vrijdag 21 augustus 2009

Hoofdstuk 65: Taco

De foto’s zijn van mindere kwaliteit omdat ze afkomstig zijn uit een meer dan 35 jaar oude 8 mm film!

La Orotava, 14 december 1973

Lieve allemaal,

Allereerst nog hartelijk dank voor jullie felicitatiebrieven. Ook van de familie van Fieke kreeg ik diverse leuke kaarten opgestuurd en dat mij deed me best wel goed. Ik ben dus nog steeds niet vergeten.
Mijn verjaardag hebben wij gevierd door overdag naar het nieuwe strand van Santa Cruz te rijden, een beetje bij de haven rondlopen en een bezoekje aan de kermis… nou ja, als je een draaimolen met wat losse kraampjes een kermis wilt noemen.


’s Avonds hadden wij een huis vol bezoek. Ook Edward en Nora waren van de partij en Nora had wel een héél nare ervaring. Toen ze gebruik maakte van het toilet zag ze plotseling een hoofd bij het w.c.-raampje. Uiteraard schrok ze zich kapot en meteen toen ze het vertelde ging een hele ploeg mannen de tuin in en de straat op om te kijken of we iemand of iets konden ontdekken. Maar waar we ook keken, hoe we ook zochten, niemand of niets te zien! Maar Nora blijft stellig beweren dat er echt een hoofd bij het raampje bewoog. We zullen helaas nooit te weten komen wie of wat Nora heeft gezien…

Ik weet niet hoe het precies kwam, maar plotseling is Rimsky gaan zeuren over een broertje of een zusje. Wij denken omdat hij altijd met de buurmeisjes speelt en dan natuurlijk ziet dat andere kinderen broertjes en/of zusjes hebben ’…en ik heb helemaal niks en ben altijd alleen..!’
Fieke heeft op zeker moment de stoute schoenen aangetrokken en kwam, ook voor mij zeer onverwacht, thuis met, hou je vast… een tekkel! Een gladharige tekkel Taco genaamd, met papieren en een gezondheidsverklaring. Al snel zijn wij hem Snuffeltje gaan noemen, met zijn lange spitse snuit ruikt hij, al vrolijk kwispelend, overal aan. En natuurlijk was Rims uitermate blij omdat hij nu een leuk speelkameraadje heeft. De eerste been die wij speciaal voor hem bij de slagerij hebben gekocht heeft hij listig ergens in de tuin begraven, kennelijk voor slechtere tijden.


Langzamerhand zagen wij dat hij overal gaten aan het graven was onder de bijna bloeiende Kerstrozen. Heel merkwaardig, de tuinman had op een goeie dag allemaal stokken in de grond gestoken en omdat wij dachten dat het wel ergens goed voor zou zijn hebben we ze gewoon laten staan. Behalve Rimsky die zo’n stok uit de grond trok om er mee te spelen. Tot de tuinman dat zag en hem verbood om met die stokken te spelen. Toen Fieke de tuinman vroeg waar die stokken goed voor waren antwoordde hij dat het Kerstrozen waren! En inderdaad, na een maand begonnen de stokken blaadjes te krijgen en nu staan ze bijna in volle bloei. Trouwens over het hele eiland, je gaat er nu op letten. Het moet hier op het eiland wel erg vruchtbaar zijn, ik geloof zelfs dat als je een lucifer in de grond stopt er nog een aardige boom uit groeit!
Snuffeltje is nog niet helemaal zindelijk en Fieke probeert hem nu met harde hand van zijn slechte gewoontes af te helpen. Reden dus voor hem om steeds naar mij toe te komen en dat gaat ver. Toen ik van de week wakker werd lag Snuffel onder de dekens aan mijn voeteneind te snurken als een bootwerker. En dat was van korte duur, want Fieke heeft hem de slaapkamer uitgebonjourd met een gratis lesje vliegen.


Verder vindt hij autorijden heerlijk, met het raam naar beneden en zijn snuit naar buiten zit hij parmantig op de achterbank met fladderende oren door de wind en heb je geen kind aan hem. En om heel eerlijk te zijn, hij was voor Rims bestemd maar is langzamerhand van mij geworden… ja, zo gaat dat!

De zaken zijn niet om over naar huis te schrijven, maar laat ik het maar wel doen. Hoewel zo langzamerhand iedereen er aan gewend is dat je nu plotseling wel overal kunt parkeren blijft het grote buitenlandse bezoek weg. Natuurlijk, Theo en ik werken ook voor onze eigen klanten en we hebben best wel wat werk, maar het blijft een moeizame tijd. We zitten zelfs te dubben of we een volgend nummer van Donde y Que moeten uitbrengen, we hebben advertenties genoeg, maar worden ze straks ook wel betaald? En met dat dilemma wilde ik deze brief beëindigen.
Wij wensen jullie heel prettige Kerstdagen en voor zover jullie dat gaan vieren een heel gezellig Oud en Nieuw. Zelf gaan we met Edward en Nora oudejaarsavond hier thuis vieren om later, dus na twaalf uur naar Puerto de la Cruz te gaan om de stad en vele bars onveilig te maken.

Veel liefs van ons allemaal, maak je niet al te veel zorgen, we komen er wel uit met de situatie hier.

Rimsky

maandag 17 augustus 2009

Hoofdstuk 64: Oliecrisis

La Orotava, 12 november 1973

Lieve allemaal,

Na onze terugkomst op Tenerife is er nogal veel veranderd. Op de tv zagen wij de beelden over de Arabische olieboycot die onder andere ook Nederland heeft getroffen. Hiervan hebben wij nog niet direct last en er is nog volop benzine te krijgen omdat de olie hier uit Venezuela komt. Maar wel merken we duidelijk dat het toerisme opeens is ingestort. Er komen vrijwel geen toeristen meer hier naar toe en dat is met het vooruitzicht van de maand december, toch altijd een drukke tijd hier, desastreus voor de economie van de Canarische Eilanden. Alles drijft hier op het toerisme. Langzaam zie je hoe het ene restaurant na het andere sluit, plotseling zijn vele hotels volkomen leeg, personeel wordt ontslagen, er heerst grote somberte.
Ook wij merken natuurlijk duidelijk dat er een teruggang is te bespeuren in onze opdrachten, adverteerders voor ons blad trekken zich terug of zijn er plotseling vandoor gegaan. De eigenaar van een van de grootste nachtclubs hier, ook een Hollander, is net als zoveel anderen, plotseling met de noorderzon vertrokken met achterlating van een zee aan schulden. En ja, inderdaad, ook wij kregen nog geld van hem.
Het Chinees/Indische restaurant van Guus, de Amsterdamse eigenaar, is ook gesloten en wordt nu op een andere locatie, maar wel stukken kleiner, voortgezet. Ze blijven dus wel doordraaien en dat is een prettige gedachte omdat wij onze portie saté dus niet hoeven te missen. Maar hoe lang blijft dat nog?
De Duitse financier van Donde y Que heeft ons meegedeeld dat hij niet langer het papier voor het blad wil voorschieten (papier wil Maype, onze drukker, altijd contant vóór het drukken betaald hebben) en of wij dat maar zelf voortaan willen voorschieten. Theo zat meteen in zak en as omdat dát geld er gewoon niet is. Wat ik eigenlijk ook weer vreemd vind, waar blijft dat geld toch allemaal? Langzamerhand begin ik te begrijpen dat diverse mensen uit dezelfde ruif mee eten en daardoor maar weinig geld overblijft voor het vele werk wat wij verzetten. Maar goed, om het drukken van het blad niet te stagneren hebben Fieke en ik het maar zolang voorgeschoten, wel met de angstige vraag of wij het geld ooit nog wel terug zullen krijgen. Want als de situatie hier zo blijft en de ene zaak na de andere sluit, ja, wat moet je dan met een blad voor toeristen die niet meer komen?
Maar voor de rest gaat alles z’n gangetje. Elke zondag rijden wij naar het zwarte zandstrand van San Marcos om de lekkerste calamaris van de wereld te eten of naar Los Cristianos om van de lekkerste kip van het spit van Tenerife en omstreken te smullen, en omdat het overal erg rustig is ben je plotseling de beste klant en wordt je letterlijk met open armen ontvangen!
De achtergebleven buitenlanders hebben een hechte band, we weten allemaal dat het maar tijdelijk is en proberen er maar het beste van te maken. We komen er wel weer overheen. Althans, dat hopen wij...

Ik wens jullie het allerliefste en hoop in mijn latere brieven weer wat positievere berichten te mogen optekenen. Ook namens Fieke en de kleine Rims de nodige smakkerts en het allerliefste toegewenst.

Rimsky