vrijdag 30 januari 2009

Hoofdstuk 45: Edward en Nora

La Oratava, 27 februari 1973

Lieve allemaal,

Net thuisgekomen van een tochtje per paard met Edward en Nora en ze zijn, tot nu toe, geweldig enthousiast. Ja, hun aankomst was niet de meest gelukkige. Eind van de morgen stond Edward plotseling voor Fieke haar neus, helemaal alleen, want hij was met iemand meegereden.
Wat bleek? Prins Juan Carlos zou vandaag de nieuwe autopista van Santa Cruz naar Puerto de la Cruz komen openen. De weg was afgesloten voor verkeer, maar aangezien Edward nog geen woord Spaans kan lezen reed hij gewoon door de waarschuwingsborden en verbaasde zich er over dat hij als enige van die weg gebruik maakte. Maar halverwege was het over en moest hij van de weg af en kwam meteen met zijn voorwiel in een diepe kuil terecht waarbij de imperial en een hele hoop spulletjes met een klap van het dak viel. Het gevolg was natuurlijk een behoorlijke schade aan de auto. Terwijl Nora bij de auto bleef zitten ging Edward dus met een hulpvaardige Spanjaard richting ons adres. Toen hij het adres aan die man had laten zien wist de man genoeg en werd keurig bij onze stal er afgezet. Met enige wanhoop vroeg hij aan Fieke of ze misschien een vrachtwagen kon regelen om zijn spullen op te pikken waarna hij dan met Nora verder kon rijden. Uiteindelijk is alles goed gekomen en kon Fieke beiden naar hun nieuwe appartement brengen. En wat de schade betreft, dat wordt gerepareerd, uiteindelijk hebben we niet voor niets een vriend met een autospuiterij!
Inmiddels hebben ze alle discotheken en de meest populaire bars al gezien, want daar draait het hier toch om, niet?
Ook zijn wij op al op bezoek geweest in hun appartement waar ze reuze enthousiast over zijn.
In de vijf dagen dat ze hier al zitten hebben ze ervaren dat elke dag een gekke dag is, althans bij ons. Want gelijk met Ed en Nora zijn er ook kopers voor de stal gearriveerd, een Hollander en een tweetal Duitsers. Die waren begin van het jaar al bij ons geweest om paard te rijden en vertelden toen graag de stal over te nemen, maar dat hebben wij toen voor kennisgeving aangenomen.
Plotseling stonden ze weer voor onze neus en toen Fieke vertelde dat er ook al een Hollander een afspraak had voor die avond waren ze geschrokken en vertelden echt serieuze overnameplannen te hebben.
De Hollander, die samen met z’n oudste zoon op het eiland was, is een goeie vijftiger en heeft vijf kinderen. Is welgesteld en wil weer eens wat anders.
Die Duitsers zijn jong en willen de stal, samen met nog een vriend, kopen. In principe is de stal verkocht, aan wie dan ook.

De Hollander was aardig (hoewel ook wel erg saai) en wilde de stal graag kopen, maar er is een woonprobleem, want inderdaad kan hij niet met zijn hele gezin in ons stulpje wonen. Naast ons echter is er een nieuwe urbanisatie en daar wil hij dan een huis kopen of huren, dat is ongeveer één minuut van de stal lopen, zelf wil hij iets met de fabricage van tegels gaan doen. De rijstal is bedoeld voor zijn oudste kinderen.

Beide partijen ontmoetten elkaar ’s avonds bij Pablo, alwaar wij de zaken zouden bespreken, en die Hollander wilde zelfs onze vraagprijs verhogen. Maar die Duitse jongens kunnen niet meer betalen dan onze vraagprijs en konden dus wel huilen toen ze dat hoorden. Ze zijn werkelijk zo enthousiast.
Pablo bracht de ene karaf rode wijn na de andere op onze tafel en hoe later de avond werd des te vrolijker werd het gezelschap. Uiteindelijk gingen wij naar huis en aangezien iedereen met de taxi naar boven was gekomen nodigde ik ze uit om in mijn auto naar beneden te rijden. De terugweg verliep, ondanks het feit dat wij met zo’n zes man in de auto zaten, goed tot dat ik het pad naar ons huis wilde opdraaien. En toen ging goed mis, de bocht was te scherp en de auto te zwaar en voor dat ik ook maar iets kon doen hing de auto met beide linkerwielen zo’n 2 meter boven een bananenplateau. Ondanks het feit dat ik tegen mijn passagiers achterin zei om aan de rechterkant uit de auto te stappen werd de deur toch links geopend en gleden ze, alsof het een glijbaan was, zo de duistere diepte in. Ik heb ze niet meer gezien! Hoe vader en zoon uiteindelijk zijn thuisgekomen is mij verder geheel ontgaan…
De volgende dag kwamen ze nog langs om afscheid te nemen met het uitdrukkelijke verzoek om in mijn brief die ik nog zou schrijven over de prijs van de koop- of huurhuis, met geen woord over deze avond te schrijven! Moeder de vrouw mocht echt niets weten..!
Vanavond komen die Duitsers weer terug om alles rond te praten. Kunnen ze mij meteen mooi helpen om mijn auto weer op het (rechte) pad te krijgen!

Eind van deze maand gaan Theo van Gent en ik met Taurus verhuizen, want we barsten letterlijk het huis uit, dat heeft als grote voordeel, dat Edward direct bij ons kan werken. In het nieuwe huis die Helen, de partner van Theo, heeft gekocht krijgen we een zee aan ruimte.
Ook met Edward hebben wij grote plannen en hoewel we hem toch maar niet in loondienst nemen, hebben we alsnog een werkelijk goed voorstel in gedachten. In principe komt het er op neer, dat hij deelgenoot wordt in onze andere zaak (lithografie) en maandelijks een garantiebedrag krijgt die, al naar gelang het werk binnenkomt, kan uitgroeien tot een redelijk inkomen. Daarbij nemen we alle kosten op ons voor materialen en betalen de helft van al zijn al gekochte of nog te kopen spullen.
Dat is meteen een grotere zekerheid voor hem. Maar het hangt natuurlijk wel af wat Edward er zelf van vindt.

Ach, eigenlijk valt er zoveel te vertellen, maar alles hangt op dit moment van een paar dingen af waarin diverse besluiten moeten vallen die onze plannen een volledige wending gaan geven.

Alle drukte die alles met zich meebrengt is een van de redenen dat ook Fieke niet schrijft, als we even alleen zijn dan is er zoveel te bespreken, dat schrijven er bij inschiet.
Zeker is, dat hier alles naar behoren reilt en zeilt, Edward en Nora gelukkig zijn, dat Edward z’n Ronald (Ronnieboy) mist en van de ene verbazing in de andere valt.

Met de paarden verdienen we momenteel goed (en dat voor een regenmaand) en de Taurus zaken zijn boven verwachting.
De kleine is gezond (en brutaal) en is helemaal in zijn nopjes met Edward en Nora. Logisch!
Mochten jullie Martin en Ina nog spreken, ook zij krijgen nog een uitgebreide brief, maar echt, ik heb nu geen tijd. Plus het feit, dat ik niets voorbarig wil schrijven.

Veel liefs, ook van Fieke en de kleine drol en tot spoedig schrijfs.

Rimsky


Even de brief aanvullen:
Die twee Duitse jongens hebben ons handgeld gegeven en zijn nu naar Duitsland terug om alles in orde te maken. Over ongeveer drie weken keren ze terug (met contanten) en maken we het zakelijk helemaal rond.
Natuurlijk moeten we het huis uit, maar ook daaarvoor heeft Fieke al een oplossing gevonden in de vorm van een prachtig huis. Mama zal het wel weten, het zijn de huizen waar je op kijkt vanaf ons terras. Het ligt een minuut lopen vanaf de stal. Het huis bestaat uit een royale woonkamer, twee behoorlijke slaapkamers, een werkelijk zeer moderne keuken met alles er op en er aan, mooie badkamer met toilet en een extra gastentoilet. Geheel gestoffeerd en gemeubileerd.
Kortom, als je (of jullie) komen dan hebben we iets aan te bieden.

Vandaag is Edward polshoogte gaan nemen wat er zoal gebeuren moet aan zijn nieuwe werkruimte en ik verwacht dat begin maart alles voor elkaar zal zijn en wij ook in La Matanza kunnen starten.
Daar tussendoor liggen er al enkele foto-opdrachten te wachten en kan Edward intussen al wat geld gaan verdienen.

Zo, dat was in het kort een overzicht van de gang van zaken alhier.

Nogmaals het allerbeste en veel liefs van ons allen.

Rimsky

Hoofdstuk 44: Plannen voor La Matanza

La Orotava, 27 januari 1973

Lieve allemaal,

Zo, hier is weer de gebruikelijke brief. Gisteren jullie brief ontvangen, dus mijn laatste brief heeft zich met die van jullie gekruist.
Daar gaan we dan. Met ons gaat alles naar wens, misschien meer dan dat. Gezondheid oké (ook hier heeft griep geheerst, alleen Fieke is slachtoffer geweest) terwijl het weer zomers genoemd mag worden. ' t Is hier in ieder geval flink warm.

In de stal staan twee nieuwe paarden, pensionpaarden wel te verstaan. Van die Duitse jongen die neergestoken is. Zijn moeder is momenteel hier om de paarden te verzorgen en om de zaken af te sluiten. De resterende paarden (drie) kan ze nergens kwijt. Zelf hebben wij ook geen plaats meer en dat is jammer. Ik ben benieuwd wat daarmee gebeuren gaat. Overigens, die pensionpaarden mogen we, zolang ze hier staan, volop gebruiken. Daarom vragen wij er niets voor en dat spaart onze paarden uit en dat komt goed uit.
De maand januari was, zakelijk gezien, uitstekend met een minimum aan arbeid. Het gekke is, dat Fieke er steeds minder voor voelt om de stal te verkopen, maar het is de wetenschap dat je niet vrij bent. En we willen zo graag op vakantie!

De zaken met onze reclamestudio gaan geweldig. We barsten zogezegd van het werk en ieder adres die Theo bezoekt is praktisch raak. We kunnen het bijzonder goed met elkaar vinden, trouwens, veel zie ik hem niet, hij is vrijwel de hele dag op pad.
Dat we een ideale combinatie vormen hebben anderen ook ontdekt, er zijn er al twee concurenten geweest die zich bij ons wilden aansluiten. Maar dat doen we niet en geven er de voorkeur aan samen de zaak verder uit te bouwen.
We hebben een goede omzet gemaakt en de gedachte dat we met ’Donde y Que’ toch altijd een vast inkomen hebben is prettig. Je kunt hier nog steeds een zaak beginnen waarmee geld is te verdienen, maar dat komt hoofdzakelijk door het ontbreken van belastingen!

Edward en Nora staan nu denkelijk ook op de drempel om te vertrekken of ze zijn al vertrokken en ook Edward komt, als hij dat wil, in Taurus dienst. Want we denken er wel hard over om Edward voorlopig maar gewoon in vaste dienst te nemen, dat geeft, vooral in het begin, meer vastigheid voor hem.
Maar hoe we dat allemaal in het vat gaan gieten zien we wel als ze hier zijn en hij ook wat meer kan overzien hoe de situatie is. Voorlopig hebben we voor hem een opdracht aangenomen voor het maken van vijftig kleurendia‘s, te maken over het hele eiland en dat hoeft pas klaar te zijn in mei. Dus een mooie start.
Dat betekent dus een leuk bedrag plus het feit, dat hij meteen het eiland goed leert kennen. 'We hebben twee uitstekende, professionele camera's, dus hij kan direct aan de slag.
Overigens, na mijn laatste brief vindt er weer een verandering plaats, want we hebben de knoop doorgehakt om toch maar naar La Matanza te verhuizen, dit mede door het feit dat de autopista binnenkort opengaat en daardoor de rij-afstand naar Puerto de la Cruz zeker 15 minuten korter is. En aangezien we druk en plaatsingsopdrachten in Santa Cruz onderbrengen, zitten we goed centraal.
Dat betekent tevens dat Edward bij ons zijn donkere kamer kan inrichten maar ook, dat hij mij kan assisteren. Enfin, dat bespreken we wel na zijn aankomst. Woonruimte is op dit moment moeilijk te vinden, maar Fieke heeft wel een appartement gevonden waar ze meteen in kunnen trekken, woonruimte met alles er op en er aan, dus gemeubileerd en gestoffeerd en een compleet ingerichte keuken.

Van de kopers voor de stal hebben we op dit moment verder niets gehoord, maar ik denk dat wij meer horen als ze geboekt hebben om hierheen te komen. We wachten gewoon af.
Zo, dat zijn, dacht ik zo, geen sombere geluiden en mocht het met de verkoop van de stal niet direct lukken, dan is er nog geen man overboord, we wonen hier goed en prettig (zeker met de laatste voorzieningen) en gaan dan beginnen met ons fincahuis op te knappen, slaapkamer moderniseren, badkamer uitbreken en groter maken. Samen verdienen we uitstekend en met de paardenverhuur kunnen we goed leven. Een slappe tijd is makkelijk te overbruggen. Maar ja, bij ons kunnen er feitelijk nooit plannen gemaakt worden, vandaag weten we nog niet, of morgen alles bijvoorbeeld verkocht is. Dat houdt de spanning er in...

Van John hebben we verder niets meer gehoord.
Wel is het stijlloos dat hij niet eens de moeite genomen heeft om jullie even te bellen toen hij in Holland was. Enfin, in een van mijn brieven heb ik al eens gesuggereerd wat hij wel eens aan het doen zou kunnen zijn.

Of Fieke ook weer eens schrijven wil, vroeg je nog, nou, dat zal ze heus wel doen maar klaagt steeds, dat ik al het gras voor haar voeten wegmaai met mijn schrijverij.
Met de kleine Rims gaat het nog steeds uitstekend en hij spreekt steeds beter Spaans. Klinkt leuk.

Wij wensen jullie al wat goed is en van Fieke en Rims een flinke pakkerd.

Rimsky

dinsdag 27 januari 2009

Hoofdstuk 43: Storm

La Orotava, 21 januari 1973

Lieve allemaal,

Net wil ik beginnen met het schrijven van deze brief of Rims komt naar me toe en schopt mij, weliswaar met zijn blote voeten, tegen mijn enkels en zegt laconiek: ’sorry, hoor!’ En verdwenen is hij. Kennelijk een nieuwe gril die hij op school heeft geleerd, trouwens, na drie weken vakantie waren we ergens wel blij dat hij weer naar school moest. Hij begon erg veel kattekwaad uit te halen, trok zich nergens iets van aan en deed precies waar hij zin in had. Maar beter zó dan een Flip Fluweel, zullen we maar denken.
Alles gaat verder zijn gangetje, Fieke druk met de paarden en ik met de zaak. Die nieuwe regeling van Fieke is ideaal, ’s morgens alleen de paarden verzorgen en ’s middags twee of drie uur uit rijden. Zo heeft ze meer tijd voor zich zelf en de inkomsten lijden er ook niet onder. De klanten accepteren het en de paarden varen er wel bij, ze zien er uitstekend uit en zijn tevreden. Wat wil een paard nog meer?

Afgelopen weekend was erg angstig. Er is een enorme (tropische) storm over het eiland geraasd. ’s Nachts werden we al wakker omdat de gebruikelijke koelte veranderde in een onaangename warmte. De volgende dag was het bloedheet, er waaide een zuidoostelijke wind, dus die kwam uit Afrika en bij elke stap die je deed brak het zweet je uit. Ook de paarden in de stal waren ongebruikelijk rumoerig. De lucht zag roodachtiggeel en plotseling veranderde de inmiddels krachtige wind in een enorme storm. Het eiland veranderde in korte tijd in een puinhoop. Talloze bomen zijn uit de grond gerukt, hele bananenplantages zijn verdwenen, de witte huizen veranderden in gele, stoffige gebouwen, het uitzicht was verdwenen, je kon bijna geen hand voor ogen zien. De zee bulderde, we hoorden het, dachten wij, zelfs op deze hoogte! En toen waren, tot mijn grote schrik, mijn sigaretten op en moest ik zo’n halve kilometer verderop naar een bar lopen om nieuwe te kopen. De weg was levensgevaarlijk omdat enorme boomtakken, stukken hout en golfplaten door de lucht vlogen. Hoe ik levend thuis ben gekomen is me een raadsel, ik heb doodsangsten doorgestaan, maar dan wel met sigaretten in mijn zak. Met z’n tweeën hebben we ons terrasafdak moeten vasthouden die wij later met touwen aan grote zware stenen hebben vastgezet, en zo ging het twee dagen door… van slapen kwam niet veel. En net zo plotseling als het begonnen was hield het op, overal waar je keek leek het wel of er oorlog was geweest, de schade is enorm groot, maar de warmte is gebleven. Zoiets wil je voor geen tweede keer meemaken en zelfs Spanjaarden die hier geboren en getogen vertelden angstig zoiets nog niet eerder te hebben meegemaakt.

Verdere reacties over de verkoop van de stal hebben wij op dit moment niet meer gehad en ik ben maar wat druk geweest om iedereen op zijn vragen te beantwoorden. De meest gekke vragen worden er gesteld, vragen waar wij zelfs geen antwoord op kunnen geven. Het is nu maar afwachten of we hierop weer reacties op krijgen.

Het meest schokkende wat je ons schreef was het bericht dat Martin weer naar zijn werk moet, alsof hij een klein griepje heeft gehad. Wel fantastisch dat zijn werkgever hem meteen met open armen ontvangt en rekening houdt met zijn welzijn.
Maar ondertussen moet hij wel weer advertenties gaan maken voor De Prijsbreker en Blokker, of personeelsadvertenties voor ziekenhuizen, iets waar die Wietje goud geld mee verdient maar Martin doodziek van wordt.

Intussen is John niet meer op het eiland. Na een boete van 50.000 pesetas moest hij alsnog het land uit, althans, eerst een stempel halen in een ander land waarna hij van voren af moet beginnen. Een reis zonder einde lijkt het wel. De berichten als zou hij de boot inmiddels verkocht hebben lijken ons meer een afleidings-manoeuvre voor de buitenwereld om zijn illegale plannen tot stand te brengen. Ik bedoel dus eigenlijk in goed Nederlands: smokkelen… maar ik kan er geen zinnig woord over schrijven omdat we niets weten. Ik hoop alleen dat hij geen domme dingen doet, anders is alles weg en helemaal voor niets geweest.

O ja, mijn auto wordt binnenkort deels opnieuw gespoten. Mijn hele zijkant was langs een muur geschaafd na een kortstondig bezoek aan Pablo’s wijnkelder in Pino Alto. In die kelder mogen alleen maar mannen komen en dan met name alleen maar vrienden (alleen Fieke is er ook wel eens in geweest, maar dat was werkelijk een uitzondering). Langs de wand liggen enorme tonnen opgestapeld met wijn die Pablo zelf maakt en aan de balken van het plafond hangen grote hammen en worsten. Binnen een kwartier ben je helemaal toeter, ondanks de kleine glaasjes waarin hij de wijn schenkt!
Een van die vrienden van Pablo is Andrès die een tweetal autoschadebedrijven heeft. Een in La Orotava en een in Santa Cruz. Hij heeft me aangeboden om mijn auto over te spuiten en dat allemaal voor… nada oftewel voor niets!
Op bijgaande foto zie je Fieke, Andrès en de kleine Rims, in de hoek liggen de betonblokken waarmee wij het terrasdak voor de storm hadden beschermd.


Theo en ik hebben het nog steeds razend druk, over het algemeen gezellig werk, maar ja, het is voor toeristen bestemd en dat moet gewoon gezellig zijn.

Nou, tot zover deze brief maar weer, er gebeurt veel maar niet alles kan ik opschrijven, anders komt er geen eind aan.
Binnenkort verwachten wij dus Edward en Nora op het eiland en wij gaan zo langzamerhand gaan we woonruimte zoeken voor ze. Maar wij moeten wel precies weten wanneer ze komen in verband met het vastleggen ervan.

O ja, Ton en Hanneke komen in mei naar ons toe, en dat is leuk. Hoe staat het met jullie plannen om hierheen te komen?

Ook namens Fieke de hartelijke groeten, veel liefs, ook van de kleine.

Rimsky

donderdag 22 januari 2009

Hoofdstuk 42: Naïef

La Orotava, 14 januari 1973

Lieve allemaal,

De eerste maand van het nieuwe jaar is nog maar halverwege en we hebben al het nodige meegemaakt.
Vorige week zondag kwam er een groep naar boven om te rijden. De leider van dat gezelschap vertelde dat hij Fieke goed kende van de Plaza Toros tijdens zijn vorig bezoek aan Tenerife en dat hij mij nog niet eerder had gezien omdat ik toen nog in Holland zat. Hij was dus goed geïnformeerd en omdat Fieke bedlegerig was vanwege een griepaanval, heb ik ze op weg geholpen. Daarna vertelde ik aan Fieke dat er een bekende aan het rijden was en toen het groepje terug was en op het terras ging zitten kwam Fieke, die een beetje was opgeknapt, er ook bij. Maar ja, er zijn al honderden mensen bij ons geweest en Fieke kon zich deze man niet herinneren. En dat kan natuurlijk. Met het hele gezelschap hebben wij nog wat wijn zitten drinken en toen vertelde de man (ik schat hem op zo’n dertig jaar oud) dat hij met zijn twee zusters een zeiltocht ging maken zodra zijn ouders met hun jacht op Tenerife zouden aankomen. Zijn ouders zouden hier voor een half jaar blijven. Zijn vader was, vertelde hij verder, eigenaar-geneesheer van een groot ziekenhuis in Duitsland en bracht zelfs twee eigen rijpaarden mee. Die kwamen met een vrachtschip mee! Interessant, en omdat ook Fieke zo haar paarden hierheen had gebracht, heb je al snel een gemeenschappelijk onderwerp om er over te praten.
Al met al kwam hij daarna elke dag rijden en bracht vrij veel klanten mee, was royaal en zelfs voor de kleine bracht hij altijd wel iets lekkers mee.
Van hem hoorden wij dan ook dat John wel degelijk gelijk heeft met de invoerrechten die vanaf januari voor vissersboten is komen te vervallen, dit in verband met nieuwe EEG-regels.

Een uitnodiging om op het jacht te komen eten ging helaas niet door omdat het nog niet gearriveerd was (het jacht zou voor de haven van Puerto de la Cruz voor anker gaan), maar hij vertelde ons wel dat hij het met zijn ouders zou regelen om de paarden bij ons te stallen. Niet gek zo’n aanbod, zeker als je weet dat we daar 50.000 pesetas mee kunnen verdienen!
Enkele dagen geleden vroeg hij Fieke, onder vier ogen, of hij 1.000 pesetas kon lenen tot de volgende ochtend en een dag later om nog eens 3.800 pesetas, want hij kwam dat bedrag te kort voor een cadeau voor zijn moeder. Die was inmiddels gearriveerd maar nog in Santa Cruz gebleven in afwachting van de paarden die daar met de boot zouden arriveren.
Maar, zo verzekerde hij ons, ’s avonds zouden we wel kennis maken met zijn ouders en ergens gaan eten in verband met de verjaardag van zijn moeder. ’s Middags zou hij nog met een grote groep komen om paard te rijden en ook meteen alles terug betalen. En Fieke die nooit, maar dan ook nooit geld aan iemand leent heeft het, na ruggespraak met mij weliswaar, alsnog gegeven!
Om vier uur zou hij komen maar toen het al half vijf werd en hij nog steeds niet verschenen was ben ik in de auto gestapt en naar Puerto de la Cruz gereden.
Al snel begreep ik dat het foute boel was en dat meerdere mensen hem geld hadden geleend, zelfs de eigenaar van het hotel waarin hij logeerde!

Teruggekomen in La Orotava bleek Claus (zoals hij zich had voorgesteld) wel degelijk met een groep mensen aan het rijden te zijn en bij zijn terugkomst was hij vrolijk en monter en verzekerde ons ’s avonds kennis te kunnen maken met zijn ouders tijdens een gezellig etentje. Hij zou Fieke haar geld dan ook meteen teruggeven.
Eenmaal in het restaurant, waar ook andere genodigden bij waren, vroeg hij zich verbaasd af waar zijn ouders toch bleven, maar hij bestelde inmiddels een uitgebreid diner bestaande uit een kop soep die niet te vreten was. Wij voelden ons behoorlijk beetgenomen en ik ging na de soep met de kleine naar huis terwijl Fieke achter bleef om zoveel mogelijk te weten te komen via de andere gasten. Al snel bleek dat vrijwel iedereen uit het gezelschap geld had ’geleend’ aan Claus.
Inmiddels zijn wij bij de politie geweest om een aanklacht in te dienen en daarna naar de Duitse consul. Maar die bezoeken hadden wij ons net zo goed kunnen besparen. Claus is heimelijk uit zijn hotel en met de noorderzon vertrokken, zonder ook maar een peseta te hebben betaald.
En nu hoor ik jullie zeggen dat het jullie nooit zou zijn overkomen, maar alles was zo geraffineerd gespeeld dat je er wel intrappen moest. Een gentleman-oplichter pur sang!
En wat we ook nog bij die consul te weten zijn gekomen is dat het verhaal over die invoerrechten van vissersboten volkomen lariekoek was. Waarvan akte!

En dan te bedenken dat ik nog bij het haventje van Puerto de la Cruz heb staan kijken en mij bezorgd heb afgevraagd hoe in Godsnaam daar een jacht voor anker kon liggen en hoe ze eigenlijk aan land moesten… naïef hè? Al met al was het natuurlijk niet veel geld en hij bracht altijd veel klanten mee die wel betaalden, dus de schade is beperkt gebleven, maar je voelt je toch belazerd.


Van Martin en Ina hebben wij al een tijd niets meer gehoord en we beginnen toch te geloven dat André zijn brieven en zijn verdere gestook geen goed heeft gedaan aan onze vriendschap. Ik zal zo snel mogelijk een brief sturen zodat ze weten dat we nog steeds met ze meeleven.

Tot zover ons relaas tot op heden, ook namens Fieke en de kleine veel liefs toegewenst en een dikke smakkert voor allemaal.

Rimsky

Hoofdstuk 41: Sneeuw

La Orotava, 6 januari 1973

Lieve allemaal,

Veel nieuws valt er niet te vertellen, er is maar bitter weinig gebeurd. Althans, voor ons doen.
Kerst hebben wij in alle vrede gevierd onder onze witte Knirps-kerstboom. Na een uur puzzelen stond deze dwergboom, niet hoger dan ongeveer 1,5 meter, een tiental ballen er in en klaar. De kleine vond het geweldig en was al helemaal enthousiast toen hij de volgende ochtend pakjes onder de kerstboom zag liggen.
Eerste kerstdag waren we dicht, het weer was schitterend en we hebben ons vermaakt met… niets doen. ’s Avonds op het terras hebben we het met veel kaarsen gezellig gemaakt en fondue gegeten. Het was vreemd om zo Kerstmis te vieren maar wel reuze knus.
Tweede kerstdag kennen ze hier niet, dus ging het gewone leven weer normaal verder.

Oudejaarsavond hebben wij gevierd bij Jan en Loes in La Matanza, waar ze een mooi huis hebben. Helaas werd de in het begin zo gezellig begonnen avond hevig verstierd door de voor deze gelegenheid overgekomen oudste dochter van Loes met hysterische uitvallen en zelfs de champagne kon het feest niet meer redden. Tja, misschien volgend jaar beter!

In verband met de plannen voor de verkoop van de stal en omdat ik niet meer mee kan helpen rijdt Fieke nu uitsluitend ’s middags uit en het is vrijwel elke dag volgeboekt. Dus geen reden tot klagen. Ook de schriftelijke reacties voor de aangeboden rijstal komen nog steeds binnen en er zitten een paar heel serieuze gegadigen bij. Een vrouw, toevallig hier op vakantie, is al bij ons geweest en was reuze enthousiast, maar ze wilde er met vijf man van leven, dat hebben we haar dus afgeraden. Dat lukt natuurlijk nooit.

Ja, en dan het belangrijkste natuurlijk, nog hartelijk gefeliciteerd met het huwelijk van Edward en Nora. De kaart die wij ontvingen, overigens erg smaakvol, gaf wel de indruk dat het sobertjes is gehouden. Gelijk hebben ze.
In ieder geval is dit dus de tweede schoondochter die jullie gaat verlaten en haar man meeneemt. De familie wordt aardig uitgedund. In ieder geval weet je waar we wonen, als je weer hierheen komt ontmoet je meteen de meeste van je jongens!

Met onze zaak, Taurus, gaat het goed en ons tijdschrift Donde y Que is vrijwel drukklaar. Ik ben benieuwd hoe het er uit gaat zien, het zijn en blijven natuurlijk wél Spaanse drukkers.

De dagen zijn weer heerlijk warm (de avonden wel wat kil, maar we zitten hier dan ook 600 meter boven de zeespiegel), op de bergen ligt sneeuw en de vulkaan El Teide is spierwit. Om de winter zo door te brengen is geen straf.
Laatst nog met de auto naar boven geweest, maar op 2200 meter hoogte lag de sneeuw al zo hoog dat verder rijden onmogelijk werd. De kleine vond het reuze spannend en ik denk dat hij zich de sneeuw uit Holland niet meer kan herinneren.

In een van mijn vorige brieven schreef ik al dat we geen hond meer over hadden. Maar twee dagen geleden kwam ik thuis en werd hartelijk begroet door… Paquito. Het beest was helemaal uit de bergen terug komen lopen en heeft ons huis gevonden.
We hebben hem nu, en daar ben ik best blij mee, hier gelaten en aangezien de twee andere honden er niet meer zijn is hij een stuk rustiger en gaat ook niet meer achter de kippen aan. Die hebben we overigens al een tijd niet meer gezien en zijn dus denkelijk allemaal al door Paquito opgevreten! In ieder geval een zorg minder.

Tot zover deze brief, ontvang onze beste wensen en veel goede gezondheid voor het nieuwe jaar en onze wens is dat we elkaar dit jaar vaker mogen zien.

Rimsky

maandag 19 januari 2009

Hoofdstuk 40: Grote gitaar

La Oratava, 24 december 1972

Lieve allemaal,

Het lange wachten op een brief van ons moet maar weer eens gezocht worden bij de Spaanse post. Denkelijk zal onze brief voor jullie en die voor Ed en Nora inmiddels gearriveerd zijn.

Wel moet ik zeggen dat we het inderdaad reuze druk hebben, Fieke met haar paarden en ik met mijn reclame-bezigheden en daardoor is het schrijven behoorlijke achterop geraakt.
Zelf stap ik tegenwoordig 's morgens vroeg de deur uit, ga tussen de middag ‘even’ eten en kom dan vervolgens laat thuis.
Hoewel de maand december, wat de paarden betreft, stil begon, loopt het momenteel weer als een tierelier en dat is te danken aan het feit, dat het Kersttoerisme weer is gearriveerd.
Komt nog bij, dat onze ‘concurrent’ door de een of andere dronken Schot is neergestoken door een messteek dwars door zijn buik (’n vrouwenaangelegenheid!) en nooit meer in staat zal zijn dit bedrijf verder uit te oefenen. We zijn dus nu weer de enige manege op dit eiland, maar zijn daar niet bepaald blij mee. Op zich was het wel een aardige jongen maar we hadden er niet bepaald veel last van.

Het is op dit moment zondag 24 december en dus een dag voor Kerst. Onze kerstboom (wit, opvouwbaar en van Japanse makelij) staat in de huiskamer en de kleine Rims is er vol van.
Onze drol is de laatste tijd geweldig en vooral de Kersttijd spreekt hem erg aan.
Vanmiddag nog trad er een kamerorkest op de t.v. (zondags is er altijd een concert, erg mooi) en hij vond het maar vreemd dat er een man bijzat met een zo’n hele grote gitaar… maar het was een cello!

In onze hondenbestand is er in twee dagen tijd veel veranderd. Paquito hebben we weg moeten doen vanwege het feit, dat hij de kippen opvrat van een Spaanse buurman waar ook de paarden al aan de bananenbomen hadden geknabbeld. Er is nu door de eigenaar van onze finca een 100 meter lang hek geplaatst. De paarden kunnen dus niet meer bij de bananenbomen, maar Paquito hebben we bij een Spaanse familie in de bergen ondergebracht die er dolgelukkig mee was, althans, dat hoop ik! Ikzelf ben er niet blij mee, integendeel, ik was toch wel gehecht aan die hond. Ondanks alle rottigheid die hij uithaalde, zoals vlees van de aanrecht stelen, schoenen van Fieke tussen de bananenbomen verstoppen, paardeborstels jatten, enz.

Verder heeft de kleine Chiquita een gevecht geleverd met een rat en hij heeft hem ook dood weten te bijten, maar die rat heeft hem, nog net voordat hij stierf, een knauw gegeven in een slagader en Chiquita is daarna doodgebloed. We hebben nog uren zijn wond dichtgeknepen, maar hij stierf in onze handen. Erg triest allemaal. Volgens Rims is Chiquita nu bij ’onze Heere...’
En tot slot is onze ’lachende hond’ Saltin overreden. Saltin rende altijd trouw met Fieke en de paarden mee de bergen in, overal waar Fieke was was Saltin ook te vinden. Bij het oversteken van de weg werd hij gepakt door een veel te hard rijdende Spanjaard (die trouwens niet eens stopte) en Saltin was op slag dood. Wij hebben hem tussen de bananenbomen begraven. Wat nog rest is een poesje, ik zou niet eens weten hoe we daaraan gekomen zijn.

Het heeft de afgelopen dagen gestormd, hele wegen zijn door het naar beneden stromende water kapot gegaan en vele bananenbomen geveld. Oók bij onze buurman, dus alle drukte over een paar bananenbladeren waar onze paarden aan hadden geknabbeld, was voor niets. De storm heeft hem zeker twintig tot dertig bomen gekost.

De reacties op onze advertentie over de verkoop van onze rijstal is overweldigend en we verwachten na de Kerstdagen nog veel meer brieven. Van van de Meerdink hebben we inmiddels al een brief ontvangen, maar er waren veel meer serieuze kopers in spé. Enfin, we zullen wel zien.

Theo en ik hebben nu officieel samen een reclamestudio opgericht met de naam ‘Taurus' en het loopt allemaal erg goed. Wij hebben vrij veel werk en de tevredenheid over de kwaliteit van ons werk is enorm (ik zit op de studio en Theo brengt het werk binnen). Zo'n jaar er tussen uit heeft goed gewerkt.
Zakelijk is er ook wat veranderd, in het begin wilde ik alleen boter bij de vis, dus contant betaald worden voor elke opdracht die ik uitvoerde. Dat ging even wel goed, maar door het vele werk wat er binnenkomt is dat voor Theo niet meer bij te benen. Oké, daar kon ik me wel wat bij voorstellen en dus stelde hij voor dat we partners werden. Mijn eis was dan wel om in alle projecten mee te delen, ook in een maandblad wat hij samen met een Duitse investeerder aan het opzetten is. Daar ging Theo mee accoord en daarop heb ik ja gezegd.
De studio is erg luxueus en nu wij in feite een fusie zijn aangegaan deel ik meteen ook mee met alle de werkzaamheden buiten mijn eigen werk om en dat loopt aardig op.
Ook het nieuwe maandblad (‘Donde y Que’) is nu voor een kwart van mij en ik denk dat wij daar in de toekomst aardig wat geld mee kunnen verdienen. Ook voor Edward kan dit interessant zijn, want daar is veel fotowerk voor nodig. Zijn komst naar Tenerife zien wij dan ook met belangstelling tegemoet.
Zo, dus Edward gaat nu snel trouwen, wel, wij zullen ze een telegram sturen en wil je zo goed zijn om wat voor Edward en Nora te kopen uit onze naam. Geld hiervoor moet je maar van mijn tegoed opnemen.
Uiteraard krijgen ze ook nog een brief van ons, maar dat kan nog even aanduren in verband met de correspondentie over de stalverkoop. Ook dat is natuurlijk erg belangrijk.

Trouwens, in mijn laatste brief stonden er een hoop punten van belang voor Ed en Nora en we zullen, direct na het horen van een definitieve aankomstdatum, naar woonruimte gaan zoeken. In ieder geval vangen we ze netjes op.

Ik hoop natuurlijk van harte, dat hij het hier zal redden, want het begin is best wel moeilijk. Maar ook van mijn compagnon Theo kan hij heus wel steun verwachten, want ook hij is erg blij met zo'n kracht erbij.
Maar veel gaat natuurlijk afhangen van Edward zelf, dat wil zeggen, eigen initiatieven, want zelf ben ik aan de studio gebonden. Wel kan hij in erg drukke periodes meehelpen met ontwerpen, want dat is een pluspunt en we hebben hiervoor liever geen pottenkijkers van buiten, want ik heb zo mijn eigen keukengeheimen en dat wil ik graag zo houden.
Wat Nora zal moeten gaan doen weet ik nog niet, maar we vinden wel iets passends. Ook zij moet zich aanpassen, maar op het creatieve vlak zal er weinig voor haar te vinden zijn.

John is op dit moment met de boot naar het buitenland voor een stempel, hij heeft namelijk een bekeuring gekregen voor te lang blijven liggen in de vrijhaven (langer als 8 maanden) en gaat nu de boot definitief verkopen. Er zullen geen vergunningen verstrekt worden, dus alle hoop kunnen jullie wel laten varen. Dan is er tenminste nog iets wat gaat varen..!

De laatste zondag voor zijn vertrek hebben we uren met John gepraat, hij heeft zelfs gehuild omdat het niet geslaagd is en vindt het ontzettend erg voor Martin en papa. Hij wilde zelfs sigaretten gaan smokkelen uit Marokko, dat levert veel geld op maar dat hebben wij hem sterk ontraden, daar zal niemand blij mee zijn.
Een serieuze koper had hij al op het oog, maar hierover een andere keer. Hoewel hij jullie ook zou verwittigen van de verdere ontwikkelingen.

Veel meer nieuws heb ik niet meer te melden, dus rest mij nog jullie een in alle opzichten goed, gezond en gelukkig nieuwjaar toe te wensen, uiteraard gaan deze wensen gepaard met die van Fieke en de kleine Rims.

Veel liefs, Rimsky

Hoofdstuk 39: Nieuwe partner

La Oratava, 28 november 1972

Lieve allemaal,

Je eerste brief na je verblijf op Tenerife hebben wij inmiddels weer ontvangen. Wat gaat de tijd snel. Hoeveel brieven zullen het er nu weer worden alvorens jij of jullie opnieuw hierheen komen?

De kleine was het inderdaad weer snel vergeten dat je vertrokken was, vroeg nog wel waar je gebleven was maar ook dat is nu alweer over. Zo gaat dat!
Ook wilde hij plotseling niet meer naar school, maar toen Fieke een nieuwe schooltas voor hem gekocht had, was ook dat snel over. Met zijn kleurboeken, potloden en zijn drukkerij-doos. ’t Is een schat, maar dat hoef ik eigenlijk niet eens meer te vertellen.

Dat papa een ellendige, lange eenzame week achter de rug heeft gehad zat er gewoon in, maar daar moet hij alvast maar aan wennen, nietwaar? Een week voor jezelf zorgen kan toch geen kwaad en het is net te kort om te verhongeren.


Je vroeg, hoe het verder met de zaken ging, wel, zondag na je vertrek was het erf weer vol met mensen en hadden we paarden te kort. Voor het overige is het weer hier erg wisselvallig, het regent de laatste dagen veel! Overigens klaagt iedereen in Puerto de la Cruz steen en been over de negotie, de mensen schijnen geen geld te hebben. Wel moet ik zeggen dat onze propaganda uitstekend werkt.

Jou aanwezigheid hier heeft in ieder geval veel teweeg gebracht, het heeft Fieke in ieder geval gestimuleerd te gaan denken om de stal te verkopen. Omdat wij er geen gras over laten groeien verschijnt er volgende week een advertentie in ‘De Hoefslag’, een blad voor paardliefhebbers, en hoewel de prijs niet overdreven duur is kunnen we er misschien aardig wat aan overhouden.

Van Martin hebben wij nog niets gehoord, ik neem aan dat de affaire André de zoveelste klap voor hun is geweest. Maar al met al was het maar goed, ook voor Martin en Ina, dat wij ze op tijd hebben kunnen inlichten over de hele gang van zaken met die ellendeling.
Gelukkig heb je zelf kunnen meemaken hoe André en Jeannette hier weer vol zelfvertrouwen met de auto arriveerden om even later weer met de staart tussen de benen te vertrekken.
Hij moet gezien hebben dat de stal helemaal klaar was en zal inmiddels ook wel weten dat hij bij Jan niet welkom is. Ik denk dat André en Jeannette dus wel weer snel in Holland zullen aankomen. Hier krijgt hij in ieder geval geen poot meer om op te staan.

Maandag, dus morgen, beginnen Theo en ik samen te werken in een luxueus pand in Puerto de la Cruz. Super modern, pal aan de grote weg.
Theo kwam op een goeie dag hier naar toe met in zijn auto een halve studio aan tekenmateriaal. Of ik alsjeblieft een advertentie wilde maken voor een nieuwe attractiepark met papegaaien, Lorre Parque. Ik kon praten wat ik wilde, maar hij ging niet eerder weg voor ik ja had gezegd. Dus ben ik maar aan een onstabiel tafeltje gaan zitten en heb die advertentie in een speciale illustratietechniek gemaakt. En daar was iedereen reuze gelukkig mee, zó hadden ze die hier nog niet gezien…
En al gauw kwam de tweede advertentie en dat bleef maar doorgaan totdat Theo dus voorstelde om bij hem te komen werken. Daar heb ik, onder de voorwaarde van ’boter bij de vis’ mee ingestemd. En nu dus snel uitkijken voor een andere stalhulp, er zijn best veel Spaanse jongens die hier willen werken, het liefst had ik Bob als stalknecht, maar die schijnt van het eiland verwenen te zijn.

Slecht nieuws hoorde ik net op de radio dat er een vliegtuig is neergestort met 140 slachtoffers, allemaal Duitsers. Verongelukt boven het vliegveld van Los Rodeos, van twintig meter hoogte neergekomen! Er schijnen daar meer ongelukken te gebeuren, in een barranco bij het vliegveld liggen, wordt er verteld, nog veel vliegtuigwrakken. Maar misschien willen jullie dat allemaal niet eens weten!

Van John heb ik, na het feestje op jouw verjaardag, taal noch teken gehad. We hebben ongelooflijk veel lol gehad met z’n vieren in Pino Alto, het meest gelachen heb ik toen Pablo vertelde een ’orkestje’ te hebben besteld en er toen twee mannen met een gitaar en samba-ballen binnenkwamen. Hoe wij in vredesnaam hierop nog gedanst hebben blijft me een raadsel, maar de wijn zal daar wel debet aan zijn. Ik denk niet dat je ooit nog zo’n verjaardag zult meemaken! En hoe ik in hemelsnaam naar beneden ben gereden over dat steile bergpad wil ik eigenlijk zelf ook niet weten!

Ik begrijp nog steeds niet waarom het John maar niet lukt om een vergunning te krijgen. Volgens mij heeft John zich teveel ingelaten met mensen die of er op uit waren om zelf ook een graantje mee te pikken. Waarom lukt het anderen wel en hem niet? Het is een prima project en goed voor het toerisme, en daar doen ze hier veel voor want het is de grootste bron van inkomsten.
Ik geef toe dat een vrouw hier sneller iets bereikt, zeker als ze ook nog eens goed Spaans spreekt, maar die vergunning had hij, mijns inziens, al lang moeten hebben.
Ik durf te wedden, dat Fieke zo’n vergunning voor John al lang geregeld zou hebben. Maar nogmaals, we kunnen er ons niet mee inlaten, voor de Spaanse wet hebben wij niets met de boot te maken en John kennende zou hij dat ook nooit kunnen verkroppen.

Als je straks, bij een eventuele verkoop van de boot, je geld terugkrijgt, dan wordt het wel moeilijk om het geld naar Nederland te krijgen. Zo’n som krijg je Spanje niet meer uit, maar je kunt hier genoeg met je geld doen. Maar laten we voorlopig maar even afwachten.






Zo, dit was het dan weer voor vandaag, veel meer nieuws is er niet meer te melden.
Ook namens Fieke de allerhartelijkste groeten, van de kleine een smakkert en van mij dito hetzelfde.
Papa bedankt nog voor je brief, het deed ons goed weer eens iets van jou te mogen lezen. Ronald bedankt nog voor de cadeau’s en laat weer eens wat van je horen.

Veel liefs van ons allemaal.

Rimsky

Bijgaand nog wat foto’s die gemaakt zijn tijdens je verblijf hier, o.a. op de boot en tijdens onze tocht door Las Cañadas.

Hoofdstuk 38: Eisbein

La Orotava, 12 november 1972

Lieve allemaal,

Nog even, mam, dan kunnen we je ophalen op het vliegveld. We verheugen ons heel erg en je kunt met eigen ogen zien hoe het met ons gaat. Prima dus! Ondanks de berichten die je dus via Martin en Ina kreeg naar aanleiding van André zijn verhalen. Hoe krijgt die klootzak het allemaal verzonnen. Rims zou in vodden rondlopen… hoe ziek moet je zijn om deze verhalen te vertellen, hij wordt verwaarloosd en nog meer van dit soort flauwe kul. Het wordt echt tijd dat je komt, je kunt dan na terugkomst aan Martin en Ina vertellen wat je zelf met eigen ogen hebt gezien. Ik ben werkelijk benieuwd of hij nog überhaupt terug durft te komen?


Goed, Fieke is gisteren de hele dag weggeweest met de paarden, samen met de jetset van Puerto de la Cruz en omgeving. The VIP’s zogezegd. Altijd belangrijk, vooral omdat iedereen bijzonder enthousiast was. Zo’n dag bestaat veelal uit een rit naar boven, de bergen in. Prachtige bossen en geen mens, huis of bar te bekennen. Vandaar dat een van de ruiters er voor gezorgd had dat in de allerlaatste bar die ze tegenkwamen gegeten en gedronken kon worden. Zelf eigenaar van een groot restaurant heeft hij dan ook het eten klaargemaakt en uiteraard vloeide de wijn overvloedig. Dit allemaal heb ik dus van Fieke, want ik was uiteraard niet mee.
Aangezien wij op zondagavond ook altijd naar een restaurant gaan zochten wij ook nu een culinaire eettent op. Dat werd een restaurant waar wij enige tijd geleden ook al waren geweest. Een Duitse eettent (’Beim Dicken Otto’) met als klapstuk Eisbein. Hééérlijk!!!
Wij waren daar al eens geweest met André maar dat was op een fiasco uitgelopen. Fieke vroeg aan André wat hij wilde eten, maar hij kon zo snel niet beslissen (hij is kennelijk in alles een beetje langzaam) waarna ze hem vroeg waarom hij ook geen Eisbein nam. Het bleek, dat hij het niet kende, en dat kan… zeker nog nooit in Duitsland geweest. Bij wijze van grap zei Fieke toen dat hij dan ook maar ook Eisbein moest nemen maar hij werd (en Joost mag weten waarom) kwaad en zei dat hij zelf wel zijn keus kon maken en… stond op en liep nijdig het restaurant uit. Zeker om thuis weer een van z’n stiekeme blikjes worstjes open te trekken! Maar goed, dass war einmal…

De stal is zowat gereed. Een tweetal Spaanse bouwvakkers zijn komen kijken en verbaasden zich er over waarom er zoveel bouwmateriaal gebruikt was.
Zo had André 23 zakken cement nodig (cement is hier verschrikkelijk duur) voor de halve stal terwijl die Spanjaarden het met 5 zakken cement doen! André had 6 kuub zand nodig, de Spanjaarden maar 2 kuub! En dan de uitvoering, ze dachten in eerste instantie dat André er een atoombomveilige schuilkelder van had gemaakt. Ze maakten met ons een mooie prijs af en garandeerden dat het binnen een week klaar zou zijn. En daar gaat het aardig op lijken, je ziet het opschieten en wij krijgen er steeds meer een beter gevoel over. De rotzooi wordt netjes opgeruimd, de deuren zitten er weer in, al met al, we zien het weer helemaal zitten.

Met Jan hebben we ook een tijdje zitten praten en alles over André en zijn klusambities verteld. Hij zag nu met eigen ogen hoe hij ons heeft laten zitten en besloot meteen dat hij niks meer met die goser te maken wilde hebben. En we hebben er werkelijk niet op aangestuurd…

Oké, tot zover de laatste brief voordat je komt, het weer is prima momenteel, de avonden heerlijk zacht, wel een truitje meenemen voor het geval dat. Ik informeer zelf wel wanneer het vliegtuig aankomt en voor het geval dat je me niet meer herkent, ik heb een krant, de ’El Dia’ onder mijn linker arm. Goeie reis, veel liefs, de hartelijke groeten aan iedereen, kussen van ons allemaal,

Rimsky

Hoofdstuk 37: Ruzie

La Orotava, 5 november 1972

Lieve allemaal,

Goed nieuws mama: je weet nu zeker dat je hierheen komt. Natuurlijk slaap je bij ons, we hebben, dat heb je inmiddels natuurlijk al lang begrepen, geen uitzonderlijk groot huis, maar een slaapplaats voor een welkome gast is er altijd, al moeten wij eventueel, in navolging van Onno, op het dak slapen! Maar dat hoeft echt niet.

En omdat ik toch zijn naam weer heb genoemd zijn hier de verdere verwikkelingen rondom hem. Vanmorgen kwam Onno langs om onze matras terug te brengen. Dat zijn bezoek aan ons zelfs zou lijden tot een bezoek aan een advocaat zal uit het navolgende blijken!
De moeilijkheden liggen nu meer op het vlak van de stalmest, ja, er is letterlijk stront aan de knikker. Nog in de periode dat hij bij ons logeerde haalde hij ook de mest op (dat kreeg hij voor niets van ons en op die conditie zouden wij de stal van hem huren: 2.500 pesetas per maand + de mest voor de kwekerij van zijn vader) en bracht het naar een collega kweker 200 meter bij ons vandaan! Niets aan de hand, dachten wij, zeker toen hij vertelde dat hij het daar zolang liet opslaan tot er weer een verzoening tot stand kwam met zijn vader. De mest wordt, heb ik al eens geschreven, iedere dag door mij in grote plastic zakken geschept. En omdat ik, voor de voortgang, plastic zakken tekort kwam ging ik bij die collega-kweker vragen of hij wellicht nog zakken over hadden omdat ik nu de mest tussen de bananenbomen weg moest gooien. De man (overigens onze eerste afnemer) stond zowat te huilen dat er ’goud’ werd weggegooid en bij dit gesprek kwam aan het licht dat Onno onze mest altijd al aan hem had doorverkocht. Ik was laaiend, want uiteindelijk gaven wij het voor niets weg en Onno maakte goede sier en verdient er behoorlijk aan.
De man (een vriendelijke Deen) vroeg toen of we niet weer de mest aan hem konden leveren en bood ons 3.000 pesetas per maand aan + zoveel champignons als we wilden. Ik zei hem dat ik eerst met Onno daarover zou praten, wat die Deen ergens ook wel correct vond.
Met het oog op gesprek met Onno hebben wij eerst een bezoekje gebracht bij de dueño (de eigenaar) en hoewel Onno wel een huurcontract heeft, bleek al snel dat de stal hier buiten was gehouden. Ook liet hij doorschemeren dat hij liever ons dan Onno als huurders had. Prettig dus om te weten.

Vanmorgen kwam Onno, we hoorden hem al fluitend aankomen, en hij gooide nonchalant nieuwe plastic zakken op de grond. Ik vroeg hem, uiterst beleefd, of deze zakken voor ons waren. Op zijn vraag ’hoezo?’ vertelde ik hem dat ik andere plannen met de mest had. Het ene woord haalde de andere uit en om kort te gaan, hij sommeerde ons dat wij binnen 24 uur zijn huis uit moesten zijn en de paarden uit de stal. Maar gesterkt door de uitspraak van de eigenaar deelde ik Onno stoer mee dat geen haar op mijn hoofd er ook maar aan dacht hier gevolg aan te geven. Toen vertrok hij woest en brulde nog dat hij 6 sterke kerels zou halen om ons er uit te smijten!
De dueño stond tijdens deze uitbarsting van Onno toevallig op het dak van de stal te werken en hoorde onderwijl de voor hem niet direct bekende klanken van Hollandse krachttermen, maar begreep wel dat het ruzie betekende! Direct toen Onno van ons erf was verdwenen daalde hij de trap af en zei ons vooral rustig te blijven en samen met hem naar een advocaat hier in de buurt te gaan. Met het contract van Onno gingen wij met z’n drieën naar de ’abogado’ en hij las het contract door en stelde vrijwel meteen vast, dat Onno onze paarden niet uit de stal kon zetten. Toen hij vroeg of wij kwitanties voor de afgedragen huur hadden, vertelden wij dat Onno dat altijd had geweigerd om te geven. De man glimlachte en zei dat Onno nooit het huis had mogen onderverhuren voor meer dan hijzelf betaalde. Bij Spaanse wet kennelijk verboden. Hierdoor was contractbreuk gepleegd en de dueño kon de huur van Onno onmiddellijk opzeggen (en daardoor die van ons ook automatisch) en ons er meteen als officiële huurders inzetten. Het consult kostte fl. 10,- en wij wisten genoeg. Nu kwam het op de eigenaar zelf aan…

Bij onze terugkomst kwam Onno er net aan met ’6 sterke kerels’ in de personen van zijn vader en moeder! Onno is 42 jaar, dus moest ik wel even lachen.
Kortom, het hele verhaal passeerde weer de revue waarin de paardemest de hoofd(d)rol speelde en ik zei nee, of njet of no, dat weet ik niet meer.
Zijn vader stelde toen dat alle ’meubelen’ die van hem waren er dan uitgehaald zouden worden en wij aan het eind van de maand er ook uit moesten zijn. Ik zei daar wel begrip voor te hebben maar niet alvorens met de dueño te hebben gepraat en zo gingen wij voor de tweede keer die dag weer naar boven.
Toen ieder zijn verhaal had gedaan, waarbij Fieke natuurlijk het grote voordeel had dat ze al erg goed Spaans spreekt, kwamen er vreemde dingen aan het licht: Onno betaalde maar 5.000 pesetas huur (wij betalen echter 6.500 pesetas + de waarde van de mest à 3.000 pesetas) en Onno had… nog een huurachterstand van een twee maanden!!!
Om een toch steeds langer verhaal kort te houden, de eigenaar bleek op onze hand, in alles! Zelfs toen Onno’s vader voorstelde om alle huur voor een half jaar vooruit te betalen, maar de eigenaar begreep ’zogenaamd’ niet waarom er huur betaald zou worden voor iets wat niet door Onno werd gebruikt.
Onno’s moeder stelde Fieke en mij daarop voor om zondagmiddag nog een keer erover te praten, maar ik heb gezegd op mijn standpunt te blijven staan. Ik ben tenslotte niet op Tenerife om vliegen te vangen, trouwens, als die wat zouden opbrengen waren we al schatrijk!
Reken maar na: huis + stal voor 5.00 pesetas en elke maand 3.000 pesetas voor de mest van die Deen, dat betekent dus voor 2.000 pesetas wonen (fl. 100,-). Nee, dan maar onenigheid en hoewel wij niet uit waren op ruzie stelde ik wel dat nu het huis van ons werd ’alle meubelen’ er voor het eind van de maand het huis uit moesten zijn. Ik kon dat makkelijk zeggen, de grote stukken zoals een enorme slaapkamerkast en een groot tweepersoons bed kunnen ze toch nergens kwijt…

Maar de show must go on en uitgerekend vandaag was het weer reuze druk. Meteen ook voor alle zekerheid twee nieuwe bedden gekocht en er zullen nog wat meer spulletjes moeten komen.
Zondag zijn we dan toch nog maar naar de ouders van Onno geweest en ach, in principe zijn het eigenlijk prima mensen. We hebben ze uiteindelijk beloofd dat de mest tot het eind van het jaar alsnog voor hen bestemd was en wij daarna maar weer eens moesten praten over de hoogte van een vergoeding. Eind goed, al goed, iedereen weer tevreden… behalve Onno denkelijk.

Onze behaarde gehaktbal, het nieuwe hondje Chiquita groeit als kool. Haar drollen ook en daarvoor kiest zij bij voorbaat ons nieuwe, vuurrode, vloerkleed uit!
Fieke loopt inmiddels te mopperen dat er veel te veel klanten zijn, we moeten er ook veel wegsturen de laatste tijd, maar wel tegen een kleine aanbetaling zodat we zeker zijn dat ze terugkomen. Op het moment zijn er veel Engelsen. Met één zo’n groep moeten wij vanavond uit, omdat ze het rijden zo fijn vonden. En dan met name naar La Tranquilidad van onze Spaanse vriend Pablo.

Wat een tegenvaller dat alle vluchten naar Tenerife zijn volgeboekt. Misschien is het beter om te kijken naar een campingreis bij Christoffel in Rotterdam. Je boekt dan eigenlijk alleen maar de vlucht. Zo deed ik dat ook omdat ik toch al een slaapplaats hier had. En dat geldt ook voor jou, mam.

De kleine gaat inderdaad graag naar school en huilt zelfs als het zaterdag of zondag is. Door de week staat hij al om 8.00 uur klaar (de school begint pas om 9.00 uur en het is maar 5 minuten er naar toe met de auto). Hij begint al waarachtig beter Spaans te praten en is erg lief.

Zo, weer genoeg geschreven, aan nieuws komen jullie niets te kort, denk ik zo.
Hartelijke groeten voor iedereen, kussen van Fieke, de kleine Rims en de grote

Rimsky

Hoofdstuk 36: Gast op ons dak

La Orotava, 12 oktober 1972

Lieve allemaal,

De zaken gaan goed, de ene dag komt er weliswaar bijna niemand boven, de andere dag hebben we een omzet voor vier, vijf dagen. Wij zijn voorlopig dik tevreden.

Onze hond Paquito heeft een ongeluk gehad, aangereden door een auto. De kleine, die boven stond te wachten om naar school te worden gebracht, zag het gebeuren en kwam geschokt en verdrietig naar beneden hollen, want de hond was weg, hij dacht dood en zoals hij zei ’vond hij het zo zonde van Paquito’.
Maar het is allemaal met een sisser afgelopen, want denkelijk na de schrik is Paquito weer teruggekeerd met wat schrammen en een kleine wond.

En het was alsof Onno het rook dat André bij ons de deur uit was. Vorige week zaterdag kwam hij plotseling bij ons en omdat wij net aan het ontbijten waren nodigden wij hem uit om bij te schuiven en een hapje mee te eten, wat hij maar al te graag deed. Hij vertelde, dat hij ruzie had met zijn vader. En omdat Onno ons zijn huis en de stal had aangeboden toen wij op zoek waren naar een geschikte ruimte, boden wij aan om het weekend bij ons door te brengen. Enfin, de kleine wéér van zijn kamer beroofd en klaargemaakt voor onze logé. Hij vertelde tussen neus en lippen door het plan te hebben om een kamer te gaan bouwen op ons (zonne)dak!! Maandag zou hij beginnen, maar erg enthousiast reageerden we niet.

Die logeerpartij was een ramp. Hij maakte gebruik van onze keuken, smeet zijn kleren in onze kamers. Kortom, binnen de kortste tijd was het een bende van jewelste en moest Fieke zijn rommel achter zijn kont opruimen. Wij hebben nog nooit zo’n slordig iemand gezien. In de badkamer troep, op de kleine zijn kamer troep, zelfs in de keuken een vreselijke troep. Daar kwam nog bij dat hij de hele dag liep te fluiten, een soort kunstfluiten wat er helemaal niet op leek. Woensdag voelde hij zelf dat hij niet langer bij ons kon blijven, hij pakte het matras van Rims zijn bed en ging naar het dakterras om daar te slapen, in de open lucht… Ergens konden wij het niet opbrengen om hem van ons erf af te bonjouren. Maar ’s morgens om 7.00 uur werden wij weer opgeschrikt door dat irritante fluitje van hem in de badcel, later in de keuken. Kortom, we werden er werkelijk radeloos van: ging hij dan nooit meer weg? Bleef hij nog langer op het terras zitten fluiten? Zich met onze klanten bemoeien, Fieke vertellen wanneer en wat we moesten eten. Wilde je naar het toilet stond onze nachtegaal fluitend te douchen. Ik begin zo’n beetje te begrijpen waarom hij ruzie heeft gekregen met zijn vader.
Fieke heeft op een zeker moment alle deuren op slot gedaan als we weggingen, maar het gestommel op het dak bleef maar voortduren… enfin, nadat wij hem 3 dagen niet meer hadden aangekeken begon hij enig onraad te ruiken. Toen hij Fieke geld terugvroeg voor iets onnozels was dat het moment dat Fieke flipte en hem vroeg of hij nog langer op onze zak wenste te teren… en dat werd ruzie. Nog een nacht bleef hij op het zonnedak slapen en even plotseling als hij gekomen was, was hij ook verdwenen, maar wel met het matras van de kleine! Later kwam hij weer op de proppen en toen ik vroeg of hij misschien het matras terug wilde brengen kwam hij met een verward verhaal dat hij om 4.00 uur ’s nachts was opgestaan, matras meegenomen… want hij wilde uilen schieten! Toen heb ik hem maar eerlijk gezegd dat hij beter op kon zouten, desnoods met matras en al. Nee, we beginnen te geloven dat teveel champignons eten niet bijster gezond is, zeker niet na alle verhalen die hij ons vertelde, de man is werkelijk gestoord!

Veel liefs van ons allemaal en heel veel groeten van Fieke en de kleine Rims en natuurlijk ook de grote

Rimsky

woensdag 14 januari 2009

Hoofdstuk 35: Gedeprimeerd

La Oratava, 23 oktober 1972

Lieve allemaal,

Allereerst maar weer eens over de boot. De boot ligt op dit moment normaal in de haven van Santa Cruz en hoewel wij John de laatste week niet meer gezien hebben weten we toch dat hij op dit moment in Santa Cruz woont.
Volgens afspraak zullen we volgende week zondag een dag gaan varen met een man of 15 en als zodanig zal hij, naar ik hoop, voor die tijd nog wel bij ons komen, aangezien ik het een en ander organiseer.
Het feit, dat André op dit moment nog steeds bij ons woont spruit voort uit financiële overwegingen. Hij zou weliswaar nu op de boot moeten wonen, maar hij mag er niet op van John. Dus zijn wij weer de dupe, want een kostganger betekent toch wel een extra financiële aderlating. Oké, in beginsel zou het slechts voor een week, hooguit twee weken zijn, maar dat het uit zou lopen tot 2 maanden konden wij toen ook niet vermoeden. Om toch iets als tegenprestatie van André te ontvangen verbouwt hij dus nu voor ons de stal. Let wel, wij doen dit allemaal voor Martin, want André mag dan wel een paar centjes hebben meegenomen, in principe heeft hij nog geen nagel om zijn kont mee af te vegen. Om het maar eens platvloers te zeggen. Voor al het overige teert hij gewoon op onze kosten… in alles!!

Het enige wat op dit moment nog belangrijk voor jullie is, is dat John inderdaad zo snel mogelijk de boot gaat verkopen. Hij is nu zelf werkelijk zo ver dat hij dat zelf ook inziet. Je praat in je brief zelfs over het laten arresteren (ik betwijfel of dat uit Nederland te regelen is, tenslotte heeft hij voor de Spaanse wet niets verkeerd gedaan en kan zich beroepen op onmacht). Belangrijk is om het geld terug te krijgen en ik durf stellig te beweren, dat bij verkoop van de boot jullie daarvoor zeker niet bang hoeven te zijn.

Martin, zo schrijf je, is een geslagen man! Het is inderdaad in te denken dat zijn wereld ingestort is. Dat ik persoonlijk niet direct geloof in een souvenirhandel, zoals hij dat van plan was om te gaan doen, is zuiver mijn eigen gedachte, voor hetzelfde geld kan het wel een leuke handel worden.
Bang om hier naar toe te komen hoeven ze niet te zijn. Wij, en dan bedoel ik Fieke, beschikt over uitstekende relaties, zélfs in de branch waarin Martin zich wil bewegen. Ook kan hij een grandioos huis krijgen en dat is zo goed als zeker. Wéér via een goede relatie van ons, of liever een klant van onze manege. Mocht hij straks die 17.000 gulden terugkrijgen, dan is er genoeg te beginnen.
Wat ik in het begin wilde gaan doen, namelijk een offsetdrukkerij(tje), kan hier op Tenerife een gouden handel zijn waarmee ik hem zeer goed zou kunnen helpen. Alle drukkerijen hier in de omgeving werken nog in boekdruk en zijn daardoor afhankelijk van het vaste land waar ze hun cliché’s moeten bestellen. Een offsetdrukkerij is daarom zo interessant, omdat je alles zelf kunt doen. Ik mis het kapitaal, anders zou ik er nog vanavond mee starten. En wie weet, de manege blijven we ook niet ons hele leven lang doen.

Komen we bij het punt van de brief die ik aan Edward heb geschreven, was misschien minder aardig, maar hij vroeg gewoon mijn mening en die heb ik hem verteld. Ik weet er echt alles van en heb niet voor niets een studio in Amsterdam gehad. Met alle voor, maar vooral alle nadelen die er aan vastzitten. En wellicht is dat allemaal toch wel het lot geweest, want toen ik zelf dat foldertje weer aan het tekenen was ging mijn hart toch weer sneller kloppen. En mijn beslissing om zelf de reclame weer in te duiken was hiervan de aanleiding. Ik ben op het moment in contact met Theo, een Hollander, die hier reclamewerk verzorgt en mij in feite met open armen ontving. En of ik misschien voor hem wat wilde werken, maar dat is zeer problematisch omdat ik hier totaal geen spullen heb, niet eens een bureau waaraan ik kan werken. En verder natuurlijk geen tijd, want ik moet natuurlijk ook de paarden verzorgen en daar moeten wij het voorlopig wel van hebben.
Zojuist is John hier geweest. Edith, zijn vrouw, zijn troel om het zo maar eens te zeggen, de krachtfiguur van de hele ‘onderneming’ is al in Holland terug voor dat deze brief jullie bereikt heeft. 't Gaat niet langer tussen die twee en het kost hem handen vol met geld. Wie gaat er dan ook zo lang in een hotel wonen? John zelf gaat weer op de boot wonen, dus het adres is weer net zo wazig als het altijd geweest is. Post voor hem dus gaarne via ons.

André gaf te kennen ook plotseling naar Holland terug te gaan om z'n auto op te halen inclusief zijn gereedschap en zijn vriendin, die nu nog bij Martin en Ina inwoont. Hij kan, zo vertelde hij, bij onze vriend Jan als klusjesman aan de slag in de urbanisatie waarvan Jan directeur is.

Hij garandeerde ons dat hij de stal bij zijn terugkomst zou komen afmaken. Maar of we nog zo lang willen wachten betwijfel ik. Zeker niet na een trap die Fieke van van haar paard Furiosa heeft gekregen, niet uit kwaadaardigheid, maar omdat er zoveel vliegen de stal in kunnen komen. Om gek van te worden…

Komen we bij het punt van de financieën: als enige verliezende partij komen wij weer eens uit de bus. Twee maanden lang kost en inwoning en dat allemaal voor die boot. Wie betaalt dat? Precies! Nee, dit was de laatste keer dat we ons met die boot bemoeid hebben.

Fieke heeft zich de sloffen onder haar kont gelopen om André te helpen, hij heeft diverse opdrachten via Fieke gekregen, maar nu hij het plotseling in zijn hoofd heeft gekregen dat hij zo nodig zijn auto en zijn vriendin uit Holland moet ophalen, moet dat ook à la minute! Het komt allemaal van één kant: de bouw van de stal is maar half klaar, grote rotzooi op ons terrein, paarden die het niet meer hebben, wonden oplopend aan geïmproviseerde boxen etc.Zijn belofte dat hij, met zijn gereedschap uit Holland, in de kortste keren alles voor elkaar heeft geeft weinig vertrouwen en wij zijn inmiddels al aan het informeren voor een paar Spaanse werklui die de klus eventueel kunnen afmaken. Wij willen dat alles weer netjes wordt op ons erf.

Nooit, nooit meer..! Hij hoeft bij ons echt niet meer aan te kloppen, hij heeft ons laten barsten en dus blijft de deur dicht voor hem. Alleen… hij weet het nog niet, maar dat komt nog!

Jullie zwaar gedeprimeerde Fieke en Rimsky

Hoofdstuk 34: Plattegrondje (2)

La Oratava, 7 oktober 1972

Lieve allemaal,

Gisterochtend ontvingen wij nogmaals een brief uit Hilversum. Twee brieven achter elkaar is ‘verdacht’ en ja, laat het een brief zijn van de 29e juni!!! Vandaar ook, dat ik je enige tijd geleden geschreven heb, dat je over bepaalde dingen nooit geschreven had, onder andere de ‘stofzuiger affaire’. Want lezen kunnen wij nog steeds, hetgeen jij toen nog wel betwijfelde! Al met al is deze mysterie dus ook weer opgelost.

Je laatste brief is reeds door Fieke beantwoord, maar ik wil ook nog wat schrijven en wel betreffende het zakelijke gedeelte wat mijn auto betreft.
Je schreef onder andere dat er veel protest was omtrent de uitkering voor mijn auto en dat ‘ze’ ergens wel gelijk hadden. Wie zijn 'ze’? Ik meende alleen met Ronald te maken te hebben en met niemand anders... uiteindelijk is hij toch degene die in mijn auto mocht rijden en hem total loss heeft afgeleverd?
Wel heb ik destijds toegezegd dat ik de autoverzekering zou betalen en dat haal je, volgens afspraak, gewoon af van het nog te ontvangen belastinggeld.

O ja, nog een vraag van Fieke, alle foto albums van ons, is dat mee te nemen als je naar ons toekomt?

Wel, Ed, je kaartje heb ik na ca. een half jaar in dank ontvangen maar het was, helaas, niet te gebruiken! Jammer van alle moeite! Allereerst zat het vol fouten, dit had ik nog wel kunnen herstellen, maar dat je de naam La Dehesa Baja met twee s-en had geplakt en op film had gezet, was zelfs voor mij niet meer te herstellen. Op de enveloppe zette je ons adres goed, maar op het kaartje fout..!
De bananenbomen (sorry, op jouw tekening leken het wel een stel zieke paardekiezen) waren schaars in aantal, welgeteld twaalf stuks, terwijl er duizenden staan! Natuurlijk moet zo’n kaart gestyleerd zijn, maar je kunt het ook overdrijven. Juist die bananenbomen zijn zo belangrijk, we zijn de enige manege die werkelijk midden in de ‘campo’ zitten en dát moet naar voren komen, omdat het zo typico is.
Wat nu..? Let wel, ik ben niet ondankbaar en een gegeven paard moet je niet in de bek kijken, maar zó kon ik het toch werkelijk niet gebruiken.
Om niet weer te vervallen in een wachtperiode tot aan mijn pensioen heb ik, met behulp van wat materiaal van een Hollandse reclameman hier gebruik gemaakt van zijn collectie plakletters en heb op het terras wat zitten tekenen en na circa 5 sigaretten was het klaar!
Nee, je broer mag dan wel een ‘paardenboer’ geworden zijn, maar het strakke werk is hij nog niet verleerd. Het resultaat is goed, enfin, over twee weken is het drukwerk klaar en dan stuur ik je wel een model op.
Komen we automatisch terecht op datgene wat je schreef over je plan om voor jezelf te gaan werken. Mijn advies: niet doen! Als je voor jezelf wilt gaan werken dan moet je toch ergens in gespecialiseerd zijn. En wat is jouw specialisatie? Snelheid….?
Ik moet even grinniken... nee, eigenlijk vreselijk lachen… neem me even niet kwalijk..!
Of printjes maken? De meeste ‘echte’ studio's hebben al een doka met de een of andere nachtuil erin! Nee, probeer eerst, naast je vaste baan, wat klanten te krijgen. Twee klanten van een kwart miljoen is een leuk beginnetje!
Natuurlijk moet je er dan wel voor zorgen dat Dirk Kruidnagel je boekhouder vooral niet wordt, want dan hou je net genoeg over om zo af en toe een potlood bij de Hema te kunnen kopen... ik weet er over mee te praten.
Maar genoeg hierover, ik zou je aanraden voorlopig bij Carefa te blijven zitten.

En na deze, wellicht niet in dank afgenomen woorden, neem ik snel afscheid want het eten is bijna klaar en dus moet ik van Fieke met ’die rot tikmachine’ opzouten.

Hartelijke groeten, veel liefs van ons allen en laat nog eens wat horen.

Rimsky

dinsdag 13 januari 2009

Hoofdstuk 33: De hoefsmid

La Orotava, 5 oktober 1972

Lieve allemaal,

Nog hartelijk dank voor jullie cadeau. Een paar dagen nadat we jullie brief hadden ontvangen kwam de dueño (de Spaanse eigenaar) van ons huis naar Fieke toe of ze misschien interesse had in zijn televisie, want hij had een nieuwe gekocht. Het is een grote Aristona en wij konden het overnemen voor 8.000 pesetas (fl. 400,-). Enfin, om kort te gaan, we hebben hem gekocht en zijn ermee de koning te rijk.

Fieke heeft in ons begintijd een paard verkocht aan onze vriend Jan die het gebruikte als paard voor de koets om klanten rond te rijden op de urbanisatie waar hij werkt. Dat paard heeft daar zo’n half jaar gestaan zonder iets te doen. Niemand kon of wilde het paard voor de koets spannen en er mee rijden. Het paard heeft niet anders gedaan dan eten en nog eens eten!
Nu heeft Jan het paard verkocht aan een goeie klant van ons en die heeft het weer bij ons gestald en zo heeft Fieke haar ex-paard nu als privé-paard en levert het elke maand ook nog eens 4.000 pesetas op. En dat is niet gek, he?

Een paar dagen geleden moest de hoefsmid komen, sinds Bob bij ons weg is moet ik nu assisteren. Het begon met een rit hoog de bergen in waar in een klein gehucht van zo’n 10 huizen (hooguit) onze hoefsmid woont. Aangezien hij zelf geen vervoer heeft moet hij dus opgehaald worden. Nou, zo’n rit valt dan nog wel mee, het vinden van de hoefsmid was al wat moeilijker en na hem gevonden te hebben gingen we samen naar de stal, waar de paarden al klaar stonden om beslagen te worden. Of ik even wilde meehelpen..! Nou ben ik echt niet bang van paarden dus zei ik ja. En dat was een grove misschatting want het helpen bestond uit het optillen van een achter- of voorbeen, deze in mijn schoot te leggen waardoor de smid zijn handen vrij had om de hoeven te schaven en de ijzers te bevestigen. En dat bij 10 paarden, dus 40 keer!!! Bij veel paarden ging het goed, ze zijn reuze gewillig, maar… er zijn er een paar bij die laten hun volle gewicht rusten, alsof ze willen gaan liggen. En dat was nog erger bij onze pensionpaard Silviano. Wat een kreng, zodra je zijn achterbeen optilt wil hij gaan liggen, probeer maar eens zo’n volgevreten beest van 4 à 500 kilo omhoog te houden!
Ben je eindelijk klaar, kan je nog eens de bergen in om zo’n hoefsmid naar huis te brengen, hij duizenden pesetas rijker, ik met een gebroken rug!

Dan nu het vervolg van mijn ontmoeting met die twee jongens van John zijn boot. John had beiden in de een of andere Amsterdamse kroeg gevraagd om met hem naar Tenerife te varen, alles was goed voorbereid en er was eten en drinken genoeg aan boord en als ze eenmaal aangekomen waren dan zouden ze tegen een goede beloning bij hem kunnen werken met de zeevisserij voor toeristen!!!! Dat klonk ze als muziek in de oren en ze zeiden meteen ja.
Het eerste gedeelte van de reis ging voorspoedig tot ze in een haven in Portugal aanmeerden, want er moest vers voedsel worden ingeslagen. En dat verse voedsel bestond er uit… dat ze na het invallen van de avond op rooftocht moesten om kippen te stelen, want John had geen geld genoeg om inkopen te doen…
De verdere reis was vol spanning en tot overmaat van ramp bleek dat ze op Atlantische Oceaan zonder brandstof kwamen te zitten. Dat heeft een hele dag geduurd totdat op niet al grote afstand een tanker voorbij kwam. Via de radio heeft John contact gezocht en heeft die tanker hun lege tank weer gevuld. Van de spanning die daaruit was ontstaan kwam er zelfs een vechtpartij waarbij een van die jongens John in zijn neus heeft gebeten!!! Weet je ook meteen hoe hij aan dat litteken op zijn neus komt! Eindelijk op Tenerife aangekomen heeft de boot voor anker gelegen bij Las Galletas voor de kust waar ze toch nog met gasten uit een nabij gelegen hotel zijn gaan varen. Dat klopt, want John vertelt daar wel eens over. Maar toen hij te horen kreeg dat hij daarvoor een vergunning moest hebben zijn die twee maar van boord gegaan en hebben uiteindelijk deze bar gepacht. Stel je voor, een hamburgertent midden in de woestenij waar niemand komt! Onze hamburger smaakte meteen ook al niet meer zo lekker! We moesten zeker niet de groeten doen aan John… wat ik natuurlijk wél heb gedaan. De enige reactie van zijn kant was ’oh, zijn die nog steeds op Tenerife?’

Toen Fieke van de week het hele huis weer eens aan het schoonmaken was ontdekte ze plotseling onder het bed van André een grote zwarte tas. Toen zij die weg wilde schuiven om ook daar te kunnen dweilen viel de tas half open en zag ze tot haar grote verbazing een hele hoop blikjes en zakjes met spulletjes uit Holland zoals worstjes, drop, zakken met chips en nog meer van dat spul. Toen besefte ze dat hij, als hij ’s avonds in bed lag zich nog vol lag te vreten aan meegebrachte spullen. Nou hoeft hij echt niet alles met ons te delen, tenslotte deelt hij met ons met alles mee, maar dat hij nog niet eens een snoepje of wat dan ook aan Rims geeft maakt de zaak wel erg bekrompen. Het werkt niet in zijn voordeel en ik ben niet van plan om hem voortaan steeds mee te nemen als wij een etentje hebben of zo iets. Hij trekt dan maar een blikje worstjes open en bekijkt het maar.
Ik ben zo langzamerhand wel benieuwd wat hij allemaal naar Holland zit te schrijven, van Martin en Ina krijgen we steeds minder post, maar laat ik niet voorbarig zijn met mijn conclusies.

Tot zover deze brief. Wij wensen jullie het allerbeste en ik hoop graag snel te horen wanneer je hierheen komt, mam.

Een smakkert van Fieke en de kleine en een welgemeende kus van

Rimsky

maandag 5 januari 2009

Hoofdstuk 32: Feestje voor Fieke

La Oratava, 30 september 1972

Lieve allemaal,

Het was me het maandje wel. Of eigenlijk niet, want het heeft hier veel geregend.
En als het regent komen er geen klanten. Dan zit je op het terras en hoor je, buiten het kletteren van de regen om, de paarden op hun voer kauwen en denk je wel eens: waarom zijn wij geen autoverhuurbedrijf begonnen!

André woont hier ook nog steeds! Hij kwam met het plan om de stallen te renoveren en allemaal aparte boxen te maken met een eigen voer- en waterbak. Omdat hij zich eigenlijk verveelde had hij een leuke tekening gemaakt en een soort berekening wat het ons allemaal zou gaan kosten. Nou, dat was niet niks. Maar goed, we hebben toegestemd en dus is hij aan de slag gegaan. De eerste tegenvaller was het verwijderen van de oude voederbakken in de koeienstal, het leek wel of het een atoombom moest trotseren, zo hard, toen het bestellen van zand, zand schijnt hier kostbaar te zijn. Behalve in de krater is er geen zand op Tenerife. De bodem is rotsachtig en zand wordt hier gemalen uit… rotsblokken. In een enorm groot apparaat worden rotsblokken geplet en vermalen wat uiteindelijk resulteert in een soort grof zand. Dus verschrikkelijk duur!!
Dan moet er cement komen… vanaf het vaste land, want hier staat geen cementfabriek bij gebrek aan grondstoffen. Gevolg… verschrikkelijk duur. De betonblokken zijn ook al niet goedkoop, kortom, bouwen op Tenerife is duur, alles moet van ver komen en met de boot aangevoerd worden.
Het bouwen gaat langzaam, het terrein ligt vol met bouwmateriaal, de stal is ontregeld waardoor de paarden onrustig zijn, de deuren zijn eruit waardoor de paarden last hebben van vliegen, kortom, het is één grote rotzooi. Waar zijn we aan begonnen?
Dan nog veel regen waardoor alles modderig is, nee, wij zijn er niet gelukkig mee en er begint irritatie te ontstaan tussen ons en André. Je begint dan ook op alles te letten. ’s Avonds, tijdens het tv-kijken, hoor je dat André snuift met een piepje. In het begin denk je nog wel even, ach, een piepje, maar God nog aan toe, na een half uur lijkt het wel een kokende fluitketel!

Dan natuurlijk Fieke’s verjaardag. Dat was wél leuk en die hebben we gevierd in een barretje van een Spaanse vriend van ons, Rocco genaamd. In Puerto de la Cruz gaan we wel eens ’s avonds naar El Greco waar een paar Mexicanen spelen en zingen. Antonio is de gitarist met een mooie stem en zijn partner Argentino speelt eveneens gitaar en op een harp. Fieke is er gek van en dus heb ik als verrassing beiden gevraagd om op haar verjaardagsfeestje te komen spelen en zingen en dat hebben ze nog gedaan ook. Heel sympathiek, geweldig leuk. En tot onze grote verbazing kwamen ook John en zijn vrouw Edith op het feestje. Het was reuze gezellig, de wijn en het bier vloeiden rijkelijk, tot grote tevredenheid van Rocco, en de stemming zat er goed in. Ouderwets gezellig.

Ik weet niet precies wat er gebeurd is, maar een ding is wel zeker, André mag niet op de boot wonen. Nee, erger, hij mag er zelfs geen geen voet op zetten. Volgens John had André meteen een aanmatigende houding tegen John aangenomen en hem ook nog eens flink de les gelezen. Nou, dat pikte John dus niet en vertelde dat hij geen helemaal geen boodschap had aan André en al helemaal niet aan zijn gezelschap aan boord. Althans, zo hebben wij dat dus van John zelf begrepen. André vertelt natuurlijk een ander verhaal en hoewel John niet direct mijn beste vriend is geloof ik hem toch wel eerder. André heeft iets irritants over zich, hij komt niet sympathiek over, ik kan het niet precies uitleggen. In ieder geval is het een betweter.

En wie stond een paar dagen later plotseling op ons terras: mijn oude schoolmakker Jaap! Wij waren blij verrast hem weer te zien en hij werd onmiddellijk door Fieke uitgenodigd om te blijven eten. Fieke had een Indonesische schotel klaargemaakt en we hadden dus genoeg. Dat etentje zal hem overigens lang bijblijven want Fieke was nogal royaal omgesprongen met de Spaanse pepers en het mankeerde er nog net aan of de brandweer moest gewaarschuwd worden! De tranen liepen over zijn (en onze) wangen, maar hij liet niks merken.
Hij is nu zonder Paula op Tenerife en is in onderhandeling met één van onze klanten (die een eetcafé heeft) om partner te worden.
Hij woont in Puerto waar hij een appartement huurt. Ik ben een avond met hem gaan stappen en uiteindelijk zijn we terecht gekomen bij de nieuwe discotheek van een Hollandse discjockey, Club Nummero Uno. Nou, daar gaf hij het ene na het andere rondje weg aan iedereen die bij hem stond en toen ik hem waarschuwde dat die tent vreselijk duur was keek hij mij alleen maar verbaasd aan. Nee, ik ben gaan twijfelen of hij het hier redt, hij lust mij te graag een borrel en om dan in een café te gaan werken lijkt me geen goed idee.
Overigens hoorden wij later van Sas (de eigenaar van Lord Nelson waar Jaap mee samen wil werken) dat er helemaal geen sprake is dat hij mede-eigenaar gaat worden. Ja, wie moet je nu weer geloven!
Wel ga ik met hem naar het zuiden om te kijken of er iets te beginnen valt met waterfietsen, want daar heeft hij ook veel belangstelling voor. Maar het allerliefst zou hij op de boot van John, papa en Martin gaan werken, daar was hij meteen weg van en het klikte meteen tussen de beide J’s. Dat moet gezegd, Jaap is een innemende en goedlachse kerel.
En nu ik het toch over het zuiden heb, van Carol hebben wij tot op heden nooit meer iets gehoord! Merkwaardig! Eigenlijk denken wij er niet eens meer aan, zeker niet nu we hier een redelijk bestaan hebben opgebouwd.

Het is inmiddels een paar dagen later en aangezien mijn brief nog niet in de enveloppe zat krabbel ik er nog even een eind aan.
Met Jaap ben ik dus naar het zuiden gereden en in Los Cristianos gekeken wat er voor mogelijkheden waren voor Jaap om zich daar te vestigen en iets met verhuur van waterfietsen te beginnen. Los Cristianos beschikt namelijk over een klein strandje met wit zand (als enige, de rest van de stranden hebben allemaal zwart zand maar is gewoon schoon) en bij uitstek geschikt om te waterfietsen omdat het in een baai ligt en er hoegenaamd geen golfslag is.
Volgens zeggen gaat hij actie ondernemen, dus dat wachten we wel af. Op de terugweg reden wij nog langs een andere plaats (Las Galletas) een gehucht met onverharde wegen en bars met saloon klapdeuren. Je waant je in een cowboy-film daar. Bij een van die bars gingen we naar binnen omdat we zagen dat ze ook hamburgers hadden. We zaten goed en wel als enigen aan de bar en ik bestelde in mijn beste Spaans twee biertjes en hamburgers en wie schetst onze verbazing dat een van de twee uitbaters in plat Amsterdams vroeg waar wij vandaan kwamen! Wel, van het een komt het ander en toen ik vroeg hoe zij dan in dit gat terecht waren gekomen rolde ik zowat van mijn barkruk af. Ze waren beiden uit Holland hierheen komen varen met de Urker kotter van… ja, inderdaad, van oom John! In mijn eerstvolgende brief zal ik je hun relaas vertellen. Wat is de wereld eigenlijk klein…

Vanuit deze bouwput wens ik jullie, ook namens Fieke en de kleine het allerbeste en veel liefs van

Rimsky

NB Bijgaand een tweetal foto’s tijdens een bezoek aan El Greco samen met Jaap en Onno (op de rug gezien). De muziek werd weer verzorgd door Antonio en Argentino, onder begeleiding van Fieke die het niet kan laten om mee te zingen!


Hoofdstuk 31: Uit het oog, uit het hart

La Oratava, 17 september 1972

Lieve allemaal,

Allereerst Edward. Tot op heden nóg steeds niets ontvangen wat op een plattegrondje lijkt!!!
Ben ik niet duidelijk genoeg geweest waarom ik dat plattegrondje zo dringend nodig heb? Het was bedoeld voor het zomertoerisme, maar over een paar weken is ook dat alweer afgelopen en komen de herfsttoeristen er weer aan!
Wat is in hemelsnaam de reden dat je het vertikt om een er avondje voor te gaan zitten? Ik heb altijd voor je klaargestaan, heb je aan je eerste baan geholpen, heb je avonden lang vaardigheden bijgebracht waar je hoogstwaarschijnlijk nog steeds plezier van hebt.
Eind van de week komt deze brief uiterlijk in Hilversum aan, daarna geef ik je nog een week de tijd om mij dat simpele K-plattegrondje op te sturen.
Mocht ik binnen twee weken niets van je hebben gehoord dan kan je deze opdracht gevoeglijk vergeten. Ik zal dan aan Martin vragen om achter zijn tekenbureau te gaan zitten en ben er van overtuigd, dat ik het dan wél snel krijg.

Sorry allemaal, het begin van deze brief, maar ik vind het ook werkelijk zo slap, ik zit al zo'n dikke drie maanden te wachten op iets wat in een uur klaar is en voor ons werkelijk van groot belang is. Zelf heb ik al mijn tekenspullen niet hier en het zou toch te gek zijn om voor zo een simpel kaartje nieuwe tekenspullen te moeten kopen.

Je brief van de 12e gisterochtend is door Fieke halverwege op weg naar de stad van de postbode in ontvangst genomen en aan Rims gegeven om vast te houden. De postbode kent ’Josephina’ dan ook goed en uiteindelijk scheelt het hem een extra afdaling en een dito klim.
Bij thuiskomst bleek echter, dat de kleine de brieven niet meer had, hij had de post ergens laten liggen..! Maar uiteindelijk is alles toch nog terecht gekomen.

Het bericht dat jullie, in ieder geval jij mam, in november komt is waarachtig goed nieuws, november is een fijne maand wat temperatuur betreft en niet zo heet.
Momenteel kan het hier ’s morgens behoorlijk heet zijn, maar zo tegen de middag komt de bewolking en wordt het zalig.
Eten doen we dan ook op het terras, ’n grote kandelaar op tafel zorgt voor de nodige romantiek. De avonden zijn zwoel, dus geen dikke truien of een extra kamizooltje.

Zeer verrast waren Fieke en ik over wat je schreef over het cadeau wat jullie ons willen geven, toevallig keken we de laatste tijd vrij vaak naar allerlei pick up’s, want een tweetal rekken vol platen en geen pick up is hetzelfde als een auto zonder wielen.
Steeds hebben we het weliswaar uitgesteld om zo'n ding te kopen, er kwam ook zoveel tussen, maar nu zullen we zeker uitkijken wat het beste is wat we voor dit geld kunnen krijgen. En dat is heel wat, want dit soort spullen zijn hier vrij goedkoop en je koopt hier voor 6.000 pesetas een pick up waar je in Holland al gauw zo'n fl. 500,- voor betaalt.
In ieder geval, bij voorbaat al reuze bedankt, natuurlijk, en niet in de laatste, plaats ook namens Fieke.

Wat de kleine boy wil hebben is moeilijk te zeggen. Het beste kun je dan ook samen met hem straks in Santa Cruz (leuke winkelstad) iets kopen. Van ons wilde hij een kiepauto van zo’n meter lang, met alles er op en er aan. Druk je op een handletje, dan gaat automatisch de laadbak omhoog, ideaal met alIe stenen hier, maar tot nu toe zet hij alleen nog maar ons nieuwe hondje Chiquita (nog steeds niet groter als een flinke schoen) er in en drukt dan op de handle. Het beestje glijdt er dan met een smak uit, kijkt versuft terwijl Rims zich rot zit te lachen… zo hebben wij hem echt niet opgevoed, hoor!

Vanmiddag mocht hij weer eens mee op het paard en hij zou en moest op Pajarito, een kleine lelijke opdonder, maar reuze fel. Nou, ongeveer halverwege ging het paard er vandoor, Fieke een kleine hartverlamming van schrik en er meteen achteraan. Toen ze het paard had ingehaald en de kleine troostte had hij alleen maar een rood hoofd en vroeg: heb je gezien hoe hard ik kan ’geperen?’ Hij gaf het paard nogmaals een tik en weg was hij weer...

André is nog steeds bij ons en morgen gaan we, op verzoek van André zelf, starten met de renovatie van onze stal. Wat moet hij anders, hij verveelt zich te pletter hier en John is nog steeds niet terug van Lanzarote. Het was wel even wennen maar het blijkt wel een aardige jongen te zijn, niet al te opdringerig en (vooral) erg rustig.
John was dus niet naar Madeira uitgeweken maar naar Lanzarote. Kennelijk was dat voldoende om weer een ligplaats in de vrijhaven van Santa Cruz te krijgen. Maar zolang hij niet terug is kan André dus niet naar de boot.

Voor Martin hebben wij ook iets geweldigs ontdekt om te gaan wonen, vijf minuten wandelen hier vandaan. Het is op dit moment nog een bouwval, maar gooi je er een paar duizend gulden tegenaan om het op te knappen, dan heb je iets unieks. Een grote patio woning (eigenlijk boerderij) waar zeker vier gezinnen bij elkaar zouden kunnen wonen zonder last van elkaar te hebben.
Wij zijn er meteen op afgestapt en de eigenaar is zonder meer wel genegen om het te verhuren, misschien wel zelfs te verkopen. Als je er voor staat is het net een miniatuur kasteeltje, geweldig. Voor ons zou het ook ideaal geweest zijn, maar je kunt niet aan de gang blijven...

Van de week kreeg ik een dame hier op bezoek die reisleidster is en inlichtingen wilde hebben over de manege. Ze leek sprekend op Popsie. Vertel haar maar dat ze hier als reisleidster goed geld kan verdienen (ze spreekt uiteindelijk vloeiend Engels en Frans, Duits is ook belangrijk en Spaans leert ze vanzelf wel). Zonder meer een land voor haar hier!

Doe maar de hartelijke groeten van ons aan haar, ook aan de Adee’s en zeker aan Cockok en oom Piet, wij hebben al zoveel post van ze gehad, maar niet heus...

Fieke heeft voor haar verjaardag nou ook niet bepaald veel post ontvangen van haar familie, alleen van haar ouders, van Roos en van Joke. De rest zal wel hebben gedacht: uit het oog dus ook uit het hart...
Regelmatige correspondentie is er wel met jullie (die brief van Ronald was groots) en van Martin en Ina (helaas vaak triest).

Zo, meer nieuws heb ik op dit moment niet, vandaar de extra grote punt die ik hier achter zet.
Ontvang de hartelijke groeten, ook jij Edward, maar je zus nog aan toe, doe er eens wat aan, kussen van Fieke en een
p(l)akkerd van de kleine Rims. Van mij dito hetzelfde,

Adios y mucho gracias

Rimsky

NB De kogel is door de kerk, géén pick-up, wel een tv. Dan heeft de kleine er ook wat aan.