee. En we zien ook nog wat, want geen van ons is ooit op het vasteland van Spanje geweest! Tegen het eind van de maand proberen wij een ticket te krijgen voor de ferry naar Cadiz. Vandaar met de auto dus verder, via Sevilla naar Madrid, over de Pyreneëen en langs de westkust van Frankrijk richting Holland.
Fieke vindt het maar niks, maar ze begrijpt wel dat er iets moet veranderen, want het werk wat ik nu doe levert te weinig op om van te leven en onze reserves raken langzamerhand ook op. Oké, ze werkt nog steeds voor de cerámica van Vincente, maar dat levert eigenlijk ook maar weinig op. Haast is dus geboden om andere mogelijkheden aan te boren, vandaar dus dat ik de knoop heb doorgehakt om naar Nederland te gaan. En het zou natuurlijk fijn zijn als ik een maand bij jullie kan komen wonen. In mijn eigen, oude en vertrouwde kamer.

Gisteren ben ik nog even naar La Matanza gereden om nog een paar dingen met Edward te regelen wat de terugreis betreft, maar zover ben ik niet gekomen. Toen ik de poort binnenkwam op weg naar de studio van Edward zag ik Helen op haar terras. Ze lag te zonnen terwijl een pickup, die ze buiten had gezet, een plaat aan het afspelen was. Een groot glas wijn naast zich, ja, wat wil je nog meer. Toen ik haar begroette schrok ze wakker, althans, zo leek het. Ze vroeg of ik misschien ook zin had in een glas wijn en omdat ik toch de tijd voor mezelf had liet ik me makkelijk overhalen. Al pratende werd het later en later en toen ze vroeg of ik de plaat wilde omdraaien omdat er al een tijdlang geen muziek meer klonk zag ik iets ongelooflijks: de plaat was door de warmte helemaal gesmolten!! Als een zwarte pannenkoek droop de zwarte derrie over de draaitafel, er was geen redden meer aan. Inmiddels kwam Edward ook nog voorbij op weg naar huis, zodat ik hem toch nog kon meedelen dat wij donderdag 30 mei met de boot naar Cadiz zullen vetrekken. Hoeven ze dus ook geen huur meer voor de volgende maand te betalen, wat weer een meevallertje is. Het wordt dus serieus.
Ik weet niet, of ik voor die tijd nog zal schrijven, maar ik schat dat wij ongeveer een week later in Holland arriveren (ik heb geen idee hoe lang de bootreis duurt) en naar ik begrijp zullen ook Nora en Edward bij jullie blijven slapen. Het wordt nog druk in de Fahrenheitlaan!
Maar voorlopig wens ik jullie, vanuit Tenerife, ook namens Fieke en de kleine Rims, het allerbeste toe en naar het zich laat aanzien zien wij elkaar al vrij snel. Leuk!

Rimsky

maandag 22 februari 2010

Hoofdstuk 71: De ouders van Fieke op bezoek

Puerto de la Cruz, 27 april 1974

Lieve allemaal,

Inmiddels zijn Fieke haar ouders weer terug naar Holland, maar als wij het goed hebben begrepen dan zouden jullie direct na hun aankomst bij elkaar komen om ervaringen uit te wisselen.
Ma Körner zat op weg van het vliegveld naar Puerto de la Cuz vol bewondering te kijken naar al het bloemenpracht. ’’Veel mooier dan op Corsica”, vond ze. Bij ons huis aangekomen stonden ze beiden vol verbazing te kijken naar de huizenhoge ficussen in onze tuin en de volop bloeiende bouganville bij de ingang naar ons huis. Prachtig vonden ze ons huis, heerlijk zo’n balkon met uitzicht op Puerto de la Cruz.




Verrassend vonden ze het dat ze een logeerruimte hadden helemaal voor zich zelf.
De eerste avond gingen wij naar het vlakbij gelegen restaurant Los Papagayos om een hapje te eten, fantastisch gezellig vonden ze het, lekker gegeten en nagetafeld, daarna moesten wij weer naar boven wandelen. Wij zijn het langzamerhand wel gewend, maar ma Körner kon het niet bolwerken, zo steil, puffend en steunend probeerde ze naar boven te komen, maar na een paar meter kon ze niet meer. Enfin, hoewel het misschien niet verder is dan 100 meter heb ik toch maar de auto gehaald en ze naar huis gereden.
Hoogtepunt was een rondtocht over het eiland, pa Körner raakte niet uitgekeken op de kleurenpracht van de lavawanden langs de weg naar de krater Las Cañadas. De velden vol gestolde lavabrokken maakten indruk, nee, zoiets hadden ze nog nooit gezien.
Op weg naar de vulkaan El Teide kom je langs een restaurant waar wij meestal even stoppen voor sanitaire noodzakelijkheden en om meteen iets nuttigen. Zo ook nu, we zaten heerlijk buiten in de zon te babbelen toen plotseling een auto voor het terras stopte en met veel kabaal en bekend gelach een drietal heren uitstapten. Het bleken Pablo, pastoor Don Jesus en een collega te zijn. Binnen de kortste keren was de rust weg, vloeide de wijn rijkelijk en was pa Körner in gesprek met de heren in… het Latijn! Verbazingwekkend, maar ze begrepen elkaar. Echt lachen, de dag kon niet meer stuk. Later zijn we verder naar El Roque gereden waar pa Körner en Pablo, licht aangeschoten, op een rots luid onduidelijke liederen zaten te zingen met naast zich een duizelingwekkende diepte.


Kortom, we moesten beloven zo snel mogelijk als gasten bij Pablo te komen eten. Ma Körner lachte vrolijk mee, maar begreep er werkelijk niets van.
Het etentje bij Pablo enkele dagen later is op een kleine drama uitgelopen. We waren er al aan het eind van de middag en ook hier vloeide de eigen gemaakte wijn van Pablo rijkelijk. Het eerste glas bij voorkeur drinken met dichtgeknepen neus, de tweede gaat al beter en daarna is het nog maar een kwestie van inschenken en drinken. Pa Körner was uitgelaten en had met iedereen de grootste pret, het eten smaakte goed, de wijn nog beter.


Hoe wij thuis gekomen zijn zal wel altijd een raadsel blijven, maar eenmaal in bed werd er even later bescheiden tegen onze slaapkamerdeur geklopt en daar stond ma Körner met naast zich een hoogst ontstelde pa. Of we even konden komen helpen? Hij had, wellicht door een hoeveelheid iets te veel wijn moeten overgeven en tot zijn grote schrik merkte hij na afloop dat niet alleen zijn maaginhoud maar óók zijn gebit was verdwenen. Hij trachtte nog om zijn boventanden te redden door zijn arm in het toilet te steken op zoek naar zijn prothese, maar de afvoer gaat diep de grond in en dus is weg ook werkelijk weg! Tja, we hebben heus wel veel meegemaakt, maar daar sta je dan…
De volgende morgen is Fieke meteen met haar vader naar een tandarts in de buurt gereden en de conclusie was even simpel als duidelijk: een nieuw gebit! Het heeft een paar dagen geduurd en we lieten ons niet uit het veld slaan en deden wat we wilden doen. Calamaris eten op het zwarte zandstrand van San Marcos, kip eten in Los Cristianos, voor ons heerlijk, voor pa Körner een tantaluskwelling, hoe krijg je een bruin gegrilde kippepoot zonder boventanden afgekloven? En wijn drinken was er uiteraard ook niet meer bij. Lief was het dan ook dat Pablo, toen hij het gebitverhaal had gehoord, ons meteen uitgenodigde om een speciaal voor pa Körner maaltijd te bereiden die ook voor hem makkelijk was in te nemen, puchero genaamd. Toevalligerwijs ook mijn lievelingsgerecht.
Toen Fieke en haar vader uiteindelijk het gebit zijn gaan ophalen stond ons weer een verrassing te wachten, de tanden waren namelijk veel te klein uitgevallen. Voor ons een komisch gezicht, maar een vreemde zag natuurlijk niets. Maar belangrijker… hij kon weer eten en dát heeft hij flink ingehaald.
Hoogst vreemd vonden ze het overigens dat als zij ’s avonds moe naar bed gingen wij nog de stad ingingen omdat het avondleven dan pas begint. Maar ze hebben wel, verzekerden zij ons, ondanks het vervelende tandenverhaal de vakantie van hun leven gehad en dat klonk dan weer als muziek in onze oren. Woeste tijden, en dát met je schoonouders, maar jullie kunnen er over meepraten want het is weer bijna een jaar geleden dat jullie hier waren en wij papa zijn verjaardag bij Pablo hebben gevierd. En ook toen wist ik niet hoe ik beneden was gekomen.
En daarom, last but not least, wil ik papa alvast geluk wensen met zijn verjaardag a.s. 30 april, dat je maar een gezellige dag, of voorzover je overdag moet werken, avond mag hebben. We zullen er eentje nemen op je gezondheid, misschien zelfs wel twee. Nog vele jaren in goede gezondheid namens ons allen toegewenst.

Veel liefs van ons allen, dikke kussen en tot de volgende brief.

Rimsky