dinsdag 27 januari 2009

Hoofdstuk 43: Storm

La Orotava, 21 januari 1973

Lieve allemaal,

Net wil ik beginnen met het schrijven van deze brief of Rims komt naar me toe en schopt mij, weliswaar met zijn blote voeten, tegen mijn enkels en zegt laconiek: ’sorry, hoor!’ En verdwenen is hij. Kennelijk een nieuwe gril die hij op school heeft geleerd, trouwens, na drie weken vakantie waren we ergens wel blij dat hij weer naar school moest. Hij begon erg veel kattekwaad uit te halen, trok zich nergens iets van aan en deed precies waar hij zin in had. Maar beter zó dan een Flip Fluweel, zullen we maar denken.
Alles gaat verder zijn gangetje, Fieke druk met de paarden en ik met de zaak. Die nieuwe regeling van Fieke is ideaal, ’s morgens alleen de paarden verzorgen en ’s middags twee of drie uur uit rijden. Zo heeft ze meer tijd voor zich zelf en de inkomsten lijden er ook niet onder. De klanten accepteren het en de paarden varen er wel bij, ze zien er uitstekend uit en zijn tevreden. Wat wil een paard nog meer?

Afgelopen weekend was erg angstig. Er is een enorme (tropische) storm over het eiland geraasd. ’s Nachts werden we al wakker omdat de gebruikelijke koelte veranderde in een onaangename warmte. De volgende dag was het bloedheet, er waaide een zuidoostelijke wind, dus die kwam uit Afrika en bij elke stap die je deed brak het zweet je uit. Ook de paarden in de stal waren ongebruikelijk rumoerig. De lucht zag roodachtiggeel en plotseling veranderde de inmiddels krachtige wind in een enorme storm. Het eiland veranderde in korte tijd in een puinhoop. Talloze bomen zijn uit de grond gerukt, hele bananenplantages zijn verdwenen, de witte huizen veranderden in gele, stoffige gebouwen, het uitzicht was verdwenen, je kon bijna geen hand voor ogen zien. De zee bulderde, we hoorden het, dachten wij, zelfs op deze hoogte! En toen waren, tot mijn grote schrik, mijn sigaretten op en moest ik zo’n halve kilometer verderop naar een bar lopen om nieuwe te kopen. De weg was levensgevaarlijk omdat enorme boomtakken, stukken hout en golfplaten door de lucht vlogen. Hoe ik levend thuis ben gekomen is me een raadsel, ik heb doodsangsten doorgestaan, maar dan wel met sigaretten in mijn zak. Met z’n tweeën hebben we ons terrasafdak moeten vasthouden die wij later met touwen aan grote zware stenen hebben vastgezet, en zo ging het twee dagen door… van slapen kwam niet veel. En net zo plotseling als het begonnen was hield het op, overal waar je keek leek het wel of er oorlog was geweest, de schade is enorm groot, maar de warmte is gebleven. Zoiets wil je voor geen tweede keer meemaken en zelfs Spanjaarden die hier geboren en getogen vertelden angstig zoiets nog niet eerder te hebben meegemaakt.

Verdere reacties over de verkoop van de stal hebben wij op dit moment niet meer gehad en ik ben maar wat druk geweest om iedereen op zijn vragen te beantwoorden. De meest gekke vragen worden er gesteld, vragen waar wij zelfs geen antwoord op kunnen geven. Het is nu maar afwachten of we hierop weer reacties op krijgen.

Het meest schokkende wat je ons schreef was het bericht dat Martin weer naar zijn werk moet, alsof hij een klein griepje heeft gehad. Wel fantastisch dat zijn werkgever hem meteen met open armen ontvangt en rekening houdt met zijn welzijn.
Maar ondertussen moet hij wel weer advertenties gaan maken voor De Prijsbreker en Blokker, of personeelsadvertenties voor ziekenhuizen, iets waar die Wietje goud geld mee verdient maar Martin doodziek van wordt.

Intussen is John niet meer op het eiland. Na een boete van 50.000 pesetas moest hij alsnog het land uit, althans, eerst een stempel halen in een ander land waarna hij van voren af moet beginnen. Een reis zonder einde lijkt het wel. De berichten als zou hij de boot inmiddels verkocht hebben lijken ons meer een afleidings-manoeuvre voor de buitenwereld om zijn illegale plannen tot stand te brengen. Ik bedoel dus eigenlijk in goed Nederlands: smokkelen… maar ik kan er geen zinnig woord over schrijven omdat we niets weten. Ik hoop alleen dat hij geen domme dingen doet, anders is alles weg en helemaal voor niets geweest.

O ja, mijn auto wordt binnenkort deels opnieuw gespoten. Mijn hele zijkant was langs een muur geschaafd na een kortstondig bezoek aan Pablo’s wijnkelder in Pino Alto. In die kelder mogen alleen maar mannen komen en dan met name alleen maar vrienden (alleen Fieke is er ook wel eens in geweest, maar dat was werkelijk een uitzondering). Langs de wand liggen enorme tonnen opgestapeld met wijn die Pablo zelf maakt en aan de balken van het plafond hangen grote hammen en worsten. Binnen een kwartier ben je helemaal toeter, ondanks de kleine glaasjes waarin hij de wijn schenkt!
Een van die vrienden van Pablo is Andrès die een tweetal autoschadebedrijven heeft. Een in La Orotava en een in Santa Cruz. Hij heeft me aangeboden om mijn auto over te spuiten en dat allemaal voor… nada oftewel voor niets!
Op bijgaande foto zie je Fieke, Andrès en de kleine Rims, in de hoek liggen de betonblokken waarmee wij het terrasdak voor de storm hadden beschermd.


Theo en ik hebben het nog steeds razend druk, over het algemeen gezellig werk, maar ja, het is voor toeristen bestemd en dat moet gewoon gezellig zijn.

Nou, tot zover deze brief maar weer, er gebeurt veel maar niet alles kan ik opschrijven, anders komt er geen eind aan.
Binnenkort verwachten wij dus Edward en Nora op het eiland en wij gaan zo langzamerhand gaan we woonruimte zoeken voor ze. Maar wij moeten wel precies weten wanneer ze komen in verband met het vastleggen ervan.

O ja, Ton en Hanneke komen in mei naar ons toe, en dat is leuk. Hoe staat het met jullie plannen om hierheen te komen?

Ook namens Fieke de hartelijke groeten, veel liefs, ook van de kleine.

Rimsky

Geen opmerkingen: