donderdag 22 januari 2009

Hoofdstuk 42: Naïef

La Orotava, 14 januari 1973

Lieve allemaal,

De eerste maand van het nieuwe jaar is nog maar halverwege en we hebben al het nodige meegemaakt.
Vorige week zondag kwam er een groep naar boven om te rijden. De leider van dat gezelschap vertelde dat hij Fieke goed kende van de Plaza Toros tijdens zijn vorig bezoek aan Tenerife en dat hij mij nog niet eerder had gezien omdat ik toen nog in Holland zat. Hij was dus goed geïnformeerd en omdat Fieke bedlegerig was vanwege een griepaanval, heb ik ze op weg geholpen. Daarna vertelde ik aan Fieke dat er een bekende aan het rijden was en toen het groepje terug was en op het terras ging zitten kwam Fieke, die een beetje was opgeknapt, er ook bij. Maar ja, er zijn al honderden mensen bij ons geweest en Fieke kon zich deze man niet herinneren. En dat kan natuurlijk. Met het hele gezelschap hebben wij nog wat wijn zitten drinken en toen vertelde de man (ik schat hem op zo’n dertig jaar oud) dat hij met zijn twee zusters een zeiltocht ging maken zodra zijn ouders met hun jacht op Tenerife zouden aankomen. Zijn ouders zouden hier voor een half jaar blijven. Zijn vader was, vertelde hij verder, eigenaar-geneesheer van een groot ziekenhuis in Duitsland en bracht zelfs twee eigen rijpaarden mee. Die kwamen met een vrachtschip mee! Interessant, en omdat ook Fieke zo haar paarden hierheen had gebracht, heb je al snel een gemeenschappelijk onderwerp om er over te praten.
Al met al kwam hij daarna elke dag rijden en bracht vrij veel klanten mee, was royaal en zelfs voor de kleine bracht hij altijd wel iets lekkers mee.
Van hem hoorden wij dan ook dat John wel degelijk gelijk heeft met de invoerrechten die vanaf januari voor vissersboten is komen te vervallen, dit in verband met nieuwe EEG-regels.

Een uitnodiging om op het jacht te komen eten ging helaas niet door omdat het nog niet gearriveerd was (het jacht zou voor de haven van Puerto de la Cruz voor anker gaan), maar hij vertelde ons wel dat hij het met zijn ouders zou regelen om de paarden bij ons te stallen. Niet gek zo’n aanbod, zeker als je weet dat we daar 50.000 pesetas mee kunnen verdienen!
Enkele dagen geleden vroeg hij Fieke, onder vier ogen, of hij 1.000 pesetas kon lenen tot de volgende ochtend en een dag later om nog eens 3.800 pesetas, want hij kwam dat bedrag te kort voor een cadeau voor zijn moeder. Die was inmiddels gearriveerd maar nog in Santa Cruz gebleven in afwachting van de paarden die daar met de boot zouden arriveren.
Maar, zo verzekerde hij ons, ’s avonds zouden we wel kennis maken met zijn ouders en ergens gaan eten in verband met de verjaardag van zijn moeder. ’s Middags zou hij nog met een grote groep komen om paard te rijden en ook meteen alles terug betalen. En Fieke die nooit, maar dan ook nooit geld aan iemand leent heeft het, na ruggespraak met mij weliswaar, alsnog gegeven!
Om vier uur zou hij komen maar toen het al half vijf werd en hij nog steeds niet verschenen was ben ik in de auto gestapt en naar Puerto de la Cruz gereden.
Al snel begreep ik dat het foute boel was en dat meerdere mensen hem geld hadden geleend, zelfs de eigenaar van het hotel waarin hij logeerde!

Teruggekomen in La Orotava bleek Claus (zoals hij zich had voorgesteld) wel degelijk met een groep mensen aan het rijden te zijn en bij zijn terugkomst was hij vrolijk en monter en verzekerde ons ’s avonds kennis te kunnen maken met zijn ouders tijdens een gezellig etentje. Hij zou Fieke haar geld dan ook meteen teruggeven.
Eenmaal in het restaurant, waar ook andere genodigden bij waren, vroeg hij zich verbaasd af waar zijn ouders toch bleven, maar hij bestelde inmiddels een uitgebreid diner bestaande uit een kop soep die niet te vreten was. Wij voelden ons behoorlijk beetgenomen en ik ging na de soep met de kleine naar huis terwijl Fieke achter bleef om zoveel mogelijk te weten te komen via de andere gasten. Al snel bleek dat vrijwel iedereen uit het gezelschap geld had ’geleend’ aan Claus.
Inmiddels zijn wij bij de politie geweest om een aanklacht in te dienen en daarna naar de Duitse consul. Maar die bezoeken hadden wij ons net zo goed kunnen besparen. Claus is heimelijk uit zijn hotel en met de noorderzon vertrokken, zonder ook maar een peseta te hebben betaald.
En nu hoor ik jullie zeggen dat het jullie nooit zou zijn overkomen, maar alles was zo geraffineerd gespeeld dat je er wel intrappen moest. Een gentleman-oplichter pur sang!
En wat we ook nog bij die consul te weten zijn gekomen is dat het verhaal over die invoerrechten van vissersboten volkomen lariekoek was. Waarvan akte!

En dan te bedenken dat ik nog bij het haventje van Puerto de la Cruz heb staan kijken en mij bezorgd heb afgevraagd hoe in Godsnaam daar een jacht voor anker kon liggen en hoe ze eigenlijk aan land moesten… naïef hè? Al met al was het natuurlijk niet veel geld en hij bracht altijd veel klanten mee die wel betaalden, dus de schade is beperkt gebleven, maar je voelt je toch belazerd.


Van Martin en Ina hebben wij al een tijd niets meer gehoord en we beginnen toch te geloven dat André zijn brieven en zijn verdere gestook geen goed heeft gedaan aan onze vriendschap. Ik zal zo snel mogelijk een brief sturen zodat ze weten dat we nog steeds met ze meeleven.

Tot zover ons relaas tot op heden, ook namens Fieke en de kleine veel liefs toegewenst en een dikke smakkert voor allemaal.

Rimsky

Geen opmerkingen: