Hoi Rims, daar zijn we weer!
Ben ik nu hier de enige normale mens op dit eiland? Uwe, je weet wel, die Duitse vriend van Frank, is opgepakt nog vóór hij zijn softijs machines kon plaatsen! Hij is - onder geleide - met het eerste vliegtuig terug naar Duitsland gebracht. Waarom? Hij had uiteraard een vergunning aangevraagd, maar bij antecedenten-onderzoek moest hij een vingerafdruk laten maken en viel hij door de mand door zijn vijf vingers tegelijk aan te bieden! Ah, wist de immigratiedienst, die heeft meer met dit bijltje gehakt en zodoende! Nou Finger nog, die rare vriend van hem, opgehoepeld, maar die moet eerst de stal verkopen, volgens Frank. Ben benieuwd of ik concurrentie krijg.
Ik heb je vorige keer verteld van een Hollander die ik dagelijks in het Steakhouse hiernaast ontmoet: Jan S. Oók hij had gereageerd op de advertentie van Frank in De Hoefslag. Hij heeft een vriendin, Loes, die volgens zijn zeggen net zo paardengek is als ik, en wilde samen met haar hier die manege opzetten. Alleen… wij waren hem net voor! Een week nadat wij ’ja’ gezegd hadden, kwam hij opdraven en dat was dus te laat.
Hij wil echter hier wel blijven, want hij kan niet meer terug naar Holland. Hij is getrouwd, was een relatie begonnen met Loes en op een avond kwam hij thuis waar hij op de stoep een grote bende aantrof. Zijn vrouw had alles wat hij bezat uit het raam gesmeten en ook zijn sleutel paste niet meer. Enfin, nu is hij toch hierheen gekomen en Loes komt over een maand of zo. Hij is druk bezig met een Hollandse compagnon villa’s te verkopen in Quinta Roja, een urbanisatie in Santa Ursula, hier dichtbij. Onlangs stond hij huilend op mijn stoep en vertelde hij dat hij was geconfronteerd met een gepensioneerde arts, die daar een huis had gekocht. Hij kwam de sleutel halen en samen gingen ze naar zijn prachtige villa, maar daar aangekomen konden ze er niet in: het huis was bewoond door een andere eigenaar. Die man was helemaal overstuur omdat al zijn pensioengeld was gestoken in deze mogelijkheid om hier op de Canarische Eilanden te genieten van een mooie oude dag.
Jan was heel geëmotioneerd en weet zich geen raad: ”blijf ik dit doen - er waren villa’s die al driemaal waren verkocht aan verschillende eigenaren wat mogelijk lijkt te zijn door een zg. eigendomsbewijs, een ‘poder’, niet te verstrekken - of zoek ik wat anders?” Hij wacht nu op Loes en gaat met de eigenaar van die finca praten omdat hij zo geen zaken wil doen. In de Spaanse krant stond een groot artikel over dit soort praktijken op het vasteland van Spanje, waar zelfs Prins Carlos slachtoffer was geworden!
Met de paarden gaat het goed. Ik rij ze om de beurt, want zolang ik geen reclame kan maken is er niet veel te doen. Ingrid loopt de deur plat en verwijt me dat ik geen zak uitvoer. Nou, daarin heeft ze een beetje gelijk, want Bob neemt vaak de ruiters mee de campo in en strijkt zodoende aardige fooien op. Vooral van de vrouwen, die zijn gek op hem. Intussen lig ik met Carol op het dak uit te rusten, haha.
En dat kan onze ‘Inge’ zoals Frank haar noemt, niet hebben! Wat een figuur is die Frank. Hij is een soort beroemdheid hier en ik moet zeggen: hij heeft stijl. Waar ik ook kom, zie ik zijn auto ergens staan en even verder zit hij op een terrasje aan de boulevard aan zijn glaasje melk met een tros vrouwen om hem heen. Laatst was ik bij hem thuis met Thomas en Chris van het Steakhouse een kopje thee drinken en opeens komt Ingrid binnen. Frank kijkt haar onderzoekend aan en vraagt: ”Ist Oma da?” Ingrid antwoord bevestigend en Frank zegt: dan kom je maar een andere keer terug, als je periode over is!” Ik stond paf. Maar de blonde fee niet, hoor: ze draaide zich om en liep weg. Tja, hij kan ze met bosjes krijgen en zij weet dat, maar hij wil zich niet binden, heeft ze me wel eens verteld.
Over dat hondje voor Rimsky: natuurlijk is het zielig om die van zo’n klein jochie af te pakken, maar wie zegt dat het mijn Paquito niet is? Hij lijkt er sprekend op, twee druppels water. Misschien heeft zijn vader hem van mij gestolen! Nee hoor, maak je geen zorgen: er lopen genoeg hondjes rond hier, dus hij heeft zo een ander.
Brengt me op John. John spoort echt niet. Hij heeft een groot litteken over zijn neus van boven tot onder, dus wilde ik het verhaal daarachter wel eens weten. Niet normaal: hij heeft een schip hier liggen, in de haven van Los Christianos, een klein plaatsje in het zuiden van het eiland. Daarmee wil hij met toeristen gaan vissen langs de kust, een goede business dacht hij, maar hij heeft daar een vergunning voor nodig en heeft de advocaat van Frank, Chuchu of zoiets, zo wordt ie genoemd, in de arm genomen. Hij heeft al 10.000,- gulden, zegt hij, vooruit betaald en die papieren komen maar niet los. Elke keer is er weer een ander probleem. Afijn, daarom zit hij ook aardig op zwart zaad, want hij verdient natuurlijk niks. Maar goed, dat schip, een Urker kotter, heeft hij voor een habbekrats op de kop getikt en van Holland hierheen gebracht, samen met een vriend. Het probleem onderweg was het voedsel inslaan, omdat ze bijna nergens in een haven mochten aanleggen. Ze hebben een verschrikkelijke ruzie gekregen, waarbij die vriend hem een hap uit zijn neus heeft gebeten. ”En waar is die vriend nu?” vroeg ik. ”Overboord geslagen,” zei hij. Mijn mond zakte een meter naar beneden van verbijstering. Plots begon hij zo te bulderen van het lachen, dat ik tot nu niet weet of ie het meende of niet.
Enfin, hij spoort niet. Hij had een goed idee: een paardentocht rond het eiland met toeristen. Hij kende wel een paar jongens die dat dolgraag zouden willen en voor mij betekende dat: kassa! Afgesproken: elke dag bellen hoe het gaat en zodra een paard iets mankeert gaat hij/zij naar Puerto terug. Zes paarden nam hij mee en ik nam afscheid met pijn in mijn buik. Ik kon niet geloven, dat ik die vent vertrouwde met bijna ons hele bezit. Gelukkig zijn ze weer terug. Pas toen hij in de woestenij in het zuiden van het eiland was gearriveerd, belde hij op: of ik verse paarden wilde sturen!!!! Je begrijpt het al: ik ben ontploft. Onmiddellijk terug naar huis terug, zei ik woedend, ik laat ze halen met de furgón. De familie van Michelangel heeft ze opgehaald en weer netjes teruggebracht. John vroeg de helft van het geld terug, maar ik vond dat ik dat wel mocht houden om de dierenarts te betalen.
Zo Rims, ik ga slapen. Moet de was nog doen, die ligt te sudderen in het bad. Van wasmachines hebben ze hier niet gehoord, dus moet ik alles met de hand doen. In elk geval zal ik zorgen dat alles schoon is, zodra je op het eiland komt. Nog eventjes en dan…
Dikke zoen en knuffel de kleine van mij.
Fieke
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten