dinsdag 9 december 2008

Hoofdstuk 25: Het aanbod

Puerto de la Cruz, 21 juni 1972

Lieve allemaal,

Nadat Fieke teruggekeerd was met een aantal ruiters en de paarden verzorgd waren gingen wij nog even op het terras met de klanten zitten om een wijntje drinken. Onno kwam toevallig ook langs en voegde zich bij ons. Toen de klanten eenmaal waren vertrokken vertelden wij aan Onno dat wij bezig waren om een appartement te gaan huren hier in La Orotava, maar dat we de huur tegen vonden vallen nu wij het gemeubileerd wilden hebben. Zeker met het oog op de plannen voor het zuiden willen wij niet meteen allemaal meubilair gaan kopen. We weten nog steeds niet wat er gaat gebeuren, want van Carol hebben wij tot op heden taal noch teken gehad. Hoogst merkwaardig! Zelf zitten wij er allerminst mee, omdat de zaken hier goed gaan en de kosten bijzonder laag zijn.
”Eigenlijk zou het voor jullie veel practischer zijn om hier bij de paarden te wonen” zei Onno. Toen vertelde hij dat hij voorlopig bij zijn ouders ging intrekken omdat dat veel makkelijker zou zijn in verband met de bouw van de nieuwe champignonkwekerij. En de kosten zouden ook veel lager zijn, want wonen op de finca (zeg maar een soort landgoed) was niet duur. Oké, het biedt weliswaar geen overdadige luxe, maar alles is aanwezig wat nodig is. En deels gemeubileerd, want zo had hij dat ook gehuurd. Alleen een grote (Duitse) kast is van hem, maar die laat hij voorlopig laten staan omdat hij er geen raad mee weet.
Wel, dat klonk ons toch als muziek in de oren, recht tegenover de stal, geen gedoe met heen en weer reizen, geen kosten voor de inrichting, kortom, we hebben eigenlijk meteen maar ’ja’ gezegd en gaan al volgende week hierin trekken. Eerst nog samen praten met de dueño (de Spaanse eigenaar) omdat Onno het gaat onderverhuren. Maar de eigenaar kennen wij inmiddels ook goed, een aardige man die alles best vindt, dus wij verwachten ook van die kant geen problemen.
Uiteraard gaan we het een en ander naar onze eigen smaak inrichten en verven, maar in grote lijnen hebben wij er niet veel werk aan.

Zoals ik al vertelde gaan de zaken hier van goed tot zeer goed. Fieke heeft tijdens een van haar ritten met de Spanjaarden een klant leren kennen die hoger in de bergen (in het plaatsje La Florida) een bar/restaurant heeft. Pablo heet hij, een klein dik mannetje met een klein snorretje, een aanstekelijke lach en altijd een hoed op, het prototype van een gemoedelijke Spanjaard. Ze hebben samen de afspraak gemaakt dat Fieke met toeristen bij hem zal stoppen om een aangekleed wijntje te drinken, dat wil zeggen hapjes met jamón serrano (een soort rauwe ham) en geitenkaas. Hij heeft speciaal hiervoor voorzieningen getroffen zodat de paarden veilig vastgebonden kunnen worden en water kunnen drinken. Voor Pablo en zijn bar lucratief, voor de paarden een fijne rustpauze en voor de klanten een aangename onderbreking.


Het blijkt een groot succes, de klanten, in het begin toch altijd wel wat zenuwachtig want de tochten gaan dwars door de bergen omhoog, over smalle paden en langs barranco’s (zeg maar diepe geulen en kloven, waar het eiland trouwens vol mee zit). Eenmaal in ’La Tranquilidad’ (zoals de bar heet) vinden ze het erg leuk, drinken wat (eigenlijk veel) en gaan uiteindelijk lachend, zingend en lallend naar beneden. Ze hoeven niet veel te doen, de angst is verdwenen en de paarden vinden blindelings de weg naar hun stal terug!
Werkelijk, er is geen reisorganisatie die toeristen Tenerife beter leert kennen dan wat ze hier meemaken. En velen komen later nog eens terug, altijd wel weer met nieuwe klanten…


Nadat wij naar de dueño waren geweest en hij zonder ook maar een ogenblik te twijfelen ons toestemming gaf om het huis bij de paarden te gaan bewonen, hebben wij er geen gras over laten groeien.
Met Onno meteen afgesproken dat we zo snel mogelijk wilden verhuizen en daar had hij geen bezwaar tegen omdat hij toch al bij zijn ouders grotendeels woont. Wij kunnen nu de huur in Puerto de la Cruz nog net voor het einde van de maand opzeggen en vanaf begin volgende maand wonen we dus in La Oratava.

Ook de kleine is reuze enthousiast, maar schijnt nog steeds niet te begrijpen dat eten een levensbehoefte is. Melk, fruit en yoghurt houden hem kerngezond, omdat hij het lekker vindt, maar zijn maaltijden bestaan helaas nog steeds uit snoeperijen, die hij weliswaar nooit van Fieke, maar altijd wel van anderen weet te bemachtigen. Op dit moment is hij nog erg eenzaam, zijn Spaanse vriendjes verstaat hij nog steeds niet, wat hij uit in baldadigheden en als hij alleen is viert hij dat bot op Paquito, onze inmiddels al aardig grote hond.
Wij kunnen niet wachten totdat hij naar school gaat. Het zal hem oneindig goed doen. In het begin wilde Fieke hem niet op school doen, omdat hij moest wennen, daarna niet omdat wij niet wisten wat en waar we terecht zouden komen en nu is het te laat, want de vakanties beginnen.
Hij gaat graag zwemmen, rijdt dolgraag paard voorop bij Fieke en verder maakt hij zich alleen maar erg vuil omdat hij van verveling de raarste dingen uithaalt door als een hond te gaan kruipen of zich als een paard in het zand te gaan rollen of stenen in ’t waterreservoir te gooien. Vallen doet hij minstens 8 keer per dag en dan vervloekt hij Tenerife, ’waar ze allemaal stenen op de weggetjes gooien’. Het is een deugniet, lekker eigenwijs, maar een grappige bondgenoot met z’n wijs geklets.

Dus ook namens hem en Fieke groet ik jullie, een pakkerd van ons allemaal en tot de volgende brief.

Rimsky

Geen opmerkingen: