maandag 23 februari 2009

Hoofdstuk 57: Brief van Fieke

La Oratava, 20 juni 1973

Lieve papa, mama en Ronald,

Dat is een schrikkertje hè, zomaar weer een brieff van mij. Het begint al meteen met tikffouten en gelooff me, het eind daarvan is voorlopig nog zoek. Heel hartelijk bedankt in de eerste plaats voor de ffijne brieven van jullie allen en voor al de opgestuurde lektuur (Edward heefft even de typemachine geleend, ik heb hem laten maken en was weer perffect en gvd het ding hapert alweer bij de F, mocht hij de machine gebruikt hebben om brieven te schrijven dan kan ik hieruit wel concluderen dat hij de F veel gebruikt heefft en dat misschien door vele malen mijn naam genoemd te hebben). Enffin, als het erg vervelend wordt dan sla ik de F gewoon over, het lijkt wel off ik stotter.
Ach, het geval wat Rims jullie verteld heefft over Ton en Hanneke is, vrees ik, niet helemaal goed verteld. Het zijn ffijne en lieve mensen, ze hebben alles over voor je, ze sturen boeken op en en etensspulletjes en niet alleen voor mij, maar nu ook zelffs een ffonduepan voor Pablo, maar ja, het hele ffeit draait erom dat ik me aff en toe vreselijk kwaad heb gemaakt om de gebruikelijke ’kleine’ dingen.
De zogenaamde Ton en Hanneke-jokes, daar kon ik niet (meer) tegen. Elke dag hadden ze wel een opmerking die me een dreun gaff. Bovendien ben ik er niet zo gek op als je altijd maar een toestand off een omstandigheid gaat vergelijken, ik bedoel zoals het vergelijken van iemands salaris off de mogelijkheid van een bepaalde levensstandaard te volgen en die te vergelijken met een ander die het, hoewel in bedekte termen gezegd, maar waar het wel op neer komt, minder goed hebben dan zij. Het elke dag wijzen op je ’fouten’ zoals zij die zien, wordt eveneens vervelend. De sneren en de vaak hatelijke opmerkingen over mijn familie (de f doet het weer!!!). Natuurlijk zie ik vele waarheden wel onder ogen wat het laatste onderwerp betreft, maar het ligt er wel aan op welke wijze die je duidelijk worden gemaakt. Het is zo makkelijk om alles af te kraken, vind ik. En daarbij komt dan nog hun uitgesproken slordigheid. Ik had het huis nog niet aan de kant of het was me overal een bende zoals asvlekken op het tapijt, een gat in mijn tafel en bij dat alles kwam nog hun eigenwijsheid. Als je zelf al zo eigenwijs als de neten bent dan botst dat behoorlijk. En dit alles kwam op de laatste avond bij Pablo op een nogal heftige manier naar buiten toen ze beweerden dat ik nergens over oordelen kon wat betreft de Spaanse mentaliteit op dit eiland, daarbij vergelijkend de Duitse mentaliteit en weet ik al niet meer en zij mij begonnen te vertellen hoe het wel was, dat ze dat wel inmiddels gezien hadden in die twee weken en dat ik toch niets meegemaakt had om een dergelijk vergelijk te kunnen trekken. Want zij hadden in hun kleine huisgezinnetje en de badmintonclub meer meegemaakt, enfin, een geraaskal over en weer waarin ik me als een dronken rebel aanstelde en wat zij opvatten als ’och, het is Fieke maar die het zegt, want we kennen haar zo goed, ze is zo lekker dom, maar je kan er wel mee lachen.’ Zoiets windt me namelijk vreselijk op, ik laat hun toch ook in hun waarde? Hoewel ik in mijn boosheid, toen hij mij adviseerde dat ik geen zaken moest doen als ik er geen verstand van had (geval verkoop stal) en vooral toen hij opperde dat hij, door zijn werk, er wel veel verstand van had de opmerking niet voor me kon houden of een bankbediende iets met zaken te maken had? Ik schrok er eigenlijk zelf. Ik was blij dat ze weggingen, maar zij zelf ook. Toch zijn het goeie mensen, zo moesten ze allemaal zijn, dacht ik, maar helaas kan ik er niet meer goed mee overweg. Men praat hier op het eiland over mensen die hier al langere tijd verblijven over een ’eiland-tic’ en het overkomt iedereen blijkbaar, hoewel Rims en ik ons als buitenbeentjes beschouwen omdat we daaraan niet zouden lijden, maar ik geloof toch wel dat er enige symptomen aanwezig zijn.

Nou met Ed en Nora gaat het goed, alhoewel de eerste aanraking met het Spaanse bedrijfsleven voor Nora helaas op een fiasco uitliep. Tja, de Spaanse mentaliteit, en daar blijf ik toch bij, is anders als de Hollandse en daar moet je aan wennen of je went er nooit aan. Maar dan wen je op Tenerife ook nooit.

Met Rims en Theo is alles weer koek en ei. Na een gevaarlijk dieptepunt, waarbij de vriendjes elkaar vaarwel zouden zwaaien en waarbij uitkwam dat Theo zowel letterlijk als figuurlijk tegen de muur zou komen te staan, mede door het vertrek naar Holland van Helen die hem in de steek liet. Na veel wikken en wegen en een paar flinke waarheden gezegd te hebben, zijn ze beiden weer op het (goede?) spoor geraakt om alsnog samen door te zetten met de gedachte, dat elke zaak in het begin zijn dieptepunt meemaakt.
En zo is dan ook het bovenappartement weer terug in handen van de huurder van deze urbanisatie. De eisen van Helen in La Matanza werden redelijker en dus bleven ze maar waar ze waren. En ik moet zeggen, er zit iets meer schot in en ik begin er zelf ook nog in te geloven. Dit is in zoverre belangrijk dat bij mij mijn handen en voeten zo langzamerhand beginnen te jeuken om zo vlug mogelijk bij hun in te stappen en hun te helpen, in zoverre ik dat kan.
Mijn eerste klant heb ik al geworven, lach niet, dat is Pablo. En ik heb nog meer gegadigden op mijn lijstje staan en Rims is er tuk op dat ik er zo gauw mogelijk inspring. Ik doe daarom ook mijn uiterste best om mijn rijbewijs te halen, waardoor mij een Seat 600 of welke ik maar wil hebben in het vooruitzicht wordt gesteld. Voor dat doel onontbeerlijk omdat een bus te veel tijd en een taxi te veel geld kost, rekening houdend met de kleine natuurlijk.
Nou, en dat rijbewijs halen is me wat. Terloops kreeg ik namelijk te horen dat ik twee examens doen moest, één examen in je eigen woonplaats om op te mogen voor het tweede in Santa Cruz. Daarbij is de theorie het belangrijkste. Haal je dat niet in je eigen woonplaats, dan mag je niet in Santa Cruz afrijden. Toen ik na 8 uur rijden, wat trouwens erg goed ging, vroeg of ik eindelijk examen mocht doen zaten ze me schaapachtig aan te kijken en vroegen me of dat niet iets te vroeg was, omdat ik haast nooit op de theorielessen kwam en aangezien ik een buitenlandse was… Enfin, alle boeken aangeschaft die er maar te vinden waren op dat gebied en ik maar leren… elke dag van ’s morgens vroeg tot het naar bed gaan toe, want wel werd me duidelijk gemaakt dat ik geen vocabulaire gebruiken mocht.

Nou, vanochtend heb ik mijn plaatselijke examen gedaan en… ja, gehaald! Op 11 juli moet ik nu in Santa Cruz afrijden en God-sta-me-bij, ik wil het in één keer halen. Hoe eerder namelijk mijn auto, hoe eerder weer werken.

Nee, in de stallen ziet niemand mij meer. Afgelopen zaterdag heb ik nog een dagrit gemaakt bij de stal in Puerto de la Cruz en halverwege moest ik de auto ingedragen worden van de hoofdpijn. Huilend ben ik naar bed gegaan en Rims zou eventjes beneden gaan afrekenen en mijn tas ophalen. Wat niemand van ons wist was dat er een barbecue-party gegeven werd voor de ruiters in de een of andere villa onder de palmbomen van La Romantica. Enfin, Rims heeft dat wel meegemaakt en ik lag op mijn bed. Ik kan het nog niet uitstaan als Rims daar weer over begint.

Met onze eigen stal zijn er steeds grotere problemen. Die ’Klotsack’ van een Helmut wil zijn restant niet betalen en we hebben de zaak in handen gegeven van een advocaat. We wilden die ’cabron’ nog tegemoetkomen met een aflossing in maandelijkse termijnen maar die ’Lausenfresser’ wil zelfs dat contract niet tekenen. We gaan het dus nu voor het gerecht gooien, dus dat wordt weer afwachten geblazen. Ik krijg er wel wat van hoor, want nu loop ik weer elke dag naar die advocaat en dat is iets waar ik zo de p aan heb. Maar ja, je gooit het niet zomaar weg, zo’n poepie geld. Maar daar kunt u wel over meepraten!

Ed en Nora hebben een schattig huis in La Matanza, ruim en gezellig, niet te vergelijken met wat ze hadden. Ja, ik hoop echt dat jullie dit jaar nog eens hierheen komen, want ik ben bang dat er van vakantie naar Holland van onze zijde niets komen zal. De plannen waren zeer groot, zoals gewoonlijk, maar het gaat ons zowel met het vliegtuig als met de boot zo’n paar duizend gulden kosten. Het feit is namelijk dat je hier vandaan geen charter kan krijgen en dus met een lijnvlucht moet en dat is al zon fl. 900,- per persoon. Het maakt natuurlijk niet uit of we een week of een maand dan in Holland blijven, want de vliegkosten blijven hetzelfde. Maar Jan en Loes zijn op dit ogenblik ook in Holland en hebben voor de reis per persoon fl. 210,- betaald via een reisleider die de tickets bij Transavia heeft geritseld. Kijk, dan is het de moeite dubbel en dwars waard. Die blijven dan ook een maand weg. We hebben het goed uitgerekend wat het verschil zou zijn als je met het vliegtuig of met de auto en boot zou gaan. In het laatste geval wil je zoveel mogelijk zien en je hebt je overnachtingen en eten onderweg. Nogmaals, als we net zo’n reisje zouden kunnen organiseren als Jan en Loes dan staan we onmiddellijk met onze koffers voor uw deur en we gaan dit ook werkelijk proberen. Dat alles wil echter niet zeggen dat we er niet op uit gaan, want voor dit weekend, dus a.s. vrijdag, heb ik tickets gekocht voor een vlucht naar het eiland La Palma waar wij enkele dagen willen blijven om het eiland goed te leren kennen. Het enige trieste is dat, toen ik dat zo even bekend maakte de kleine in snikken uitbarstte, want hij was bang om te vliegen zei hij. Nou, zei ik, dan gaan we met de boot. Néééé, riep hij, dat helemaal niet en vertelde daarna dat hij bang was dat we nooit meer terug konden, en dat vond hij zonde van al zijn speelgoedauto’s en van papa zijn auto. Het zal me nog een drama worden met hem, daar op het vliegveld.

Binnenkort heeft hij ook vakantie, hoewel hij al elke dag thuiskomt met ’de juffrouw heeft gezegd mañana no collegio’. Dus dan houd ik hem maar thuis, hoewel ik vrees dat hij me maar wat voor zit te liegen. Hij speelt de hele dag met die kinderen hier beneden en heeft het daar zo naar zijn zin dat ik hem zelfs ’s avonds voor het eten, en dat is pas om half negen, niet naar binnen krijg.
Ik heb hem wel deze week een flinke afstraffing moeten geven want hij luistert helemaal niet meer naar ons, doet zijn eigen zin en scheldt ons uit voor klote vrouw en klootzak, ligt hysterisch op de grond te spartelen en alles kapot te gooien als hij zijn zin niet krijgt, vooral wat de snoepjes betreft, en dat gaat natuurlijk niet. Het gaat nu gelukkig weer goed, maar af en toe moet je hem wel de baas blijven. Maar in alle opzichten is het verder een prachtknul. Het enige waar hij nog over zeurt is dat hij een ’klein babymeisje’ wil hebben. Rims maakt zich er altijd mooi van af door te zeggen: ’Ik teken er wel een voor je!’ De drol. Meneer had gisteren een vergadering en kwam om 4.00 uur ’s nachts thuis. Hoe zal ik niet vermelden want dat raadt u wel, maar had het bijzonder naar zijn zin gehad. Hij had veel nieuwtjes te vertellen hetgeen hem bijzonder verheugde, want we zijn de laatste tijden nauwelijks weg te slaan van huis, behalve dan de contacten met Pablo, onze wekelijkse bioscoopbezoeken met Pablo en zijn vrouw en af en toe een etentje buitenshuis, maar dat vertelt ons nog niet wat er zoal gaande is in het Sodom en Gomorra van dit eiland. Hij was gisteren weer behoorlijk op de hoogte gebracht en het toppunt van zijn avontuur was dat hij met Theo een rekening bij één van de grootste restaurants zou gaan innen en daar aangekomen stond de hele boel in vuur en vlam! Tot op de grond afgebrand. En het was nog wel zo’n hoge rekening… dag geld… dag restaurant. Tja, het kan raar lopen oftewel je moet maar pech hebben.

Met onze papieren gaat het ook goed. Ze liggen dit keer weer in een andere la, nu van een advocaat. En Rims zijn paspoort is op dit moment in Holland om verlengd te worden en ligt daar nu ook al een maand. Als je alles gehad hebt krijg je dat ook nog. Wil je alles eindelijk naar behoren regelen, dan heb je geen paspoort meer. Ik geloof dat Rims zijn eigen paspoort hier op Tenerife alleen in zijn bezit heeft gehad toen hij hier aankwam, want verder heeft hij het al die tijd niet meer in zijn bezit gehad omdat ze zijn documenten wel ’even’ zouden regelen. Maar het is Spanje en met dat al zit hij nog steeds (ja, ik ook hoor) illegaal hier en als klapstuk nog zonder paspoort ook. Oh, zegt hij dan, mij kan niets gebeuren. Claro, ze kunnen hem zonder paspoort niet eens het land uitzetten! Maar goed, het zal allemaal wel rech kom, maar je moet wel engelengeduld hebben.

Wel, ik hou er mee op want ik ben afgepijgerd of afgepeigerd, ik weet niet hoe je dat schrijft. Heel veel groeten, veel liefs en tot spoedig.

Fieke

Geen opmerkingen: