zaterdag 18 april 2009

Hoofdstuk 63: Een korte vakantie in Holland

Het begin van onze vakantiereis naar Nederland ging niet meteen van een leien dakje.
Op de dag van ons vertrek hadden wij ons aangekleed als ’toeristen’, ik had een camera over mijn schouders, Fieke sleepte met een bos bloemen (Birds of Paradise oftewel Strelitzia’s) in haar hand en de kleine Rims liep rond met een speelgoedezel onder zijn arm. In niets waren wij te onderscheiden van andere toeristen. Mijn zakenpartner Theo en zijn Helen kwamen ons nog uitzwaaien en Rims hadden wij vooraf nadrukkelijk verzocht om vooral géén Spaans te praten.


Toen het zover was dat we met de airportbus naar het vliegtuig moesten, passeerden we de controle met onze boardingkaart en paspoort in de hand. Er werd, op een enkele steekproef na, nooit naar het paspoort gevraagd en daar gokten wij dan ook maar op. Toen de kleine Rims als eerste langs de controleur liep zei de man iets aardigs tegen hem en aaide hij hem over zijn haren en tot onze ontsteltenis gaf Rims hem in rap Spaans antwoord! Je zag de man hoogst verbaasd kijken maar hij zei verder niets. Een hoogst ongemakkelijke situatie. Eindelijk waren wij in het vliegtuig, iedereen zat, de deuren werden gesloten en de motoren werden gestart en tergend langzaam begon het toestel te taxieën om plotseling met een schok weer te stoppen. De deur werd weer geopend, een trap werd tegen het vliegtuig geplaatst en een tweetal heren kwamen het toestel in en er volgde voorin een druk gesprek tussen de beide mannen en een stewardess. Lijsten werden vergeleken, er werd steeds naar achter gewezen, weer in de lijsten en naar binnen gekeken terwijl Fieke en ik alles met angstzweet volgden. Het zou toch niet waar zijn dat… maar na 5 minuten verdwenen de heren weer, de deur werd weer gesloten en voor we het goed en wel beseften stegen wij schuin in een grote bocht op, richting Holland.
Over onze vakantieplannen naar Holland had Fieke met geen woord met haar ouders en verdere familie gerept. Ze wilde, als verrassing, plotseling voor hun neus staan.
Op de dag dat Fieke haar ouders hun 35-jarig huwelijksfeest met de hele familie gingen vieren waren wij al vroeg in de middag in De Meern, waar haar ouders ook sinds enige tijd woonden. Bij een cafetaria vlakbij gingen wij iets drinken en Fieke belde ondertussen haar ouders op om ze te feliciteren en zowel haar vader als moeder kwamen aan de lijn en vertelden hoe erg ze het vonden dat wij er niet bij konden zijn. ”Ja, dat is dan wel weer een groot nadeel als je zó ver weg woont, je kunt er nooit meer bij zijn! Maar het lijkt wel of je vlak bij bent, zo duidelijk kunnen wij je verstaan..!”
Nadat Fieke haar ouders nog heel veel liefs en een plezierige dag had toegewenst stapten wij, met de bos Strelizia’s, richting Laan 1940-1945 om ze te verblijden met onze aanwezigheid! En waarachtig, dat was een geslaagde verrassing waarbij menig traantje vloeide.

Na 14 dagen wilde ik weer terug naar Tenerife, het werk riep en ik had het wel weer gezien in Holland, maar helaas konden wij niet samen terug reizen, want de vliegtuigen zaten vol. Nog één ticket kon ik bemachtigen, twee andere tickets waren voor een week later. Dus bleven Fieke en de kleine Rims achter.

Onze paspoorten waren na onze terugkomst weer voor drie maanden ’in orde’ en wij hielden ons voor om vanaf nu alles correct af te handelen en te werken aan onze permanencia (verblijfsvergunning).