dinsdag 13 januari 2009

Hoofdstuk 33: De hoefsmid

La Orotava, 5 oktober 1972

Lieve allemaal,

Nog hartelijk dank voor jullie cadeau. Een paar dagen nadat we jullie brief hadden ontvangen kwam de dueño (de Spaanse eigenaar) van ons huis naar Fieke toe of ze misschien interesse had in zijn televisie, want hij had een nieuwe gekocht. Het is een grote Aristona en wij konden het overnemen voor 8.000 pesetas (fl. 400,-). Enfin, om kort te gaan, we hebben hem gekocht en zijn ermee de koning te rijk.

Fieke heeft in ons begintijd een paard verkocht aan onze vriend Jan die het gebruikte als paard voor de koets om klanten rond te rijden op de urbanisatie waar hij werkt. Dat paard heeft daar zo’n half jaar gestaan zonder iets te doen. Niemand kon of wilde het paard voor de koets spannen en er mee rijden. Het paard heeft niet anders gedaan dan eten en nog eens eten!
Nu heeft Jan het paard verkocht aan een goeie klant van ons en die heeft het weer bij ons gestald en zo heeft Fieke haar ex-paard nu als privé-paard en levert het elke maand ook nog eens 4.000 pesetas op. En dat is niet gek, he?

Een paar dagen geleden moest de hoefsmid komen, sinds Bob bij ons weg is moet ik nu assisteren. Het begon met een rit hoog de bergen in waar in een klein gehucht van zo’n 10 huizen (hooguit) onze hoefsmid woont. Aangezien hij zelf geen vervoer heeft moet hij dus opgehaald worden. Nou, zo’n rit valt dan nog wel mee, het vinden van de hoefsmid was al wat moeilijker en na hem gevonden te hebben gingen we samen naar de stal, waar de paarden al klaar stonden om beslagen te worden. Of ik even wilde meehelpen..! Nou ben ik echt niet bang van paarden dus zei ik ja. En dat was een grove misschatting want het helpen bestond uit het optillen van een achter- of voorbeen, deze in mijn schoot te leggen waardoor de smid zijn handen vrij had om de hoeven te schaven en de ijzers te bevestigen. En dat bij 10 paarden, dus 40 keer!!! Bij veel paarden ging het goed, ze zijn reuze gewillig, maar… er zijn er een paar bij die laten hun volle gewicht rusten, alsof ze willen gaan liggen. En dat was nog erger bij onze pensionpaard Silviano. Wat een kreng, zodra je zijn achterbeen optilt wil hij gaan liggen, probeer maar eens zo’n volgevreten beest van 4 à 500 kilo omhoog te houden!
Ben je eindelijk klaar, kan je nog eens de bergen in om zo’n hoefsmid naar huis te brengen, hij duizenden pesetas rijker, ik met een gebroken rug!

Dan nu het vervolg van mijn ontmoeting met die twee jongens van John zijn boot. John had beiden in de een of andere Amsterdamse kroeg gevraagd om met hem naar Tenerife te varen, alles was goed voorbereid en er was eten en drinken genoeg aan boord en als ze eenmaal aangekomen waren dan zouden ze tegen een goede beloning bij hem kunnen werken met de zeevisserij voor toeristen!!!! Dat klonk ze als muziek in de oren en ze zeiden meteen ja.
Het eerste gedeelte van de reis ging voorspoedig tot ze in een haven in Portugal aanmeerden, want er moest vers voedsel worden ingeslagen. En dat verse voedsel bestond er uit… dat ze na het invallen van de avond op rooftocht moesten om kippen te stelen, want John had geen geld genoeg om inkopen te doen…
De verdere reis was vol spanning en tot overmaat van ramp bleek dat ze op Atlantische Oceaan zonder brandstof kwamen te zitten. Dat heeft een hele dag geduurd totdat op niet al grote afstand een tanker voorbij kwam. Via de radio heeft John contact gezocht en heeft die tanker hun lege tank weer gevuld. Van de spanning die daaruit was ontstaan kwam er zelfs een vechtpartij waarbij een van die jongens John in zijn neus heeft gebeten!!! Weet je ook meteen hoe hij aan dat litteken op zijn neus komt! Eindelijk op Tenerife aangekomen heeft de boot voor anker gelegen bij Las Galletas voor de kust waar ze toch nog met gasten uit een nabij gelegen hotel zijn gaan varen. Dat klopt, want John vertelt daar wel eens over. Maar toen hij te horen kreeg dat hij daarvoor een vergunning moest hebben zijn die twee maar van boord gegaan en hebben uiteindelijk deze bar gepacht. Stel je voor, een hamburgertent midden in de woestenij waar niemand komt! Onze hamburger smaakte meteen ook al niet meer zo lekker! We moesten zeker niet de groeten doen aan John… wat ik natuurlijk wél heb gedaan. De enige reactie van zijn kant was ’oh, zijn die nog steeds op Tenerife?’

Toen Fieke van de week het hele huis weer eens aan het schoonmaken was ontdekte ze plotseling onder het bed van André een grote zwarte tas. Toen zij die weg wilde schuiven om ook daar te kunnen dweilen viel de tas half open en zag ze tot haar grote verbazing een hele hoop blikjes en zakjes met spulletjes uit Holland zoals worstjes, drop, zakken met chips en nog meer van dat spul. Toen besefte ze dat hij, als hij ’s avonds in bed lag zich nog vol lag te vreten aan meegebrachte spullen. Nou hoeft hij echt niet alles met ons te delen, tenslotte deelt hij met ons met alles mee, maar dat hij nog niet eens een snoepje of wat dan ook aan Rims geeft maakt de zaak wel erg bekrompen. Het werkt niet in zijn voordeel en ik ben niet van plan om hem voortaan steeds mee te nemen als wij een etentje hebben of zo iets. Hij trekt dan maar een blikje worstjes open en bekijkt het maar.
Ik ben zo langzamerhand wel benieuwd wat hij allemaal naar Holland zit te schrijven, van Martin en Ina krijgen we steeds minder post, maar laat ik niet voorbarig zijn met mijn conclusies.

Tot zover deze brief. Wij wensen jullie het allerbeste en ik hoop graag snel te horen wanneer je hierheen komt, mam.

Een smakkert van Fieke en de kleine en een welgemeende kus van

Rimsky

Geen opmerkingen: