donderdag 27 november 2008

Hoofdstuk 19: De zaken floreren

Puerto de la Cruz, 15 mei 1972

Lieve allemaal,

Het is maandagochtend en terwijl Ronald het ontbijt klaarmaakt (lekkere verse harde broodjes) schrijf ik maar even een brief.
John komt straks Ronald en Bob ophalen omdat hij een tegelvloer gaat aanbrengen in het ruim van de boot. Bob werkt namelijk niet meer bij ons. Toen wij de paarden naar La Oratva brachten dachten wij dat de zaken wel een tijdje op een laag pitje zouden komen te staan. Daarom heeft hij, na overleg met ons, een baan aangenomen bij Onno, onze champignon-kweker, om hem te helpen met het bouwen van een nieuwe kwekerij. Dat gebeurt ergens hoog in de bergen en dat schijnt voor de kweek een bijzonder goede temperatuur te zijn. Vandaag zou Bob daar beginnen, maar John heeft Onno omgepraat omdat hij persé Bob voor dit karweitje wilde hebben. Het is een vakman en doet alles erg goed en precies, althans dat heb ik van horen zeggen. En dat hij zo sterk is als een beer komt in dat werk ook al goed van pas!


Maar goed, door dat baantje bij Onno zijn wij hem wel kwijt. Hij kan bij ons altijd weer terecht, hij is gek van onze paarden en wil ook weer graag terugkomen. De paarden zijn betrouwbaar en doen geen vlieg kwaad. Andersom wel!
Ook ik rij vrij veel en doe het met plezier. Een prachtig eiland om te rijden, met prachtige vergezichten en een lekker zonnetje erbij. Vaak met een onderbreking onderweg waarbij de paarden worden vastgezet bij de een of andere Spaanse kroeg en wij ons tegoed doen aan een glaasje wijn en wat tapa’s.

Ja oké, maar hoe gaan de zaken verder, vragen jullie je wellicht af, wel…
hoewel één zwaluw nog geen zomer maakt gaat het toch onverwacht goed. Vorige week heeft Norbert voor ons wat reclameborden gemaakt (dat is zijn eigenlijke werk) en geplaatst bij de twee ingangen (boven en beneden) en we hebben nog nooit zulke goede zaken gedaan! Ja, je leest het goed. Zaterdag en zondag stonden ze hier werkelijk in de rij… en alle andere reclameborden moeten nog zelfs geplaatst worden!
Het was grappig, eerst kwamen twee Spaanse jongens kijken, bleven een beetje op het erf hangen en kwamen uiteindelijk afspreken om zaterdag te komen rijden. Misschien, zo zeiden ze, dat er ook een derde jongen mee zou komen, maar uiteindelijk zijn ze met twaalf man gekomen! Zondag waren het er al… zes en twintig!
Daarnaast zijn er nog onze vaste klanten waarvan er één de ’Josehina-club’ heeft opgericht, wat zoveel inhoudt dat de leden 2.000 peseta’s voor een hele maand vooruit betalen en daarvoor elke dag één of twee uur mogen rijden. Prima voor ons, het tikt lekker aan. Daarnaast komen er ook nog toeristen, maar we hebben liever met Spanjaarden te maken, die zijn niet zo lastig en snel dankbaar. Ze vinden alles even prachtig.


Eind van deze week begint ook nog eens de grote vakantie en duurt drie maanden, enfin, je hoort wel hoe het allemaal gaat lopen.
Wat ik wel erg mis is een auto, nu de paarden in La Oratava staan en wij nog steeds in Puerto de la Cruz wonen wordt de behoefte aan een auto groter. Je bent veel tijd kwijt met de autobus, die overigens goed en heel goedkoop is.

Jaap en Paula zijn vorige week donderdag weer naar Holland teruggekeerd, ik neem aan dat je ze al gesproken hebt. Woensdagochtend zaten we met z’n drieën nog op een terrasje op de Plaza en de stemming was nogal somber, ze hadden nog geen poot aan de grond gekregen. Toen stelde ik voor om naar de manege te gaan en daar was Onno toevallig ook. Tijdens het praten kregen ze een goeie tip van Onno, daarna zijn ze naar de Hollandse consul (ook een goede vriend van Onno) gegaan en ’s avonds hadden ze in principe een aandeel in een bar (’n soort eetcafé) gekocht. Het staat goed bekend en er zit een goede loop in. De eigenaar is Sas, ’n Deen, en ook klant bij ons en is trouwens de oprichter van de ‘Josehina-club’ waar ik boven al over schreef. Hoe dat allemaal zal aflopen weet ik niet, dat hoor ik nog wel.
Onno lijkt ons wel een betrouwbare vent, is getrouwd en heeft drie kinderen. Maar die wonen nog steeds in Holland. Wel wonen zijn ouders hier en ook zijn vader doet in champignons, samen of alleen, ik weet het niet precies.
Onno vindt het maar wat prachtig al die drukte op het erf, het breekt zijn eenzaamheid, zegt hij. Hij woont hier al 6 jaar en wil voor geen goud terug naar Holland, hij heeft veel goede relaties en kent ’de weg’ goed hier op het eiland.

Plotseling is Frank ook op komen duiken, hij kwam op zijn paard aangereden, zette zijn paard vast en voegde zich bij ons op het terras. Alsof er niets gebeurd was. Hij was zo sportief om ons te feliciteren met ons (tijdelijke) onderkomen, ja, was zelfs enthousiast. Het is niet bepaald een vriend van ons, maar ik denk dat het niet verstandig is om ruzie met hem te hebben en we zijn dan ook goed uit elkaar gegaan. Hij stuurt zelfs klanten naar ons toe, het kan soms vreemd lopen.

Ik begrijp uit de laatste brieven dat mama van plan is naar Tenerife te komen. Gaat dat door en wanneer? Enfin, je bent van harte welkom en kunt altijd bij ons logeren. Het zal je goed bevallen hier, het eten is prima en waar papa bijvoorbeeld niets aan vond zal jij erg lekker vinden. Lekker zwijmelen bij Spaanse muziek, een glas wijn onder de hoge palmbomen op de Plaza of lekker in de zon op een terrasje zitten met een kafè con leche en naar mensen kijken of lekkere tapa’s eten. Het is een grandioos eiland!
En vanaf dát eiland groet ik jullie, ook namens Fieke en de kleine boef.

Rimsky

Geen opmerkingen: