vrijdag 12 december 2008

Hoofdstuk 28: Martin

La Orotava, 2 augustus 1972

Lieve allemaal,

Vanmorgen kwam de postbode zwetend en puffend onze post bezorgen. Zwetend vanwege de hitte, puffend vanwege het klimmen. Hij wilde zijn baan eraan geven, maar Fieke heeft hem overgehaald het nog even aan te zien. Tenslotte, zo zei ze, blijft het niet altijd zo warm. Maar de bergen blijven natuurlijk wel zo steil. Hijgend liep onze postman weer bergopwaarts na een brief en een kaart voor de kleine te hebben achtergelaten. Hiervoor dus onze hartelijke dank. Ook namens de kleine man die, trots als een pauw, de kaart aan iedereen laat zien.
Te pas en te onpas word ik overigens de laatste tijd door hem voor ’lul’ uitgemaakt, maar Fieke heeft uitdrukkelijk gevraagd me daar niet teveel van aan te trekken!

Bitter, heel bitter zijn de berichten uit Holland wat Martin betreft, in een lange en uitgebreide brief van hem vertelde hij een schokkende verhaal. Martin ligt op dit moment in het ziekenhuis (meer weet ik ook niet) en is behandeld aan zijn dikke darm: kanker!
Wij zijn er erg van ondersteboven en naar ik aanneem zullen jullie wel snel met Ina contact opnemen, althans, dat hoop ik.
Normaal gesproken zou hij bijna hier zijn, maar dat zal nu zeker langer gaan duren. Als het tenminste allemaal nog goed komt.
Maar de boot en er ook nog eens op werken, nee, dat zie ik nog niet zo snel gebeuren. Arme Martin, hij had zich er zo op verheugd. Ga Ina maar opbeuren, ik denk wel dat ze dat nodig heeft, veel andere kennissen heeft ze niet. In jullie ziet ze een verlengstuk van ons. Schrijf ons ook hoe het er allemaal voorstaat.

De boot zelf is enorm opgeknapt en alles is betegeld, alle ruiten zijn vernieuwd met groen zonwerend glas, alles is geverfd, kortom, het is een knappe boot geworden. Ik denk niet dat er van zeevissen veel terecht komt met zo’n prachtige bar.
De houding van John tegenover mij is ronduit vijandig (het waarom is mij een raadsel, ik denk omdat ik hem geld geweigerd heb toen hij naar Holland wilde). Zijn vrouw en dochtertje zijn inmiddels overgekomen, hoorden wij, maar tot nu toe heeft hij ze nog met niemand, dus ook niet met ons, kennis laten maken. Is ze zo lelijk..? Maar een ontmoeting kan niet achterwege blijven, daar is het eiland te klein voor.
Een goede raad: stuur mij een machtiging om het maandelijkse bedrag voor jullie te incasseren, het is voor jullie bestwil en alleen dan kan ik controle uitoefenen. Of hebben jullie genoeg vertrouwen in hem?

Hoe was de vakantie in Spanje, duur las ik. Het eiland is wel een stuk goedkoper, maar ook niet zoveel goedkoper of het moeten de echt slechte dingen zijn zoals drank en sigaretten. Van het eerste weet ik niet veel, ik ben maar een kleine drinker en roken doe ik ook niet veel. Wel regelmatig.
Het eten wijkt hier wel af met Spanje, tenminste als je Canarisch eet. Canarisch eten is bijvoorbeeld een konijngerecht, conejo al salmorejo. Wordt gestoofd in een saus van olijfolie, olijven, knoflook, tijm, orégano, witte wijn etc.. iedereen is er wild van, behalve ik. Laat dat bord konijn maar aan mij voorbijgaan…

Fiësta’s worden hier veelvuldig gevierd. Zakelijk zijn het voor ons belangrijke dagen en een jaar telt bijna honderd feestdagen. Allemaal heiligen die herdacht worden. Een soort St. Nicolaasfeest zonder cadeautjes! Ook wel weer lastig omdat de winkels dan gesloten zijn.
Het ’ergens’ eten is hier, en dan met name buiten het toerisme, ook nog goedkoop. Een soort wiener schnitzel in La Oratava, goed klaargemaakt (smaakt goed maar lijkt nergens op), soep vooraf en een straf glas wijn erbij kost hier zo’n 70 peseta’s, eet je typico, dus echt Canarisch, dan kost een eenvoudige, edoch voedzame maaltijd beslist niet meer dan 25 peseta’s. Dat doen we dus regelmatig.

De zaken gaan hier verder goed, af en toe een rustig weekje, wel hebben wij gemerkt dat het met het weer te maken heeft. Bij grote warmte wordt het wat stiller, maar dat is prettig voor de paarden. Opvallend is ook dat er steeds meer toeristen komen. En dat zelfs zonder enige vorm van reclame, laat staan als we wél reclame maken. Maar ik zit nog steeds op het plattegrondje van Edward te wachten!!! Zit hem maar eens flink achter zijn broek aan.

Fieke zal ook binnenkort schrijven, maar ze heeft het druk. De paarden én een huishouding. Vroeger werd alles voor ons schoongemaakt, nu moet ze het zelf doen, en (met de hand) wassen en koken. Ze doet het werkelijk geweldig én is volmaakt gelukkig met onze nieuwe woonsituatie.
Het huis is, zo als ik al eerder schreef, klein, eenvoudig maar o zo knus. De twee slaapkamers zijn best wel royaal, de woonkamer klein. We hadden best wel van kamer kunnen ruilen maar vonden het toch wel de leukste kamer. De keuken is groot, een woonkeuken zogezegd, dan is er ook nog een douche, wastafel en toilet. Twee terrassen met boven je hoofd druiven die letterlijk bijna in je mond hangen. En een groot zonneterras op het dak. Maar die ligt naast een pad en geeft weinig privacy. Alles is schots en scheef en daarom charmant.
Hoe prachtig het ook lijkt al die rijpe trossen druiven boven je hoofd, het geeft ook narigheid. Regelmatig valt er een druif naar beneden en na een dag zijn het er nogal veel, met gevolg dat de tafel en stoelen onder de drab en vlekken zitten. Nu heeft de dueño plastic gespannen onder de druiven, dat is misschien wel minder fraai maar wel een stuk schoner. Binnenkort, zo vertelde hij, gaat hij de druiven plukken om er wijn van te maken.


’s Avonds komt er de laatste tijd een muisje onder de voordeur naar binnen en dat tot groot vermaak van de kleine. Zijn ogen glinsteren van pret als hij onze huis-mickey-mouse ziet. Na overal gesnuffeld te hebben verdwijnt het muisje net zo plots als het gekomen is. Ik denk richting keuken!

Zo, daar komt Fieke net terug met een tros klanten (en dat voor de ochtenduren) en het belooft weer een goeie dag te worden. En nu ik het toch over goeie dag heb, eindig ik met veel liefs, kussen van Fieke, de kleine en van mij.

Rimsky

NB Vanmorgen nog naar Santa Cruz geweest en van John vernomen dat zowel Ronald als Linda toch naar Amerika zijn vertrokken. Het avonturier trok kennelijk sterker dan zijn goede voornemens. In mijn hart moet ik Ronald wel gelijk geven, als hij het niet had gedaan zou hij er later altijd spijt van hebben en Amerika is niet bepaald een land waar je zo maar even naar toe gaat, zeker niet per luxe zeiljacht. Hij is jong, hij leert goed Engels en het kost niets. Wat wil je nog meer?
Ook hoorde ik dat hij bij die eigenaar van dat schip kan gaan werken, hij is eigenaar van een vliegveld of zo iets. Maar echt zeker weet ik dat niet.

Rimsky

Geen opmerkingen: